zondag 8 maart 2015

stelt paal en perk (24):

Eens was ik een feministe ook al was ik toen eigenlijk nog geen vrouw.

Zeventien was ik. Nog onbevlekt en met een dikke bril. Een Indiaanse pet achterwaarts op mijn hoofd. En ik besloot om mijn eindwerk geschiedenis te wijden aan emancipatie. Terwijl alle andere groepjes werkten aan een eindwerk over de val van de Berlijnse Muur of de Irakoorlog, verkondigde ik aan mijn groepje dat we zouden werken aan 'De positie van de vrouw na de tweede wereldoorlog'. Ze stemden nederig in. Zeer tegen het advies van onze toenmalige leraar in. 'Ik help jullie niet!' snoof hij terwijl hij de andere groepjes eindwerken van de jaren daarvoor doorschoof. De leraar, één van het seksistische soort , kreeg uiteindelijk een monsterlijk werk voorgeschoteld. Dat ruim de vijfentwintig bladzijden haalde. Ik geloof zelfs dat ik niet overdrijf als ik zeg dat er wel vier andere eindwerken inpasten. 'Wat verschrikkelijke gedateerd!' riep hij uit na het doorploeteren daarvan. 'Vrouwen zijn allang niet meer achteruitgestoken.' 'Toch wel, meneer!' haalde ik uit. Ik begon over voetbal. Dat er ook vrouwen op nationaal niveau voetballen maar dat niemand van ons ooit over hen had gehoord. Dat vond hij onzin. 'Heb jij vrouwen al eens zien voetballen? Ja? Dan begrijp je dat wel!' zei hij smalend. Even was ik verbluft maar daarna schoot ik uit. Genoeg, dacht ik. Ik begon over vrouwen in de kerk. Over vrouwen en hun loon. Over vrouwen in de politiek. Vrouwen van andere culturen. Hij staarde me aan en zei: 'Ja. Dààr heb je een punt.'

 En nog steeds heb ik dat punt. Maar eerlijk gezegd: ik maak me er minder druk om. Misschien komt dat omdat ik een vrouw geworden ben. Tot voor kort zag ik mij nog als een meisje dat geen vrouw zou worden. Onder geen beding. Verrassend genoeg is het toch zover: ik ben er één geworden. En wat voor één. Het zal wellicht niet toevallig zijn dat deze periode is ingegaan rond de tijd dat ik dagcrème ben gaan gebruiken en shapewear ben gaan kopen. Ik ben weliswaar een uitzonderlijke vrouw. Van alle vrouwenonderwerpen kan ik er maar over weinig meespreken. Ik heb geen man. Geen kinderen. Als het weer over diëten gaat, heb ik geen ambitie om me in een gesprek te mengen. Ook over mode kan ik weinig zinnigs kwijt. En een mannenlijf becommentariëren: het doet me eigenlijk heel weinig. Maar ik ben overduidelijk een vrouw. Daar valt niet aan te twijfelen.

 Ik twijfel ook niet aan de zin van het bestaan van een 'Vrouwendag'. Het is wel eens goed dat er wordt stil gestaan bij de ongelijkheid in de genderstrijd. Wat me opvalt dat rond deze periode weinig wordt geschreven over de aangehaalde punten die ik als zeventienjarige in het gezicht van mijn leraar spuugde. Men heeft het vooral over het feit dat een vrouw te vaak als lustobject wordt aanzien in deze maatschappij. Daar kan ik niet over meespreken. In dit leven ben ik bitter weinig nagefloten. Zelfs niet in een jurkje. Eerder stoot men elkaar grijnzend aan als ze me zien lopen. Sinds ik een stukje schreef over het ongemak van mijn borsten, wordt er wel meer ongegeneerd naar gestaard. Maar evengoed door vrouwen. Openlijk gekwijl? Ik ken het gewoonweg niet. Misschien moet ik er dan maar gewoon over zwijgen, zoals het heerschap Wittgenstein me toefluisterde in één of ander boek.

Wat in onze samenleving speelt, is dat uitzicht belangrijker wordt dan inzicht. Natuurlijk willen wij er mooi uitzien. Natuurlijk willen wij stralen. Natuurlijk willen wij niet onopvallend zijn. Dat willen mannen trouwens ook steeds meer en meer. Ervaring en goed kijken naar de dingen heeft me evenwel geleerd dat vrouwen hun lijf ook durven te gebruiken. Dat hoeven wij, dames, niet te ontkennen. Zo zette ik voor een bepalend examen een extra knoopje voor mijn leraar open. Daar zal ik niet de enige in zijn. Mannen gebruiken hun lijf ook door bijvoorbeeld opeens heel heldhaftig hout te hakken met ontbloot bovenlijf. En vrouwen, laat ons eerlijk zijn: de meest vrouwonvriendelijke commentaren komen uit onze mond als we samen zijn.

 Ach, nu ik vrouw ben, mis ik het meisje dat zo weinig wist.
Nu ik vrouw ben, is er zoveel inzicht dat ik mis.


Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....