Nu het bekend is, dat ik uit te nodigen ben om te komen meedraaien op de werkvloer, krijg ik natuurlijk aanvragen. Wat de bedoeling is. Zo nodigde Rudi met uit om een dagje te komen meewerken met BKR-opruimingen. Vrienden die het leuk vinden om op te ruimen, maakten er ruim half jaar geleden hun werk van. Zo reed ik op de nationale feestdag met de bestelwagen van Rudi mee naar Gent.
“Dit is een feestdag voor mij,” zegt Rudi bij het begroeten.
Niet vanwege de driekleur, maar vanwege het feit dat hij het echt geweldig
vindt om bij andere mensen op te ruimen. Hij houdt van de verhalen en het
speuren naar vergeten schatten. Zijn eigen huis opruimen, doet hij later wel.
Bij aankomst in Gent ontmoet ik Koen en Bruno.
De kelder staat vol rommel die de eigenaars in de 40 jaar
die ze er wonen, verzameld hebben. De snikhete zolder ook. Rudi en ik beginnen met
de kelder. De anderen klimmen naar boven. Alles wordt netjes gesorteerd in
bakken en zakken. We werken vlot door en ik word niet gespaard.
Ik herken de rommel.
Wie me ooit hielp, weet dat. In plaats van alles meteen naar het containerpark
te brengen, stapelen karton en papier zich op, dozen vol oud ijzer, … De drie
bestelwagens en aanhangwagen zitten propvol als we vertrekken.
Al gaat dat laatste niet zo vlot. Rudi heeft pech met zijn
aanhangwagen en moet die daar achterlaten, zijn bestelwagen uitladen en
terugrijden om alle oud ijzer daarin
over te laden. Ook voor mij is dit niet zonder gevolg: bij thuiskomst ontdek ik
een grote beet in mijn knieholte. Ik ben warempel door het opruimvirus gebeten!
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 24/07/25)