Omdat ik zaterdag uitgenodigd was bij een vriendin die ik eigenlijk al in hele lange tijd niet écht gesproken had, ging ik op zoek naar kleurige bloemen. Die breken vaak het ijs. Ik vond mooie tulpen en liet ze inpakken. Ook deed ik mezelf een klein boeketje cadeau. Dus liep ik met twee pakken tulpen in mijn armen terug naar huis. Het was frappant hoe ik de gezichten van de voorbijgangers zag opfleuren als ze mij met die bloemen over straat zagen lopen. Een onbekende vrouw sprak me aan en complimenteerde me met de mooie tulpen. Ik bedankte haar in naam van de bloemen en bedacht dat ik het vaker zou moeten doen: met een mooi boeket over straat lopen. Het deed me goed om mensen zomaar te zien oplichten. Ik fleurde er zelf ook van op.
Vroeger wou ik
altijd een soort van Moeder Theresa zijn. Dat ging me meestal wel goed af. Hoe
meer mensen ik wat gelukkiger kon maken, hoe beter want ik werd er ook
gelukkiger door. Naarmate ik ouder werd, kwam ik tot de constatatie dat mensen
dat dan ook altijd van jou gaan verwachten.
Dat je ze blijer maakt. Ze lijken nooit te verwachten dat het ook eens
omgekeerd kan zijn. Dus werd ik maar wat zuiniger met mijn opfleuracties. Niet
uit kwade wil of wrok maar om nog genoeg liefs voor mezelf over te houden als
ik op het einde van de rit zelf wat extra zachtheid kon gebruiken.
Met deze simpele
actie kan het dus weer. Een boeketje kopen. Desnoods voor jezelf. Dan heb je er
minstens nog een week plezier van! Wellicht lukt het ook met andere dingen. Ik
bedacht wat ik nog allemaal zou kunnen kopen waarmee ik mezelf én anderen een
plezier kan doen. Ik overweeg de aanschaf van een goudvis in een bokaal op
wielen die ik door de centrumstraten vooruit moet duwen. Of een hele grote
slagroomtaart in een doorzichtige doos. Iets kleiners kan natuurlijk ook.
Misschien kan het een hype worden: voortaan komen we op straat met een ‘bussel pret’?
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 18/03/22)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten