De dag dat ze er niet was, zag ze een kapitein. Hij keek niet over water. Tuurde over groene bomenzee. Zij stond op en liep naar waterzee. De kapitein onder haar muts staarde met haar mee. Zag de golven. De maan.
Vloed kwam op, maar begoot haar voeten niet. "O Captain! My Captain! Als ik jou draag, bespaar mij dan niets."
En toen de zee niet kwam, stapte ze zelf naar water toe. De pet van de kapitein lichtte op in zwarte avondgloed.
Een schaduw op de dijk keek toe en zag: een inktzwarte vlek met rook spuwde vuur en spoelde zonder schoenen aan. De lucht werd boom. De bodem zonk. De wereld dreef. Gedaan.
maandag 9 februari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
TINE ZIET (420): Belofte
Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...
-
Omdat enkele vrienden met hun band NeXt op Ratrock optraden, besloot ik nog eens mijn bottines en netkousen uit de kast te halen en me naar ...
-
Toen ik twaalf jaar geleden naar deze stad verhuisde, verklaarden mijn familie en vrienden me gek. Ze dachten toen al dat ik naar de margin...
-
In mijn klassen heb ik een erg mondige leerling die er erg trots op is dat zijn vader in een ambachtelijke slagerij werkt. Elke les wordt we...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten