donderdag 26 juni 2014

Betoog voor het Behoud van de Woordvogel: speech bij het openen van een gebouw

Geachte Dames en Meneren,

Vandaag lees ik op algemeen verzoek een stukje voor uit mijn betoog ‘Vreemde vogels in Menen’.

Als amateurornitholoog kan ik me stilaan een specialist noemen in het bestuderen van een vreemde vogel in mijn stad die Woordvogel heet.

De Woordvogel of de VerboKwibustie is een vogel uit de familie van de VerboKwieten. Hoewel er in het algemeen meer vrouwelijke varianten zijn, spreek ik – uit vrouwelijk oogpunt – verder in deze tekst met 'hij'.

Er zijn jonge vogels. Maar vooral veel volwassen vogels in deze familie. Volwassen exemplaren zijn herkenbaar aan de scherpte van hun bek. Hoe ouder, hoe scherper.

De vogel is een vogel die zich om het uur naar een ander lokaal dient te verplaatsen. Hij wordt gekenmerkt door heel wat praatjes.  Eerst wat verlegen en onverstaanbaar. Maar dat is maar schijn. Eens hij zich thuis voelt, is zijn woordenvloed niet meer te stuiten. Hij is bestand tegen alle weersomstandigheden, is flexibel en past zich makkelijk aan in nieuwe omgevingen. De Woordvogel tooit zich graag met pluimen die niet de zijne zijn. Hij is een schitterende imitator. Een briljante performer.

Hij is in te huren voor bijzondere gelegenheden zoals het presenteren van academische zittingen, het plechtig openen van gebouwen, voor het interviewen van lokale en minder lokale sterren. Maar evengoed te huur voor het houden van uw spreekbeurt over pakweg ‘De Stemmingswisselingen bij een Cavia’ of het opvoeren van een wagenspel in één of andere theaterhappening.

Nu is mij, als ornitholoog, al een tijdje opgevallen dat de Woordvogel in Menen zich anders begon te gedragen. Hij begon minder luid te zingen. Hij liet zich minder opmerken. Hij verloor pluimen. De glans verdween. En hij werd een beetje agressief. Na heel wat grondig onderzoek heb ik de oorzaak van dit merkwaardig verschijnsel gevonden: de VerboKwisbustie voelt zich ontheemd. Ook flexibiliteit kent zijn grenzen. Hij werd van het nestkastje naar de muur, van hot naar her geslingerd. Hij voelt zich meer en meer uit deze stad verbannen.

Ik ben het eens nauwkeurig nagegaan. De eerste keer dat ik met mijn verrekijker een Woordvogel in Menen spotte, zat hij in een heel erg koud gebouw. De Woordvogel zat met andere Woordvogels (Woordvogels troepen meestal samen)  onder een dikke winterjas. Bibberend moest hij improviseren met diepgevroren veren. Dat lukte hem wonderwel. Met veel respect zag ik het aan. De temperaturen in dat gebouw lagen lager dan de minimumtemperatuur van mijn kleinste tenen.

De Woordvogel kreeg het daarna met de hulp van radiatoren warmer. Maar voelde zich toch nog vaak onderkoeld, omdat het gebouw te weinig warm werd met al die radiatoren.  Bijna was hij tot een stakingsactie overgegaan. Maar net op tijd kreeg hij een nieuwe stek.

 Helaas: de Woordvogeltroep werd uit elkaar gehaald. Een gedeelte kreeg tijdelijk onderdak in de bibliotheek of het cultureel centrum. Een ander gedeelte kreeg een tijdelijk lokaal in het stadhuis. Elke keer moest weer worden meegedeeld, waar de verzamelplek nu weer was. Vervelend: het werd een ware chaos omdat Woordvogels om het uur naar een andere verzamelplek moeten. Het is dus niet te verwonderen dat de Woordvogel ook in deze situatie niet echt gelukkig was.

Toen kreeg de Woordvogeltroep een thuis bij De Figuranten, een heel groot oud huis, waar ze zich wel welkom voelden, maar toch nog bleven hunkeren naar een échte thuis. Want hoe welkom ze daar ook waren: sommigen vogels waren bang in dat huis. Bang om door de trap te zakken. Anderen voor het gas.  Die ontevreden Woordvogels verlieten de troep of lieten hun kop hangen.

Maar de Woordvogel behoort tot een koppig en heel sterk ras. Dat is algemeen bekend. Ze werden gelukkig niet uitgeroeid door ontmoediging. Ook al floten ze almaar minder enthousiast. Ze betaalden immers genoeg voor een mooi en heerlijk nest.

Vandaag worden deze lokalen hun nieuwe stek. Ze hebben het nestje al een paar weken mogen uittesten en toen ik ze met mijn verrekijker bestudeerde: merkte ik elke week een beetje meer glans op hun veren op. Hopelijk kunnen ze na hun vakantievlucht naar andere steden en landen weer hier terecht, want dit is – mijns inziens – een plek waar de troep weer aangesterkt zal worden. Waarna ze als flinke, talentvolle Woordvogels hun vlerken over deze stad zullen uitslaan.

Let daar maar eens op als u nog eens vogels spot!

Ik dank u voor uw aandacht.

Hopelijk fluit U mij niet uit.




2 opmerkingen:

Juf Ellen zei

Heerlijk!

Unknown zei

Tine, ge zijt ne verbokwibustie naar mijn hart :-)

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....