Mensen die menen mij te kennen door de activiteiten waar ik mee naar buiten treed, durven wel eens te denken dat ze me kennen. Natuurlijk zijn er heel wat zaken waar ik ondergronds mee zit. Feit is wel: er zijn meer dingen om niet over te schrijven dan wel. Wie mij echt kent, pelt me open.
Dit weekend zat
ik in Menen op restaurant met twee vrienden. De ene haalde een spellingsfout
uit de menukaart. Een fout waar ik al minstens dertig keer heb over gekeken.
‘Slibtongen’ moeten ‘sliptongen’ zijn. Hoe fout dat er ook uitziet. De tongen
slippen door het net. Ze slibben niet. Het kost mij een confituurtaartje. Want
dat is waar we om gewed hebben.
Het feit dat ik
die weddenschap verloor. Dat ik blijkbaar niet taalalmachtig ben. Daar had ik
over kunnen schrijven. Is dat boeiend? En is dat echt iets wat me bezig houdt?
Stiekem wel. Natuurlijk. Maar niemand heeft er boodschap aan. Behalve dan alle
horeca-uitbaters die nu ineens beseffen dat het al jaren verkeerd op de
menukaart gedrukt staat. Het is gewoon makkelijker om het over sliptongen te
hebben dan over echt grote gevoelens. Al is er misschien weinig verschil. Echte
gevoelens slippen soms ook overal door. Deze week was er echt waar veel te
veel. Ook al was alles goed.
Maar ik, Tine, ik huilde afgelopen week
minstens zeven keer. Ik heb zeker twee keer aan opgeven gedacht. Ik vervloekte
mezelf. Ik heb zeker wel drie mensen een liesbreuk gewenst. De sliptong blijft
hangen. En is misschien toch wel het mooist.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 13/11/25)
1 opmerking:
Beste vis ooit!!
Een reactie posten