donderdag 24 september 2009

Woelrat

Het niet kunnen slapen en denken:
Wat is dat toch met mij? Ik ben toch
moe en kan toch slapen. Als een roos.
Al heb je nooit een roos zien slapen.
Maar je denkt het zo omdat het hoort.

Het draaien en keren.
Het geeuwen.
Het nét niet af- en oplopen van de trap.
Het kraken van het bed.
Het horen van vrachtwagens door je enkel glas.
Af en aan.
Je woont bij een startplaats.

Het denken aan warme melk.
Het denken aan schapen.
Het denken aan slapen.

Het vreemdste is: je vloekt niet. Je lacht.
Alsof het allemaal zo lang mag duren.

Deze keer.
Deze maal.
Deze nacht.

Maar 's morgens bedenkt je met spijt
dat wat je droomde
dat je dat dacht.
Dat dit zo blijft
als je minder krijgt dan verwacht.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...