donderdag 12 maart 2015

stelt paal en perk (25):

Vanochtend sprong ik vroeg op mijn spreekwoordelijke paard. In mijn verbeelding is dat paard eerder de ezel Rucio van Sancho Panza, want dat schrikt mij minder af dan een waarachtig paard.

Vanaf volgend jaar zou de bibliotheekplicht die van 1978 van kracht is, geschrapt worden want bibliotheken kosten geld. Elke gemeente zou zelf mogen kiezen of ze investeren in een de bib of in een zwembad. Of in een nieuw wegdek.  Ik weet niet of het zo'n vaart zal lopen dat bibliotheken een zwembad zullen worden en dat ruggen van boeken voortaan bereden zullen worden, maar ik wil toch even pleiten voor het behoud van de bib.

Elke gemeente die zijn inwoners lief heeft, zou zijn volk iets te lezen moeten aanbieden dat verder reikt dan de realiteit. Verdwalen in een sprookjesboek en het dan gewoon weer in de kast kunnen zetten, is een basisrecht. Beduimelde verkleurde pagina's doorsnuisteren ook.

Het is in een bibliotheek dat de liefde voor lezen ontkiemt.

Mijn eerste bibliotheek als beginnend lezer was bij mijn lagere school. Op zondag uitgebaat door twee nonnen die alles nog op oranje steekkaarten bijhielden. Heel secuur maar met bibberend handschrift en een vergrootglas noteerden ze de nummers van mijn boeken. Zuster Clémence en Zuster Judith, ze stopten mij 'Pietje Puk' toe en hij werd mijn eerste échte held. Kon ik maar Pietje zijn, bedacht ik als ik door het rek op zoektocht ging naar een nieuw avontuur. Ik las boeken in de bib zelf tijdens het zoeken door. Eenmaal thuis verslond ik er nog een paar. Ja, op zondagen was ik toen nog zoet.

Later moest ik naar de bibliotheek van Harelbeke. Er waren daar veel meer boeken. Verdwalen deed ik tussen al die ruggen. Wat heb ik daar veel  kaften afgeaaid.  In mijn puberteit haalde ik soms boeken uit de rekken die niet voor mij waren bestemd. Ik wist er altijd passages uit te vissen, die Zuster Clémence en Zuster Judith me beslist nooit hadden laten lezen. Wat ging er voor mij open! Te midden van al dat geschreven lekkers bloeide ik.

Daarna ging ik in Gent studeren. Ik ontdekte de bib aan het Zuid! Voor mij een waar paradijs! Ik mestte mijn verbeelding vet met grote helden, dichters, toneelauteurs,... Soms ging ik gewoon voor de geur van de boeken de lift omhoog.

In boeken van de bibliotheek ging ik op reis. Het waren mijn eerste vakantieadresjes.  Ik reed met die rode takelwagen. Ook ging ik  in spijkerbroek op kruistocht. Ik danste op een graf. Ik zat opeens in een hotel vast met een gekke schrijver.

Lezen is verpozen in de wereld van een ander hoofd. Je steekt ervan op. En dan bedoel ik niet alleen die taal die ons allen aanbelangt. Want het is niet voor niets dat doorwinterde lezers vaak een goeie pen krijgen. Je groeit ook  en leert dat er andere mensen dan jezelf zijn. Wat mooi is aan bibliotheken, is dat ze een zee vol verhalen zijn die iedereen kan betalen. Een boek strelen, zou nooit een luxe mogen zijn.

Daarom beloof ik, nu vandaag, dat als ooit mijn stad besluit om de boeken van de bib te sluiten, ik mijn boeken uit wil lenen aan iedereen die dat wil. Meer nog: als men gaat besparen op zoiets elementairs als verhalen, word ik een troubadour die  in woorden zwemt en op fantasiekasseien reist zittend op een ezel. Of wie weet, tegen dan, dan toch een paard, dat samen met mij tegen de windmolens van vergrijzing der gedachten zal vechten. Tot de dood.Want dat doen helden.




Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....