donderdag 17 april 2014

stelt paal en perk (15):

Geachte,

Toen ik inmiddels meer dan twee jaar geleden in uw stad kwam wonen, had ik lak aan wat vrienden en familieleden van Menen dachten. Velen verklaarden me eerlijk gezegd gek. Maar aangezien ik in deze stad werk en omdat ik me hier eigenlijk goed voelde, leek het mij heerlijk om Menenaar te worden. Worden, ja, want als je meer dan dertig jaar in een ander dorp leefde, duurt het wel even voor het etiket 'Menenaar' op je voorhoofd kleeft.

Vooreerst is er natuurlijk het sappige dialect. Dat heb ik nog steeds niet echt onder de knie. 'Leer eens Menens!' grapt men soms. Daarnaast is het belangrijk om te integreren in een stad waar je woont. Dat je de mensen kent, de gebruiken, de tradities,...  Voor iemand die eigenlijk best verlegen is, is dat niet altijd makkelijk, maar ik geloof dat dat eigenlijk wel lukt. Steeds meer herken ik mensen in het straatbeeld en meer nog: zij herkennen ook mij. Ik daag regelmatig op bij culturele activiteiten: zo ben ik vaste bezoeker van uw cultureel centrum en van de bibliotheek. Ik laat mij zien of werk mee op festiviteiten. Mijn boodschappen doe ik meestal lokaal en in de plaatselijke horeca durf ik me ook meer en meer te laten zien. Via mijn werk en interesses leer ik steeds meer Menenaars kennen. Ik smeed hier vriendschapsbanden voor het leven met mensen die het me niet kwalijk nemen dat ik hier ben komen wonen. Kortom: ik denk wel dat ik op goede weg ben, een rasechte Menenaar te worden. Eenmaal ik die titel verworven heb, zal ik hem met trots dragen.

Groot was mijn verbazing om begin deze week een briefje van de Gemeenschapswacht in mijn brievenbus te vinden. Daarin werd ik op de vingers getikt omdat mijn 'terrein-woning-gebouw-gevel-voetpad sterk begroeid is met onkruid'. Nu, ik ben geen grootgrondbezitter: ik bewoon een klein rijhuisje in de Koningstraat. Het kon dus alleen maar over mijn stoepje gaan, want de grijze gevel vertoonde geen tikje groen. Maar waar ik me eigenlijk nog meer zorgen over maakte was de volgende zin: 'Je hebt er alle belang bij om dit in orde te brengen, want bij aanhoudende verwaarlozing kan een GAS-boete opgemaakt worden.'  Dat is toch even schrikken, want hoe je het ook leest, dit leest als een bedreiging, maar ook als een belediging. Het simpel briefje wijst me met de vinger en zegt dat ik verwaarloos. Niemand wil boetes betalen, maar niemand wil ook het etiket 'verwaarlozer' op zijn voorgevel geplakt krijgen. Ik repte me naar buiten en inspecteerde mijn stoep: er stonden wat zielige plukjes mos. Meer niet.

Ik begreep het eerlijk gezegd niet. Dus ik liet bovenstaande foto en het briefje van de Gemeenschapswacht aan enkele vrienden zien.  Eén enkeling vond het maar normaal. Sommigen vonden het schandalig en zaten onmiddellijk weer op het paard: 'Dat komt ervan als je in Menen gaat wonen!' Anderen vonden het hilarisch en waarschuwden mij dat ik, lichtgelovige, me weer had laten beetnemen. Dus ik twijfelde even. Aarzelend mailde ik de Preventiedienst. Al heel snel kreeg ik een vriendelijk antwoord dat het wel degelijk om een serieuze aangelegenheid ging. Dat men mij, in het vooruitzicht van de zomermaanden gewoon had willen informeren over onkruid aan mijn voorgevel. Maar de woorden 'Je hebt er alle belang bij om dit in orde te brengen, want bij aanhoudende verwaarlozing kan een GAS-boete opgemaakt worden.' lieten me niet los.

Die nacht droomde ik dat ik Menen uitgezet werd om wat onkruid op mijn stoep. Badend in het zweet, besloot ik die ochtend om wat aan dat zwaard van Damocles te doen. Om paal en perk te stellen aan de 'verwaarlozer' die ik was. Ik maakte mijn scherpe schilmesje bot, haalde bleekwater, azijn én schuurborstel. Ik nodigde zelfs vrienden uit voor de 'ontgroening van mijn stoep', maar helaas kwam niemand opdagen. Uiteindelijk was het eindresultaat: een klein hoopje groen in een potje maar vooral een schone stoep.





Het gemis aan die sprietjes, maakte ik goed door even naar de plaatselijke bloemist te rijden en een grote bak viooltjes te kopen. Enfin: als u voorbijkomt, mijn voorgevel vertoont nu echt wat groen. Ik hoop dat U dan trots denkt: 'Hier woont een Menenaar die meewerkt aan een schone en aangename stad!'  Want natuurlijk: onkruid hoort naast hondenpoep en zwerfvuil niet in het straatbeeld thuis. De briefjes van de Gemeenschapswacht waren niet zonder succes: de Koningstraat werd afgelopen dagen toch een beetje Schrapersstraat. 

Bij deze beloof ik plechtig om in de toekomst zo weinig mogelijk groen uit mijn stoeptegels te laten piepen. Maar verlos me van die nachtmerries en dat zwaard: mag ik nu in Menen blijven? Mag ik nog Menenaar worden?

Hartelijk,
Tine 

PS: Voordat ik met het botte schilmesje aan de slag ging, wou ik wel leren hoe te ontgroenen. Daarom wandelde ik even naar het postadres van de Preventiedienst en daarna ook nog even naar het Stadhuis. Die voorstudie bleek uiterst nuttig.




7 opmerkingen:

Sylvie Marie zei

Mooi tine!

Unknown zei

Raak! Prachtig geschreven boodschap Tine.
P.S. 'Het enige verschil tussen een bloem en onkruid is een oordeel.'
– Wayne Dyer

An Verstraete zei

schitterend!

nico cojo zei

Leve de normale enkelingen :(

Agnes Bruneel zei

stond je brief/artikel/column echt in de krant? Misschien nodigen ze je uit om meer van dat fraais te schrijven over Menen in de toekomst, want daar heeft een lezer bijzonder veel aan, hij leert mee nadenken over hoe om te gaan met grote en kleine ergernissen, ongerustheden, grote en kleine zwaarden van Damocles... Prachtig gedaan Tine! Menen heeft jou, je woorden én daden nodig!

Tine Moniek zei

Dank je wel voor de reacties.

Agnes: mijn brief stond niet in de krant, maar werd wel vermeld in De Weekbode. Het leverde me toch al enkele mailtjes en reacties op.

Anoniem zei

Dag Tine,
die kruidjes, die zich vanzelf zijn komen nestelen tussen je tegels, waren gunstig tegen de opwarming van het klimaat (planten nemen CO2 op). Het bleekwater (Natriumhypochloriet) was eerder een bijdrage tot de verdere vernietiging van ons milieu. Onze plaatselijke overheden snappen daar blijkbaar niets van. Het mensDOM vernielt zijn eigen nest.
Leo

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....