Deze week fietste ik met een bosje zonnebloemen in mijn fietstas naar Sint-Eloois-Winkel naar pennenvriendin Lucette. Natuurlijk had ik ook met de auto kunnen gaan, maar ik had haar vorige zomer al beloofd langs te fietsen, dus vond ik dat het me maar moest lukken op twee wielen. Ook al houdt dat bepaalde risico’s in. Banden lopen ontzettend snel leeg door onverwachte dingen op de weg bijvoorbeeld. Of zadels zitten goed tot ze opeens na een aantal kilometers een marteltuig blijken. Allemaal al proefondervindelijk ervaren op zeer korte termijn.
Ja, het is misschien ongelooflijk maar ik fiets nog steeds
op een fiets die minstens 20 jaar oud is. Ik voel me stilaan een zeldzame
diersoort op de weg. Terwijl de meesten me elektrisch voorbijrijden, doe ik het
nog volledig op eigen kracht. Wellicht haal ik niet het tempo dat bij deze
tijden past. Ik fiets zowaar op mijn gemak.
Eenmaal bij Lucette haalde ze een champagnefles uit de
koelkast. Ze was dan ook heel erg blij me na meer dan een jaar schrijven voor
het eerst in haar tuin te zien zitten. Ik werd prinsheerlijk ontvangen en we
babbelden alsof we elkaar al veel meer gezien hadden. Ook al was dit slechts de
tweede maal.
Op de terugweg had ik bijna pech. Het koelde af en er
druppelden geregeld wat regenspetters op mijn lijf. Bovendien zat de wind dik
tegen. Gelukkig had ik alle kracht die ik nodig had opgedaan bij mijn bezoekje
aan Lucette. Opgeladen energie. Misschien een beetje door de champagne, maar zeker
door het feit van haar nog eens te hebben gezien en samen zo veel te hebben
gelachen.
Het blijft één van de mooiste dingen die ik uit de pandemie
zal blijven halen: brieven schrijven kan
het echt van virtuele vriendschap halen. Brieven schrijven wordt in het Engels
zo treffend ‘snailmail’ genoemd omdat die vorm van communicatie net iets trager
gaat. Net zoals ik fiets dus. Dat is oké. Dat mag.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 13/08/21)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten