dinsdag 5 september 2023

TINE ZIET (387): Zand

Donderdag werd ik verrast met een cultuurprijs van Stad Menen. Ik ben heel erg vereerd met deze prijs. Vrienden en familie zaten in het complot en dat deed deugd. Het was dus bijzonder dat ik de daaropvolgende zondag samen met mijn familie kon doorbrengen aan de Belgische kust in plaats van in de perfect georganiseerde EK-drukte in mijn stad. Waarmee ik natuurlijk geen afbreuk wil doen aan dit indrukwekkende triatlon-event, maar het was de eerste keer dat we z’n allen samen de zee zagen: mijn moeder, haar kinderen, haar schoondochter, schoonzoon en alle kleinkinderen. Ik ben op een moment gekomen in het leven dat ik dergelijke momenten koester omdat het besef van eindigheid er is.

Terwijl ik met mijn sandalen in de hand naast mijn bloedverwanten en aanverwanten op het strand van Bredene wandelde , stapte ik soms letterlijk in de voetstappen van mijn broers of neven. Vlak voor het naaktstrand draaiden we af naar de duinen en keerden terug langs bergen van zand. De zon brak volledig door. 

Wij werden groot met een berg zand.  Mijn vader maakte er beton mee. Voor ons was het één grote zandbak. Ik gleed er dikwijls op mijn rug of op een plank naar beneden. In al onze schoenen, in al onze kleren droegen wij zand met ons mee. Ik mocht nog spelen, mijn broers werkten er al mee. Dat het kunstwerk dat ik vorige week mocht ontvangen uit zand werd geblazen, is natuurlijk geheel toevallig. Met mijn blote voeten op het strand en stiekeme vochtige ooghoeken bedacht ik hoe schoon toeval voor nostalgische zieltjes wel kan zijn.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  01/09/23)    

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (421): Onbezonnen

Nu het weer beter met me gaat, durf ik weer onbezonnen te springen in de dingen. Zo besloot ik afgelopen zondag om met de trein naar Schieda...