dinsdag 5 mei 2009

Mysterie

Eerst en vooral: Tany houdt niet van meisjes in een roze jurk. Meisjes in het roze zijn gemeen en vals. Zelfs als staan ze hand in hand. Feeksjes zijn het. Kleine heksen.

Ten tweede: Tany is geen kenner van hedendaagse dansbewegingen. Meer nog: ze is de ware leek.

Ten derde: Tany is momenteel bezeten door de muziek van Jóhann Jóhannsson. Hype of niet: die muziek maakt haar tenen weker.

En dan zit ze daar in een cultureel centrum. Het zit niet eens halfvol. Ze zit dan ook nog op de tweede rij. Letterlijk aan voeten.
Twee vrouwen in roze jurkjes zingen zeemzoet in de oren. IJslandse muziekgod aan haar linkerzij. De zaal lijkt weg te smelten.

Maar dan in enen: HOP! Daar vliegen ze op. Die meisjes van weleer. Beesten. Zombies. Trollen. Lijken. Al gauw merkt Tany dat dansen ook met ogen kan. Dat zij zelfs dansen met hun keel. En dat dit dansen niet voor mietjes is. Meer nog: ze zou het met haar plompe lijf ook willen proberen. Niet dat ze het kan. Maar ze voelt de drang tot in haar schenen.

De zaal is niet als zij. Houdt niet van gekrijs. De buurman aan de rechterzij stopt zijn vingers in zijn oren. Een paar mensen verlaten geschokt de zaal. Maar wie blijft horen, hoort passioneel.

Hoogtepunt voor Tany is de metalsong voor Annie. Metal klinkt opeens heel zoet. En ze was nog zo gewaarschuwd met een "Hou je hart vast." Maar hoe van slag kan je zijn? Wat een adem! Dat ze vlak voor de koele blote bast van Jóhann Jóhannsson zat en hem niet eens wou aanraken met een hand. Maar dat ze dacht, zo op de tast: "Mijn huid is niet bij mij. Mijn vel hangt in de lucht. Mijn hart erbij."

En na een zwak applausje van het volk, keerde het vel terug tot bij een glasje rode wijn. Wie zweeg, steeg uit, zeeg neer, wou meer.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....