vrijdag 17 juli 2009

L'oiseau imaginaire

Is het een vogel?

Dat is toch wat er tussen ogen pikt en broedt tussen de oren?
Haar in slaap beweegt. Haar wakker houdt.
Het fluit de mooiste deuntjes. Maar het snerpt ook oorverdovend luid.
Dat noemt men toch een vogel?

Ze weet wel dat ze er één wou. Dat ze er zelfs naar zocht.
Maar wat moet ze er toch mee? Hij kan vuur zijn. Dat bestaat. Maar het kan ook - zoals dat heet - imaginaire?

Daar vreest ze het meeste voor. Dat hij niet bestaat en dat iets anders gaatjes maakt. Dat ze leeg loopt op een dag zo zonder vleugels. Dat ze aan haar eigen hoofd ten onder gaat. Nee, dan liever vuur. Ook al schroeit ze dan wellicht haar handen.

Vandaag zet ze het deurtje open. Is hij niets, wil ze dat hij nu verdwijnt. Voorgoed.
Is hij vuur of slechts een mus, strooit ze straks een glimlach tussen kruim en korst.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...