Het is me na al die jaren toch nog eens gelukt om halsoverkop verliefd te worden. Dit zou wereldnieuws kunnen zijn, ware het niet dat de man op wie ik stapel ben, inmiddels al 76 jaar geleden overleden is. Het betreft de schilder James Ensor. Hoewel ik al heel wat van de man leerde, sloeg de vonk pas over in het Ensorhuis van Oostende. Meer bepaald het bezoek aan de winkel en zijn salon maakten grote indruk. Zoveel indruk dat ik de man als het ware zag zitten. Letterlijk en figuurlijk dus.
Als ik erover nadenk, is het me nog overkomen. Ik kan blijkbaar zo onder de indruk zijn van een interieur dat ik er automatisch verliefde gevoelens bij ga koesteren. Het omgekeerde kan trouwens ook: afknappen bij de aanblik van woonkamer bijvoorbeeld. En dan gaat het niet over kruimels op de tafel en een scheef schilderij aan de muur. Het gaat om kleine onopvallende details. Een sfeer. De geest die in de kamer hangt.
Meer en meer besluipt me het gevoel dat dit wat aan het verdwijnen is. Als ik foto’s van immosites bekijk, merk ik dat er in de loop van de jaren ondanks het grote aanbod aan meubilair en interieurspecialisten een soort uniformiteit is ontstaan in de manier van wonen. Of ligt dat aan de immosites zelf? Misschien moet alle persoonlijkheid net in die foto’s verdwijnen? Feit is wel dat zo’n woonkamer van Ensor meer indruk op mij maakt dan de gemiddelde moderne woonkamer. De tijd terugdraaien kan vooralsnog niet. Een oproep plaatsen kan wel: kunnen Ensors zich bij mij melden? Dank!
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 06/03/25)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten