maandag 28 juli 2025

TINE ZIET (483): Opruimen

Nu het bekend is, dat ik uit te nodigen ben om te komen meedraaien op de werkvloer, krijg ik natuurlijk aanvragen. Wat de bedoeling is. Zo nodigde Rudi met uit om een dagje te komen meewerken met BKR-opruimingen. Vrienden die het leuk vinden om op te ruimen, maakten er ruim half jaar geleden hun werk van. Zo reed ik op de nationale feestdag met de bestelwagen van Rudi mee naar Gent.

“Dit is een feestdag voor mij,” zegt Rudi bij het begroeten. Niet vanwege de driekleur, maar vanwege het feit dat hij het echt geweldig vindt om bij andere mensen op te ruimen. Hij houdt van de verhalen en het speuren naar vergeten schatten. Zijn eigen huis opruimen, doet hij later wel. Bij aankomst in Gent ontmoet ik Koen en Bruno.

De kelder staat vol rommel die de eigenaars in de 40 jaar die ze er wonen, verzameld hebben. De snikhete zolder ook. Rudi en ik beginnen met de kelder. De anderen klimmen naar boven. Alles wordt netjes gesorteerd in bakken en zakken. We werken vlot door en ik word niet gespaard.

 Ik herken de rommel. Wie me ooit hielp, weet dat. In plaats van alles meteen naar het containerpark te brengen, stapelen karton en papier zich op, dozen vol oud ijzer, … De drie bestelwagens en aanhangwagen zitten propvol als we vertrekken.

Al gaat dat laatste niet zo vlot. Rudi heeft pech met zijn aanhangwagen en moet die daar achterlaten, zijn bestelwagen uitladen en terugrijden om alle  oud ijzer daarin over te laden. Ook voor mij is dit niet zonder gevolg: bij thuiskomst ontdek ik een grote beet in mijn knieholte. Ik ben warempel door het opruimvirus gebeten!


(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 24/07/25)




 

zondag 20 juli 2025

TINE ZIET (482): Pantotine


Om mijn zomervakantie wat zinvol te besteden, engageer ik me om een dag mee te draaien op een willekeurige werkvloer. Zo gebeurde het dat Mister Cooper me uitnodigde..Hij vroeg me om mee te doen met zijn pantomine-act die hij in de zomer dagelijks op het Wapenplein in Oostende opvoert. Wie denkt: “Dat is misschien toch wel een tikkeltje te veel in je eigen sector, Tine” zal ik streng aankijken. Ja, ik heb een drama-opleiding en geef expressielessen, maar pantomine is iets wat ik altijd heb willen vermijden. Ik vind het eerlijk gezegd eng om naar te kijken, laat staan om er zelf deel uit van te maken. Dapper als ik ben, ging ik toch op deze uitnodiging in want het gaat natuurlijk niet om leuk of niet leuk: het gaat erom om voortaan met een andere bril naar andere beroepen te kijken.

Laat me vertellen, dat mijn respect voor het vak enorm gestegen is. Je staat daar figuurlijk helemaal in je blootje. Je kan niets zeggen of bewegen en iedereen loopt langs en om je heen met camera’s, grommende honden en grijpgrage vingers. Je moet in je rol blijven om centen in je hoed te krijgen. Stoere vrienden proberen je belachelijk te maken. Je staat als het ware maar beter voor paal, dan dat je faalt.

Uiteindelijk werd het toch fun maar echt los werd ik niet.
Voor Mister Cooper is dit dagelijkse kost. In al die stilstand de meest oplichtende gezichten vinden. Daar blinkt hij om. Misschien nog dit geheim: zelfs de kleinste cent, wordt met dankbaarheid en spektakel onthaald. Nooit nog loop ik zomaar dit soort act voorbij.


(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 17/07/25)


 

maandag 14 juli 2025

TINE ZIET (481): Mallemolen

Verzengend. Dat is het woord dat bij het begin van vorige week past. Het begin van de zomervakantie viel mij voor het eerst in alle jaren enorm zwaar op mijn hoofd. Na een personeelswandeling en een gezellig onderonsje in de Balokken, kwam ik geroosterd en gesmolten thuis en het heeft tot donderdag geduurd voordat ik me weer wat mens voelde. Toen kon de vakantie eindelijk beginnen. Wat begon als verzengend, werd ineens een gigantische plensbui. Zomaar ineens op de autosnelweg. Later nog meer waterpret. Dat er zoveel water in de lucht kon hangen, we waren het intussen vergeten.

Terwijl het weer vroeger zoiets was als ‘koetjes en kalfjes’, wordt het meer en meer een hoofdpunt in ons gespreksoverzicht. Want het wordt toch heel erg verrassend allemaal. Sommige mensen doen uitspraken als: “Leve de klimaatopwarming!” of “Wat is er toch met dat weer aan de hand?”

We kunnen de andere kant uitkijken als het over oorlog in een ander land gaat, maar wat het weer betreft dat op ons dak valt of erdoor: kunnen we niet anders dan vol ongeloof naar boven kijken. Het raakt ons: want plannen vallen in duigen of het water.

Het blijkt ontzettend naïef te zijn te denken dat onheil zich niet kan voordoen in onze straat. Of het nu gaat om despoten, overstromingen, bosbranden of aanslagen: als we voorlopig nog gespaard blijven, komt dat meer en meer door geluk: dat toevallig lotje, weet je wel. Zolang dat er is, is er nog hoop. Doe me dus nog maar een rondje, op de mallemolen van dit bestaan.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 10/07/25)

maandag 7 juli 2025

TINE ZIET (480): Graniet

Er is niet veel nodig om je het gevoel te herinneren dat je kreeg toen je voor de eerste keer tegen de muur liep. Of dat deksel dat je op je neus kreeg. Het enige wat er nodig is, is een ander deksel. Een andere muur. Of je nu veertien of zesenveertig bent, de pijn voelt soms hetzelfde. Dat geldt ook voor een mes in de rug. Al duurt het langer om de wonde te laten slijten, omdat een plek die al eerder zwak was, lastiger herstelt dan een verse.

Dat gaat ook zo met verdriet om wie er niet meer is. Je hoort het nieuws en beseft het nog niet tot op het moment dat je stilstaat. In mijn geval was dat vrijdagavond op een bankje. De avondlucht kleurde zo mooi. Overal om me heen kwamen mensen samen in die laatste zon. Ik zat er alleen. Daar had ik zelf voor gekozen. Opeens werd ik overspoeld door groot verdriet door de dood van één van de kleurrijkste figuren van onze stad: een sterke vrouw die al jaren met een onuitputtelijke glimlach en dat terwijl ze onwaarschijnlijk dapper vocht. Op haar manier. Want zelfs in strijden was ze authentiek.

De wereld komt genadeloos tot stilstand. Al is dat natuurlijk schone schijn. Op nog geen kilometer van de plek waar ik zit, davert Park Ter Walle van het vertier. Voor mij op dat moment staat alles onbeweeglijk stil. Dood is na al die jaren, nog steeds een blok graniet. Alles gaat en draait maar door behalve dan voor wie dat  verpletterend stuk steen ziet. Dat huil je misschien iets langer, door alle verdriet dat je door de jaren heen hebt gespaard en om al dat aanzwellend gemis dat in de loop van de toekomst nog  wenkt.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 03/07/25)

TINE ZIET (488): Troost

Sinds kort bewandel ik een nieuw pad. Ik ga uitvaarten voor in aula’s. Niet als uitdaging maar voor écht. Naast mijn job als juf. Voor sommi...