Geachte
Dames en Meneren,
Vandaag
lees ik op algemeen verzoek een stukje voor uit mijn betoog ‘Vreemde vogels in
Menen’.
Als
amateurornitholoog kan ik me stilaan een specialist noemen in het bestuderen
van een vreemde vogel in mijn stad die Woordvogel heet.
De
Woordvogel of de VerboKwibustie is een vogel uit de familie van de
VerboKwieten. Hoewel er in het algemeen meer vrouwelijke varianten zijn, spreek
ik – uit vrouwelijk oogpunt – verder in deze tekst met 'hij'.
Er zijn
jonge vogels. Maar vooral veel volwassen vogels in deze familie. Volwassen
exemplaren zijn herkenbaar aan de scherpte van hun bek. Hoe ouder, hoe
scherper.
De
vogel is een vogel die zich om het uur naar een ander lokaal dient te
verplaatsen. Hij wordt gekenmerkt door heel wat praatjes. Eerst wat verlegen en onverstaanbaar. Maar
dat is maar schijn. Eens hij zich thuis voelt, is zijn woordenvloed niet meer
te stuiten. Hij is bestand tegen alle weersomstandigheden, is flexibel en past
zich makkelijk aan in nieuwe omgevingen. De Woordvogel tooit zich graag met
pluimen die niet de zijne zijn. Hij is een schitterende imitator. Een briljante
performer.
Hij is
in te huren voor bijzondere gelegenheden zoals het presenteren van academische
zittingen, het plechtig openen van gebouwen, voor het interviewen van lokale en minder lokale sterren. Maar
evengoed te huur voor het houden van uw spreekbeurt over pakweg ‘De
Stemmingswisselingen bij een Cavia’ of het opvoeren van een wagenspel in één of
andere theaterhappening.
Nu is
mij, als ornitholoog, al een tijdje opgevallen dat de Woordvogel in Menen zich
anders begon te gedragen. Hij begon minder luid te zingen. Hij liet zich minder
opmerken. Hij verloor pluimen. De glans verdween. En hij werd een beetje agressief.
Na heel wat grondig onderzoek heb ik de oorzaak van dit merkwaardig
verschijnsel gevonden: de
VerboKwisbustie voelt zich ontheemd. Ook flexibiliteit kent zijn grenzen. Hij
werd van het nestkastje naar de muur, van hot naar her geslingerd. Hij voelt zich
meer en meer uit deze stad verbannen.
Ik ben
het eens nauwkeurig nagegaan. De eerste keer dat ik met mijn verrekijker een
Woordvogel in Menen spotte, zat hij in een heel erg koud gebouw. De Woordvogel
zat met andere Woordvogels (Woordvogels troepen meestal samen) onder een dikke winterjas. Bibberend moest
hij improviseren met diepgevroren veren. Dat lukte hem wonderwel. Met veel
respect zag ik het aan. De temperaturen in dat gebouw lagen lager dan de
minimumtemperatuur van mijn kleinste tenen.
De Woordvogel
kreeg het daarna met de hulp van radiatoren warmer. Maar voelde zich toch nog
vaak onderkoeld, omdat het gebouw te weinig warm werd met al die
radiatoren. Bijna was hij tot een
stakingsactie overgegaan. Maar net op tijd kreeg hij een nieuwe stek.
Helaas:
de Woordvogeltroep werd uit elkaar gehaald. Een gedeelte kreeg tijdelijk
onderdak in de bibliotheek of het cultureel centrum. Een ander gedeelte kreeg
een tijdelijk lokaal in het stadhuis. Elke keer moest weer worden meegedeeld, waar
de verzamelplek nu weer was. Vervelend: het werd een ware chaos omdat
Woordvogels om het uur naar een andere verzamelplek moeten. Het is dus niet te
verwonderen dat de Woordvogel ook in deze situatie niet echt gelukkig was.
Toen
kreeg de Woordvogeltroep een thuis bij De Figuranten, een heel groot oud huis,
waar ze zich wel welkom voelden, maar toch nog bleven hunkeren naar een échte
thuis. Want hoe welkom ze daar ook waren: sommigen vogels waren bang in dat
huis. Bang om door de trap te zakken. Anderen voor het gas. Die ontevreden Woordvogels
verlieten de troep of lieten hun kop hangen.
Maar de
Woordvogel behoort tot een koppig en heel sterk ras. Dat is algemeen bekend. Ze
werden gelukkig niet uitgeroeid door ontmoediging. Ook al floten ze almaar
minder enthousiast. Ze betaalden immers genoeg voor een mooi en heerlijk nest.
Vandaag
worden deze lokalen hun nieuwe stek. Ze hebben het nestje al een paar weken
mogen uittesten en toen ik ze met mijn verrekijker bestudeerde: merkte ik elke
week een beetje meer glans op hun veren op. Hopelijk kunnen ze na hun
vakantievlucht naar andere steden en landen weer hier terecht, want dit is –
mijns inziens – een plek waar de troep weer aangesterkt zal worden. Waarna ze
als flinke, talentvolle Woordvogels hun vlerken over deze stad zullen uitslaan.
Let
daar maar eens op als u nog eens vogels spot!
Ik dank
u voor uw aandacht.
Hopelijk fluit U mij niet uit.
2 opmerkingen:
Heerlijk!
Tine, ge zijt ne verbokwibustie naar mijn hart :-)
Een reactie posten