maandag 30 december 2024

TINE ZIET (453): Eenzaam

Het woord ‘eenzaamheid’ is afgelopen dagen nog nooit zoveel uitgesproken. Blijkbaar voelt de helft van de Vlamingen zich soms eenzaam. De ‘soms’ is een mooie nuance. Over het percentage dat zich ‘meestal’ eenzaam voelt, is er wellicht nog geen studie gemaakt.

Fijn is dat het bespreekbaar wordt. Zo vroeg een leerling aan mij of ik me niet erg eenzaam voelde zonder gezin. Ik antwoordde dat ik me vaak eenzamer voel in een groep mensen dan alleen in mijn huis. Dat werd niet zo goed begrepen. Ik vertelde dat hoe ouder ik word, hoe meer ik op mezelf ben aangewezen en hoe meer ik me settel in wat er is. Ik neem daar vrede mee en ben voluit mezelf. Als ik dan ineens in een groep ben, kan ik soms dichtklappen en voel ik mij een schim van mezelf worden en dan verlang ik dus naar datgene wat ik mis. Dat maakte de dingen wat duidelijker. “Een beetje zoals ik me in mijn school voel,” zei hij. “Alleen op mijn kamer en hier in deze lessen kan ik zijn wie ik ben, maar verder voel ik me eigenlijk erg alleen.” Het kwam aan. Daar kan geen actie wat aan doen, bedacht ik.

 Maar toen ik erover nadacht, kwam ik tot de constatatie dat dat van alle tijden is. Ook in mijn puberteit voelde ik me meestal heel alleen. Misschien is het nét dat punt waarop je je voor het eerst ook solitair voelt. Die verschrikkelijke pukkels en zweetgeur zorgden ervoor dat de eerste echte eenzaamheid verscheen. Het is net door die prille ontluikende schaamte, dat we ooit in onszelf zijn gekeerd. Wat men er ook van zegt: eenzaamheid kregen wij door onze eigen natuurlijke evolutie aangesmeerd.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  27/12/24)

maandag 23 december 2024

TINE ZIET (452): Lachen

 

Vorige week op onze jaarlijkse pedagogische studiedag kregen wij een lachdegustatie cadeau. Na een voormiddag specifiek op vorming gewerkt te hebben en een lekkere broodjesmaaltijd, kwam een vrouw ons dus vertellen dat volwassen mensen veel te weinig lachen. Ik vond het schokkend dat een gemiddelde volwassene blijkbaar maar tien maal per dag lacht. Zelf voel ik me op dat vlak toch bovengemiddeld. Ik durf nogal wat af te lachen op een dag. Doel van haar sessie was dus om samen te lachen op een natuurlijke wijze door het spel toe te laten. In mijn vakgebied is dat behoorlijk normaal. In een woordles wordt nogal wat afgespeeld. Het duurde niet lang of ik zag bij iedereen wel een spontane glimlach verschijnen. Bij sommigen rolden de tranen zelfs over de wangen. Andere bleven wat kritisch en lachten dan weer groen. Wat natuurlijk ook een vorm van lachen is.

 De lachcoach verklapte ons dat het lachen ons is vergaan sinds we als kind iets in een bepaalde tijd moesten afwerken. Dat dankzij de chronometer een constante stress ons verhindert te lachen. De timer als dader van zoveel verzuring. Misschien is het daarom dat ik zo graag met deadlines flirt. Het is gebleken dat dit niet altijd de leukste eigenschap is. Zo heb ik tegen eind januari weer evaluatiefiches in te vullen. Ook al maak ik steeds het voornemen om er vroeg genoeg aan te beginnen, ik leer het nooit. De volgende keer dat ik hierover wordt aangesproken zal ik zeggen dat ik lachen verkies boven nukkigheid. Liever een zo kort mogelijke periode overspannen ongelukkig.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  19/12/24)

maandag 16 december 2024

TINE ZIET (451): Druk

Wie me deze dagen tegenkomt, zal ongetwijfeld merken dat ik wat minder huppel. Die laatste weken van het jaar voelen altijd als wat ballast.

Zo is de laatste maand van het jaar traditioneel lijstjesmaand. Mensen posten gretig hun lijstjes van beste muziek, hoogtepunten,… Als men op 1 december al lijstjes maakt van hoe het afgelopen jaar was, hoe kan men dan nog onbevangen bewonderen in december? Zo was ik zondag nog bij Wijndomein Ravenstein om er te gaan luisteren naar Goes en Goes en vandaag ontdekte ik een ontzettend mooi muzikaal nummer dat ik al de hele dag op repeat heb staan. Soit, mijn lijstjes zijn nog niet bepaald. Een jaar duurt toch twaalf maanden?

Daarnaast voel ik de druk om te moeten feesten. Om te moeten kopen. Om copieus te eten. Wie me kent, weet dat ik heel jaar lang mijn best doe hiervoor. Dat het nu opeens als obligaat voelt, maakt het veel onprettiger. En dan ook nog eens al die cadeaus! Volgens de advertenties die ik krijg, verdient iedereen die ik graag zie een cadeau uit mijn hart en dat klopt, maar feit is wel dat ze allemaal uit dezelfde portemonnee moeten komen.

Of dat nog allemaal nog niet goed genoeg is, klopt men nu ook nog massaal op de deur voor goede doelen. Natuurlijk wil ik solidair zijn. Vanzelfsprekend vind ik zoveel onrecht schrijnend.

Alles bij elkaar is het gewoon teveel. Want naast al dit alles is er nog gewoon een leven. Mensen zeggen me soms: “Het ligt aan jou. Je hoeft die druk toch niet te voelen.” En dat klopt. Maar ik breek graag een lans voor wie hetzelfde voelt. Samen tilt het minder zwaar dan heel alleen.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  12/12/24)

 

 

maandag 9 december 2024

TINE ZIET (450): Studeren

In de klassen is de examenspanning al te snijden. Eén van de vele voordelen van mijn werk is dat naar een academieles komen, vaak een welgekomen ontspanning is tussen dat studeren door. De ware diehards blijven komen en vinden het opeens niet zo onprettig om alleen met je in de klas te zitten, al voelt dat vooral bij pubers in het begin een beetje onwennig. Gelukkig weet ik dat ongemak vaak om te buigen. Zo bevond ik me vorige week woensdag alleen in de klas met een veertienjarige jongen. We experimenteerden met een tekst door die op allerlei soorten klanktapijtjes neer te leggen. In praktijk kwam het erop neer dat we rapten en bijvoorbeeld opera zongen. Ik leerde hem de blues kennen en kon ervaren dat hij talent heeft. Hij vond het leuk dat ik ook maar wat probeerde af en toe. Zo ontdekten we beiden dat een tekst zingen op metalmuziek geen sinecure is. Het zijn leuke momenten die je met je leerlingen deelt. Je ziet ze als het ware opbloeien. Anderen vinden het fijn dat ze die lessen wat extra aandacht krijgen. Zo is het me al een paar overkomen dat een leerling die opeens alleen in de klas zit, iets begint te vertellen wat hij of zij anders niet durft.

Ik merk dat die spanning steeds eerder begint. Vroeger was dat alleen maar in de middelbare school, maar nu blijven leerlingen ook al thuis om te studeren in de lagere school. Ik vind het een beetje zorgwekkend. Het zijn niet echt mijn zaken, maar kinderen zijn toch kinderen. We willen dat ze spelen. Soms willen we ze ook erg snel groot maken.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  06/12/24)

dinsdag 3 december 2024

TINE ZIET (449): Afkomst

Zaterdag had ik afgesproken met een vriendin om wat te drinken tussen enkele zware dagen door. Toen ik in het café gearriveerd was, zag ik opeens enkele bekende gezichten aan haar tafeltje zitten. Onverwachte gezichten uit het dorp van afkomst. Zij waren naar de expositie van Edgard Antoin gekomen en waren nog wat blijven plakken in Menen. Ze waren door mijn vriendin op mijn komst voorbereid, want zij wisten bij mijn aankomst de naam van mijn grootvader te scanderen. Althans zijn lapnaam. Want ik was toch de jongste dochter van de zoon van Remi Festi? Dat was ik. Ze wisten ook perfect mijn ouderlijke woning staan. Natuurlijk waren ze nieuwsgiering naar de feiten die ze niet meer wisten. Waar woonde mijn moeder nu eigenlijk? En wat was er bijvoorbeeld van mijn broer geworden? Ik herinnerde me opeens ook hun gezichten van zoveel jaar geleden. Hun kinderen, jonger dan ik, die nu inmiddels ook al kinderen hebben. Heel even woonde ik weer in dat huis bij de bambi’s en de lama’s. Het laatste huis aan die gevaarlijke bocht waar zoveel automobilisten zich lieten verrassen en dat nu al enkele jaren met uiterst veel zorg wordt gerenoveerd door iemand die er altijd met veel bewondering heeft voorbij gefietst.

 Soms is er weinig nodig voor een spontane verjongingskuur. Al duurt die nooit erg lang. Even terug een kleindochter zijn en bij pepe op schoot. Dan terug met beide voeten de werkelijkheid in: realiteit maakt heel snel groot.


(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  28/11/24)

maandag 25 november 2024

TINE ZIET (448): Laagjes

Donderdag bevond ik me met veel anderen in De Kapucinne voor een zeer intiem concert van CHVE met support van Innerwoud. Wat beide muzikanten typeerden was dat de muziek laag per laag gelegd werd en dat de onderste lagen dus best repetitief waren. Terwijl Innerwoud enkel de contrabas gebruikte, nam CHVE opvallend minder traditionele muziekinstrumenten ter hand.  Een van de opvallendste instrumenten was ongetwijfeld een stapel stenen. Daarnaast bespeelde hij bijvoorbeeld ook de draailier.

In het decor van De Kapucinne, geflankeerd door enkele kaarsen en een grotere vlam voor hem uit leek het alsof hij ons terugbracht naar een tijd uit een ver verleden. Dat deed mij alvast goed. Niet dat ik mezelf meteen terug zou flitsen naar bijvoorbeeld de Middeleeuwen. Ook al ben ik erg nostalgisch van aard en heb vaak kritiek op de hedendaagse tijd, ik ben al bij al best tevreden van de tijd waarin wij nu leven. Dat is het mooie van kunst : muziek, een schilderij, een boek…het brengt je ergens heen als je erin kruipt: maar eenmaal je weer geland bent, ben je weer op je vertrouwde plek. Het is reizen zonder jezelf echt te verplaatsen.

 Momenten waarin we als het ware opstijgen naar andere tijden moeten we koesteren. Niet alleen kan je dan even veilig schuilen. Ook doet het beseffen hoe rijk we zijn. Laagje per laagje zijn wij gevuld met wat ons raakt. Wie  zich regelmatig aan kunst laaft, is als een geweldige lekkere lasagne tot mens gemaakt. Zoveel om even in te verdwijnen. Ik laat het me alvast smaken.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  21/11/24)

maandag 18 november 2024

TINE ZIET (447): Euforie

Er zijn weinig dingen die zo kunnen opladen als een wandeling. Zeven jaar geleden had ik dit nog een uitspraak gevonden die bij de dagtrippers van het TV-programma ‘In de Gloria’ paste. Dankzij de pandemie heeft mijn kleerkast zowaar een ‘wandel-compartiment’ dat stilaan uit z’n voegen barst. Zondag was ik een van de vele mensen die met wandelschoenen in de koffer naar De Kleiputten trok. Het terrein is zo uitgestrekt dat ik dikwijls het gevoel had toch in mijn eentje te zijn. Wellicht vinden veel mensen dit een angstvallig idee, want van alle mensen die ik tegenkwam, was ik een van de weinigen die alleen was. Het enige moment dat in zo’n solo-wandeling altijd wat beangstigend (als mens zonder oriëntatiegevoel) is het besef dat je moet zorgen dat je voor het donker wordt terug moet zijn. Vooral als je dat alles zonder bewegwijzering doet.

Het leuke aan wandelen in de Kleiputten is dat er een duidelijk en veilig pad is, maar dat er ook een mogelijkheid is om meer het bos in te gaan en dus het parcours wat spannender te maken. Dat is natuurlijk geen safari maar door de bochten en de afleiding van echt in de natuur te zitten, verlies ik dan toch alle richtingsgevoel. Dat ik daar toch voor koos en het almaar donkerder werd, is natuurlijk geen verrassing in dit verhaal. Dat alle bomen op elkaar lijken is een feit. Heel even was er dus de befaamde paniek.

 De auto terugvinden net voor de avond valt, voelt alsof ik na een zware klim de top van een berg heb bereikt. Hoe tuttig dit ook klinkt: als niet-avonturier heb je weinig nodig voor euforie!

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  14/11/24)

maandag 11 november 2024

TINE ZIET (446): Tandarts

Het hoogtepunt in mijn herfstvakantie was ongetwijfeld het bericht dat ik er eindelijk in geslaagd ben een afspraak te maken met een tandarts. Het moge duidelijk zijn: het betreft geen romantische afspraak.  Ik hou niet van tandartsen. Mijn mond voor hen openen, is alsof ik mijn hele zijn aan hen openbaar. Daarenboven ben ik niet trots op mijn gebit.

Maar al enkele maanden voel ik een gaatje in mijn tand. Omdat mijn tandarts met pensioen is en er overal een patiëntenstop blijkt te zijn, werd dat gaatje groter en groter. Ik vond dat een verschrikkelijk besef. Je weet dat er iets dringend moet behandeld worden, maar er waren gewoon geen gaatjes in de afsprakenagenda van de tandartsen in de buurt. Ik voelde me aan mijn lot over gelaten. Je betaalt trouw de mutualiteit, je houdt je aan jaarlijkse afspraken maar een simpel gaatje laten opvullen is opeens onmogelijk.

Het is als autorijden met een lekkende motor. Of een lek in het dak. Elke dag loop je meer gevaar. Ook het ongemak wordt elke dag groter. Een kleinigheid wordt al snel een krater in gedachten. Om van de kiespijn nog te zwijgen.

Ik kan me goed voorstellen dat ik niet de enige ben die het lastig heeft met de gevolgen van het tandartsentekort. Volgens mij worden tandartsen krampachtig aangeklampt in hun praktijk maar nog meer op feestjes of op straat. “Help ons! We zijn wanhopig! Steek er eens een tandje bij!” Als een boer die lacht met kiespijn, bijten we al onze tanden stuk. Nog enkele weken geduld en dan is mijn mond hopelijk weer gevuld.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  07/11/24)

maandag 4 november 2024

TINE ZIET (445): Dromer

 

Zondag stapte ik mee met een wandeling die door Stad Menen werd georganiseerd. We waren met velen. We wandelden in Halluin en mochten daar een exclusief bezoekje brengen aan een gedeelte van de leegstaande fabriek Gratry. De eigenaar van dat deel, vertelde enthousiast over zijn plannen om er voor kinderen met een beperking een thuis te maken. Hij vertelde over het vele werk. 

Ik was samen met de andere bezoekers nieuwsgierig naar de resultaten, maar om eerlijk te zijn was er nog niet zoveel van zijn werk te zien. Hij stoot blijkbaar op allerlei moeilijkheden met vergunningen. We beseften ineens dat hij ons eerder zijn droomscenario had verklapt en dat hij wellicht nooit zelf dat eindresultaat zal zien. Zo was een van zijn ideetjes om in de schouw een ladder te maken die bezoekers dan na een stevige klim een mooi uitkijkmoment zou kunnen schenken. 

Achteraf bedacht ik toch dat het prachtig is. Dat een man zoveel enthousiasme, geld en werk kan steken in het verwezenlijken van een voor ons onrealiseerbare droom. Er moeten dergelijke figuren bestaan. Anders is het leven toch maar saai.

 

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  31/10/24)

maandag 28 oktober 2024

TINE ZIET (444): Wakker

Wat was dat bijzonder om op donderdagavond naar ‘De Wakkeren’ te gaan kijken om 23u30 in de stationsloods! Niet alleen het tijdstip en de locatie waren speciaal. Ook de voorstelling zelf verdient toch enige lof! Na een repetitieproces van enkele weken, waren de acteurs er klaar voor om het beste van zichzelf te geven! Het theaterstuk is het resultaat van een project dat Mona Thijs voor Menen uitwerkte rond de Werelddag van het Verzet tegen Extreme Armoede want nog te veel mensen in onze stad leven in een donkere schaduw. Ook in andere steden is armoede een vast gegeven. Twee dagen later bijvoorbeeld liep ik samen met een vriendin in Gent en werden we aangesproken door een man die zei dat hij wat klein geld nodig had om bij Poverello te gaan eten en slapen.

Op internet zie ik vaak filmpjes passeren van mensen met geld die een maaltijd aanbieden aan een bedelaar. Kleren zelfs. Allemaal erg nobel, maar waarom moet je dergelijke goede daden filmen en online delen? Zou het inspirerend werken en andere mensen ook aanzetten om met geldbriefjes te wapperen? Net toevallig hoorde ik op de radio dat ze in een voedselbank in ons land voor het eerst mensen moeten weigeren omdat er te weinig verse producten binnenkomen. Het zijn schrijnende feiten waarbij mijn hart een steek voelt. Overleven zonder vers eten zou geen kunst mogen zijn. Bedelen voor een euro geen dagelijks ritueel. Zoveel kookprogramma’s en maaltijdboxen in onze welvaartstaat . Maar wat met honger die als uitzichtloosheid smaakt?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  24/10/24)

maandag 21 oktober 2024

TINE ZIET (443): 44%

Waar waren jullie? Lagen jullie in bed? Zaten jullie ergens vrolijk te ontbijten? Ruimden jullie de sporen op van een of ander nijdig feestje? Of probeerden jullie iets op te vissen uit de rivier die ooit blonk maar de hele afgelopen zomer stonk? Vreemd te beseffen dat als iets niet meer moet, dat het dan ook veel minder hoeft.

We zouden wel kunnen stellen dat een stem er misschien niet meteen toe doet. Dat we moe zijn van affiches en slappe handjes. Dat politiek een pot nat is. Dat er teveel tussen pot en pint wordt bedisseld. Teveel valse beloftes… Dat onze stem toch nooit is vertegenwoordigd. Heeft het allemaal wel zin?

Maar we worden toch allemaal wakker in dezelfde stad waarin door een stadsbestuur wordt bepaald hoe snel er wordt gereden in een straat? We feesten allemaal graag, maar beseffen soms te weinig dat een stadsbestuur over bijvoorbeeld sluitingsuren waakt. Over fietspaden. Over budgetten. Over vergunningen. Gemeentepolitiek kan misschien niet de wereld redden, maar vraagt zoveel meer dan het dragen van dat lint.

Wie werd verkozen moet het nu maar doen: het gezicht worden van een stad waarvan bijna de helft van de bevolking het niet eens de moeite vond om voor een stadsbestuur te kiezen. Je nek uitsteken voor wie de kop liever in het zand steekt, hoe dapper moet je daar dan niet voor zijn? Ik wens hen allen goeie moed.

Eén keer per zes jaar kan een stem wel degelijk een verschil maken. We zijn blijkbaar schaamteloos de baas van eigen navel geworden en verloren daarbij onze burgerzin.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  17/10/24)

 

maandag 14 oktober 2024

TINE ZIET (442): Van deur tot deur

Het voordeel van een elektrische deurbel is dat je die makkelijk uit kan pluggen, zodat je even ongestoord belloos kan zijn. Handig deze periode. Hoewel ik geen pakjes bestelde, is er de laatste tijd kwistig op het knopje gedrukt. Vooral politiekers die zich komen voorstellen. Natuurlijk begrijp ik dat dat wellicht noodzakelijk is. Het doet me in elk geval terugdenken aan die ‘heugelijke’ tijd waarin ik lotjes moest gaan verkopen. Vroeger zag je dat vaak. Ik vond dat eerlijk gezegd niet zo leuk. Dan moesten wij voor onze ouders of voor school van deur tot deur gaan in onze buurt om met lotjes te leuren. Wie het meest kon ophalen, werd beloond met een strip of chocoladerepen. We verkochten amper en in zeldzame gevallen kreeg je minstens toch een spekke. Leuker was het ritueel om langs te gaan in je communiekleren om je te tonen. Al had dat meer te maken met het feit dat je dan met meer centen naar huis ging. Ik vraag me af of dat nog wordt gedaan.

Een vriendin vertrouwde me toe dat ze een andere oplossing heeft in deze tijd. Ze roept er steevast haar partner bij die dan in discussie gaat met de politieker die dan voor de deur staat ongeacht de partij die hij of zij vertegenwoordigt. Ze gaat dan zelf weer grinnikend naar binnen. Aangezien ik hier alleen woon, heb ik die optie niet. Ook een waakhond helpt heel goed hierbij. Zou ik iemand hiervoor kunnen inhuren? Wie stelt zich  kandidaat? Let wel (omdat de bel wellicht niet werkt): wil je hiervoor solliciteren? Klop dan maar op mijn raam!

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  10/10/24)

maandag 7 oktober 2024

TINE ZIET (441): Stip it!

Het inzetten van de herfst gaat altijd gepaard met stippen. Elk jaar is dat een terugkomend ritueel. Op de handen van mijn jongste leerlingen groeien opeens vier stippen. Bij dat verschijnsel hoort een lied. Maar vooral de boodschap die die stippen uitdragen, blijft hangen: ‘Pesten mag niet!’ Het zou utopisch zijn te stellen dat zo’n actie het pesten definitief uit de wereld doet  verdwijnen. Dat het onderwerp ervoor zorgt dat men naar buiten durft komen met een pestverhaal, bewijst dat er nood aan is.

Lang leefde ik in de naïeve veronderstelling dat pesten alleen iets voor kinderen en jongeren was. Dat is natuurlijk niet juist. Het is helaas van alle leeftijden. Zo passeerde ik vandaag toevallig aan een park waarin een fiets over de omheining bungelde. Mocht ik groot genoeg geweest zijn, zette ik dat vehikel eigenhandig op de grond, want ik kan me maar al te goed de machteloosheid voorstellen van de eigenaar die er niet bij kan.

Mijn broers hebben me ooit hetzelfde gelapt. Toen ik op sluitertjesdag voor de meisjes mijn gele kinderfietsje zocht, vond ik dat in de struik van de beek. Ik weet dat ik toen huilend naar mijn moeder liep en riep dat ze mij weer hadden gepest. Achteraf bleek dat toen plagen te zijn geweest maar de onmacht die ik toen ervoer, zag op dat moment geen humor in het grote ongemak. Mijn broers natuurlijk wel. Gniffelend sloegen ze me gade: ze wisten dat hun kleinste zus gegarandeerd zou huilen. Hun plagerijen zorgden bij hen ongetwijfeld voor gehoorschade.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  03/10/24)

maandag 30 september 2024

TINE ZIET (440): Eeuwig Vergund

Er zal nog duchtig  geschreven worden over de parkbegraafplaats. Let op mijn woorden! Zaterdag werd die plechtig geopend. Naast het feit dat het er allemaal wat anders uit ziet, is er nu ook een kunstwerk in één van de kapelletjes.

Zelf ben ik wel fan van het resultaat. Ik hou sowieso van oude kerkhoven. Van verweerde foto’s die je uit lang vervlogen tijden aankijken. Van zerken die beklommen worden door wilde klimop. Van de taal van veel van de opschriften. Van de rust die er hangt. Maar ik heb natuurlijk geen band met de overledenen die er begraven werden. Ik kan me voorstellen dat het niet fijn is dat een graf van een familielid er niet meer is. ‘Eeuwig Vergund’ is sommigen wel en anderen niet gegund. Zo lijkt het wel.

Ik hoorde de bevlogen erfgoedexpert van onze stad vertellen over het tot stand komen van dit project. Hoe hij alles met zorg boekstaafde. Dat hij afgelopen tijd praktisch logeerde op het kerkhof. En hoe nu allemaal verder zal evolueren. Want het project is nog helegaar niet af. Er komen nog actieve QR-codes op de zerken. Er komt nog een lijst. Een herinneringsbank. Er rest hem nog werk voor jaren. Aan iedereen die denkt dat er respectloos met de overledenen en het verleden werd omgesprongen bij het tot stand komen van dit project, raadt ik ten stelligste aan om eens met die man te gaan praten! Al krijgt hij het er dan nog drukker mee.

Het kerkhof kreeg als kunstwerk een huis. Maar wat er niet meer is, vond ergens in het hoofd en op de harde schijf van deze man een thuis.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  26/09/24)

 

 

maandag 23 september 2024

TINE ZIET (439): Luxe

Toen ik samen met een vriendin de trein naar Wervik nam, schrok ik me een hoedje. Met weekendtarief kostte een ticket ons elk €5. Wat op zich een groot bedrag is voor één luttele halte, vind ik. Je kiest voor gemak en veiligheid en betaalt daar vanzelfsprekend voor maar zouden niet meer mensen de trein nemen als die toch een tikkeltje goedkoper is? Ik begrijp dat alles duurder wordt in dit leven. Ik heb ook opvallend minder moeite om meer te betalen voor producten die het leven wat luxueuzer maken. Maar het openbaar vervoer zou toch geen luxe mogen zijn?

Eerder die dag had ik artisanale zoetigheid gekocht om cadeau te doen. Daarvoor had ik mijn portefeuille niet horen tegensputteren. Die geldbeugel van me meet duidelijk met meerdere maten en gewichten. Een beetje later die avond konden we gratis en voor niks binnen op Ratrock in Harelbeke want hé! gratis muziekfestivals, ze bestaan nog! We zagen daar onder andere Wolfgang Flür van Kraftwerk aan de draaitafel staan. Dat we daarna met een peperdure taxi naar huis moesten, was dan maar zo. Treinen reden er sowieso niet meer. En onder de sterrenhemel slapen, zagen we toch niet zitten.

Het feit dat we voor sommige dingen soms graag betalen en voor andere zaken dan weer niet dat is pas luxe bedenk ik nu. Zolang mijn portefeuille niet altijd zeurt, leef ik met een keuze. Steeds meer mensen hebben die niet. Voor hen is de schrik voor het einde van de maand iets wat je in de ogen en in de winkelwagen ziet.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  19/09/24)

maandag 16 september 2024

TINE ZIET (438): Buurman Rudy

Eén van de redenen waarom ik er tegenop zag om buiten te komen tijdens de Wieltjesfeesten was ongetwijfeld het idee dat ik overal kandidaten van komende verkiezingen zou aantreffen. Het is voor het eerst dat ik zoveel bekende namen op de verschillende lijsten zie staan en dit bij verschillende partijen. Natuurlijk krijgen ze allemaal mijn steun voor het feit dat ze hun nek nog willen uitsteken en aan een stand op de braderie willen staan om passanten te woord te staan, maar slechts kandidaten van één partij kunnen effectief mijn stem krijgen. Zo werkt het systeem.

Bij gemeenteraadsverkiezingen wordt opvallend op personen gestemd en minder op partijen. Dat is compleet te begrijpen. Als we de mensen ‘kennen’, weten we ook meer wat ze waard zijn. Daarenboven is het lastiger hen in de ogen te kijken als je weet dat ze geen stem van je zullen ontvangen. Momenteel loopt er een mediacampagne die oproept om niet zomaar op je buurman Rudy te stemmen zonder te weten voor welke partij en bijgevolg ook welk partijstandpunten hij staat. Want buurman Rudy kan als het ware een gezellige loebas zijn als hij enkele biertjes op heeft, maar wie weet wil zijn partij wel iets wat je meer ergernis zal geven dan zijn kraaiende haan en zijn verwilderde buxus samen. Dat wordt dan heel erg gezellig barbecueën deze zomer! Extra pittige kruiden op het rooster gegarandeerd!

 Laten we de tijd tussen nu en dan alvast tot de ‘bestudeer-grondig-de partij-periode’ omdopen. Ook voor wie van plan is, niet te gaan stemmen. Wie zijn kat stuurt, heeft achteraf geen recht op klagen.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  12/09/24)

 

maandag 9 september 2024

TINE ZIET (437): Stiltevrij

Eén van de spannendste ochtenden van het jaar is ongetwijfeld de eerste schooldag. Ook kinderloos. Het feit dat ik die ochtend altijd stil naar de geluiden in de straat lig te luisteren, heeft niets te maken met het feit dat mijn vakantie ook aan een eind gekomen is. Het gaat om het optrekken van rolluiken, het eerste geroezemoes op het trottoir, een aanzwellende geluidsbal van ouder- en kinderstemmen die zachtjes begint te rollen. Het is niet eens sadistisch bedoeld: maar ik hou echt van die bal die op die eerste schooldag weer het veld wordt ingegooid. De opluchting van moeders en vaders dat die twee maanden zijn afgelopen is ook opmerkelijk te horen.

Mijn eerste kopje thee van het kersverse schooljaar dronk ik op mijn terras met mijn kat Frieda naast mij. Aangezien er niet ver van mijn huis een speelplaats is, was de rust van afgelopen weken verdwenen. Joelende en blije kinderen. Daarnaast ook krijsende en  schreiende exemplaren. Frieda keek wat chagrijnig. Gerustgesteld na het eerste belsignaal schoof ze weer wat dichterbij.

Dat signaal is eigenlijk gewoon het ultieme teken dat alles weer z’n gewone gangetje zal gaan. En eerlijk: dat is goed. Zo bleven enkele mama’s plakken voor mijn raam. Twee maanden aan informatie opslaan, is lang. De kurk mocht er eindelijk uit.  Niet dat ik ze afgeluisterd heb of getimed – waarom zou ik?   maar toen de bel van de speeltijd ging, kletsen ze nog bij. Bijna bood ik hen een tasje dampende koffie met een schoteltjes koekjes aan. Eindelijk stiltevrij!

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  05/09/24)


maandag 2 september 2024

TINE ZIET (436): Onverwachte verbazing

Dit weekend ging ik samen met een vriendin op bezoek in de Vlaamse Ardennen. Toen we naar huis reden, stopten we nog bij een expositie in een prachtige tuin op de Kwaremont. We waren geen van beiden vertrouwd met die locatie en hadden de beeldenexpo eigenlijk gewoon puur toevallig ontdekt. Omdat alles goed ommuurd is, was het lastig in te schatten wat op ons wachtte. Groot was onze verbazing toen we de tuin zagen. Vol nijdige glooiingen. Op zich was ik daar met mijn hakken niet echt op gekleed. Het zorgde in elk geval voor wat hilariteit want eerst durfden we zelfs niet goed dalen. In gedachten zagen we ons dan ook als twee ballen naar beneden rollen. We waren niet de enigen die die gedachte koesterden, want veel mensen aarzelden . Dat was van op een afstandje mooi te zien. Klimmen en dalen zonder iets van houvast is best avontuurlijk op een zondagnamiddag zonder wandelschoenen. Uiteindelijk rolde er niemand. Er was een kip die dat bijna wel deed.

Uiteindelijk zagen we heel wat mooie werken. Dat deed ons wat zo op het onverwachte. Nog gingen we niet naar huis. We maakten nog twee tussenstops in Moen, het dorp van mijn moeders afkomst. Ook daar viel ik weer in fijne verbazing. Terwijl ik mijn zondag misschien anders gewoon vertrouwd had ingevuld, leek het nu alsof ik op verrassingsreis was.  Het enige wat hierbij ontbrak was de vertrouwde ovenkoek met omelet van moeke. Toen die er wél nog was, wist ik die nog niet te appreciëren. Omdat ik weer aan mijn meme dacht, schatte ik vroeger meer naar waarde.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  30/08/24)

maandag 26 augustus 2024

TINE ZIET (435): Taart

 Eén van de rituelen om mij mentaal voor te bereiden op een nieuw schooljaar is een schoolkalender van Klasse afprinten, verjaardagen van leerlingen en de geplande activiteiten van het komend schooljaar alvast invullen. Sommigen zouden misschien durven denken dat ik eerst de vakantiedagen markeer. Dat is niet het geval. Om heel eerlijk te zijn, komen die periodes al automatisch gekleurd uit de printer. Punt is wel dat het me niet om die verlofdagen te doen is. Dat de kalender ingevuld om me heen hangt, zorgt ervoor dat mijn mindset automatisch weer in werkmodus is. De nachtmerries over lege klassen horen daar spijtig genoeg ook bij. Ouders en leerlingen snappen die consequenties van niet herinschrijven of te lang wachten met inschrijven niet. Als er bijvoorbeeld twee leerlingen stoppen, kan het zijn dat er stukjes taart op een bord overblijven. In dit geval staat de taart voor een urenpakket. Als die stukjes niet ingevuld worden, moet de taart herverdeeld worden of moet ik schuiven met stukjes van collega’s, want hoe graag we ook ons werk doen, als puntje bij paaltje komt, rekenen we allemaal wel op de taart die we nodig hebben om onze vaste kosten af te betalen.

Natuurlijk zou het onzin zijn dat leerlingen om die reden blijven terugkomen. Hen is het om de hobby of de liefhebberij te doen. Werkuren met stukjes taart vergelijken, is in deze tijd van calorieëncalculators en BMI-normen niet zo bijster slim. Straks denkt men mij gezonder zonder al dat gebak en schrijft iedereen zich uit. Awel, ja dan eet ik nooit meer iets.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  23/08/24)

 

 

dinsdag 20 augustus 2024

TINE ZIET (434): Ouder

Hoe ouder ik word, hoe groener mijn vingers lijken te worden. Dat is op zich niet verwonderlijk. Mijn ene paar grootouders had een enorme moestuin en mijn andere paar had een fijne tuin met fruitbomen en speelgras. Ook in mijn ouderlijke thuis stond het vol met planten op de vensterbanken en was er groen genoeg om op uit te kijken. Wat begon met enkele planten in huis, is inmiddels uitgegroeid tot een grote collectie. De moeilijkheid blijft natuurlijk om alles in leven te houden. Afgelopen week maakte ik tijd voor verpotten en stekken van mijn kamerplanten. Mijn hele keukentafel stond ineens vol met bloempotten. Dat compenseerde mooi de vergane planten in de emmer. Want die zijn er natuurlijk ook elk jaar. Ik kan niet goed doen voor alles en iedereen.

Het feit dat ik stekjes kan nemen van bepaalde planten of dat ik planten kan verpotten is iets wat ik nog maar enkele jaren ken. Het heeft me altijd een goed gevoel. Het bewijst dat ik wel degelijk kan zorgen voor dingen. Dit was de eerste keer dat er zoveel werk was. Dus ik ben wellicht op goede weg.

 Voor Moederdag verraste ik mijn moeder dit jaar voor het eerst met eigen stekjes. Normaal is zij degene die ze me geeft, maar ik bedacht dat het wel een mooi symbool kon zijn als ik haar eens iets kon geven wat ik bemoederd had. De stekjes bleken in eerste instantie niet goed aan te pakken, dus wekelijks keek ik met bange blik naar wat er van hen geworden was. Sinds kort pakken ze enorm goed aan en zie ik ze groeien tussen al haar planten. Stiekem denk ik dan dat ik naast dochter ook een beetje ouder ben. 

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  16/08/24)

 


TINE ZIET (433): Overzicht

 Trouwe lezers weten dat ik mezelf afgelopen periode een retraite had opgelegd. Voor wie op resultaten zit te wachten: het is gelukt! Die medaille is alvast binnen! Het was geeneens zo moeilijk! Wat de gevolgen op langere termijn zullen zijn, valt nog af te wachten. In mijn hoofd zijn die prognoses nu nog te ambitieus. Ik kan jullie wel alvast verklappen dat het me toch echt letterlijk en figuurlijk deed stilstaan. Anders dan bij ziekte voelde ik de drang om in die stilstand toch nuttige dingen voor mezelf en voor het huis te doen. Ik vond rust in de structuur die ik normaal vervloek. Ik herontdekte mijn adem. Wat ik moest missen, miste ik eerlijk gezegd nét niet genoeg.

Soit! Op één van die dagen besloot ik dat het toch eens tijd was om mijn koelkast uit te mesten. Wat probeert een mens toch veel halsstarrig te bewaren! Meer nog dan rommel in een auto vertelt die specifieke inhoud toch wat heel wat over persoonlijkheid! Zo had ik ooit een date met een man die een volkomen lege ijskast had. Dat gaf me toch een onbehaaglijk gevoel. Het is dan ook bij die ene date gebleven. Al zal dat niet enkel aan de man zijn huishoudapparatuur gelegen hebben. Wat mensen dachten die mijn exemplaar opentrokken, kan ik enkel gokken. Nu is er overzicht en zie ik tenminste weer wat mist.

Na de drastische stilstand, volgt de herstart. Voor ik al te vrolijk uit de startblokken schiet, stel ik toch graag deze prangende vraag: Zijn er überhaupt singles die dekselse pestopotjes uit krijgen voor de inhoud nog groener wordt?

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  09/08/24)

 

maandag 5 augustus 2024

TINE ZIET (432): Sloom

Deze zomer heb ik ook weer een project lopen. Anders dan andere jaren maak ik er veel minder poeha rond. Ik heb het ‘zomersloom’ gedoopt. Vertragen in een tijd van veel te veel. Ik schrijf weer postkaartjes en organiseer slome zondagen. Wat ik stiekem in dit project ook had ingecalculeerd waren 10 dagen voor mezelf thuis in afzondering. Ik noem het retraite. Eigenlijk is het gewoon detoxen en ouderwets bezinnen. In de hoop eindelijk wat rust te vinden, hardnekkige dingen te kunnen loslaten en sommige dingen weer in mezelf te kunnen ontdekken. Als ik dit schrijf, ben ik nog niet aan de helft en koester de hoop dat ik dit vol zal houden. De sapkuur die eraan verbonden is, is voor mij een immense opgave.

Zo komt het dus dat ik dingen waar ik me al een tijd aan stoor in huis opeens ga aanpakken. Zo zette ik al mijn hele bibliotheek weer op orde, schrobde de vuilnisbak en verzamelde al mijn financiële documenten. Tegen dat de kuur is afgelopen, hoop ik dat  mijn hele huis maar ook mijn lichaam en geest zich wat opgeruimd voelen. Het lijkt misschien allemaal wat utopisch, maar ik heb er vertrouwen in anders kan ik maar beter die zak chips in de kast opentrekken. 

Het is een vreemde gewaarwording dat ik meer en meer woorden als ‘onthaasten’, ‘mental health’ en ‘flow’ begin te gebruiken. Hetzij nog in mijn hoofd. Een paar geleden had ik het er nog moeilijk mee en vond er een gek flets kleurtje aan hangen. Bizar hoe het kan verkeren. Zou het zijn omdat het vakantie is? Is het de leeftijd? Of heb ik met te veel interesse naar de slakken in mijn tuin gekeken?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  01/08/24)

maandag 29 juli 2024

TINE ZIET (431): Bleek

Wie goed heeft opgelet weet dat ik vorige week in Polen heb gezeten. Meer bepaald in Krakau. Bij een bezoek aan die stad, hoort een rondleiding in Auschwitz / Birkenau. Niet omdat alle reisgidsen dit zo verkopen, maar ook omdat ik met mijn eigen ogen die vreselijke plek wou zien.

Voor de rondleiding begon, kregen we enkele instructies. Zo moesten de telefoons uitgeschakeld blijven. Fotograferen mocht, maar uit respect kregen we op sommige plaatsen fotografeerverbod. Ook werd ons gevraagd om op sommige plekken te zwijgen. Zelf maakte ik onderdeel uit van een groepje van tien. Maar voor en achter ons waren de groepen groter. Het viel me op, hoe lastig sommige mensen het hadden met deze simpele instructies. Nochtans deden alle gidsen volgens mij erg hun best om te wijzen op de gruwelijkheden die in elk gebouw gebeurden. Ik vroeg me af hoe je in godsnaam tegen een kachel aan kan leunen in zo’n kamer? Of hoe je doodleuk de telefoon kan opnemen in een ruimte waar mensen verhongerden?

In Birkenau was er blijkbaar een ‘schijnbarak’ waar gezinnen gezellig samen leken te wonen. Want ook in die tijd bestond er al publiciteit. Zodat met beeldmateriaal kon worden aangetoond hoe ‘gezellig’ men het daar toch had in Polen! Een jongere vrouw uit mijn groep had uit de hele uitleg in beide kampen blijkbaar alleen maar dit ene stukje begrepen. Want op het einde vroeg ze de gids wat er dan in godsnaam zo erg was voor al die gezinnen. Een man durfde te klagen over de hitte. Verontrustend. Wat ik in mijn groepje zag, gaf wel hoop: het was vooral de jeugd die verbleekte.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  18/07/24)

woensdag 24 juli 2024

Zomersloom: update!


Voor #zomersloom maakte ik al een stapel postkaartjes. Er werd stilgestaan met wandelen, vissen, lezen, kleinkinderen, vriendschap, familie, afwassen, bij kapelletjes, bij ontluikende bloemen,... 




Wil je er ook eentje ontvangen deze zomer? Sein me dan je adres door en waar jij stil voor blijft staan. Dan doe ik (sloom) mijn ding. 


Groetjes!



woensdag 17 juli 2024

Gekrakt in Krakau? - Een reisverslag.

 Afgelopen week vertoefde ik in mijn eentje in Krakau. Hier een eerlijk reisverslag. waarin natuurlijk niet tot in alle details zal worden getreden.

Wat zou het makkelijk zijn om op reis te kunnen vertrekken met een vliegende bol of met een reismachine. De rompslomp die bij een simpele vliegtuigreis van twee uur komt kijken, kost me telkens toch veel moeite en zenuwen. Zo ook nu.

DAG 1: (25 369 stappen)

Mooi op tijd erg vroeg in de ochtend thuis met de trein naar Charlerloi vertrokken. Handig de overstap gemaakt van trein naar bus tot luchthaven. Extra zenuwachtig omdat ik het voor het eerst in meer dan acht jaar ruimbagage moest inchecken. Alles goed nagelezen. Tot twee keer toe vroeg ik aan het personeel of ik wel de juiste richting uit liep en twee keer bevestigden ze dat ik op goeie weg was. Nee dus. Mijn angst was gegrond. Natuurlijk stond ik aan te schuiven in de handbagagerij en kon niet meer terug. Als ik me hier in eigen land al niet goed verstaanbaar kon maken, hoe zou dat dan zijn in Polen? Uiteindelijk werden de vloeistoffen in mijn koffer tot mijn grote opluchting niet gescand, terwijl ik zelf stilaan vloeibaar werd. Zelfs ingescand bleef de wilde paniek en omdat ik niemand van Ryanair vond om mijn probleem rustig aan uit te leggen, vroeg ik maar hulp aan de jongen die de vuilniszakken ververste. Hij zag in dat ik een soort paniekaanval had en bracht me rustig via allerlei gesloten deuren en securityheren terug naar de start. Net op tijd kon ik dan op de juiste manier in het vliegtuig instappen en ik kon bekomen. Dacht ik. Dat achter mij kinderen gilden en de hele reis tegen mijn zetel stampten en naast mij een vrouw zat te huilen had ik natuurlijk niet kunnen voorzien. Ik dacht de hele vlucht door: "Was ik maar bij Frieda thuisgebleven!" Eenmaal geland floten er via een geluidsband vogeltjes op het toilet in de luchthaven in Krakau en dacht ik: "Het komt wel goed!"

Hittegolf in Krakau. Lap! Dat was het eerste wat me opviel eenmaal ik buiten kwam. De simpele wandeling van station naar appartement deed dit kleine meisje nog wat smelten. Gelukkig was het appartement helemaal zoals het was voorgesteld op de foto's van Airbnb. Suikerspinroze: vrolijk en licht! Ik sprong hoopvol de douche in en verkende vol frisse en nieuwsgierige moed de directe omgeving. Glimlachend zat ik niet veel later op een terrasje (Stare Mury, Pijarska 21) te kijken naar witte koetsen en toeristen. Vroeg mijn bed in.




DAG 2: (26  044 stappen) 

Erg vroeg werd ik wakker met het idee dat een van mijn lievelingsdichters Wislawa Swymborska hier wellicht moest begraven liggen. Wat opzoekingswerk bevestigde dit. Niet eens zo ver van mijn appartement!  Na mijn hectische stressdag besloot ik die dag de rust en Wislawa op te zoeken. Opgewekt opende ik het gordijn van de slaapkamer, dat naar meteen daarna naar beneden viel. Oh, nee! dacht Tine Paniekske. Zelf kon ik er niets aan doen: te hoog! Ik berichtte onmiddellijk met de eigenaar die me bedankte voor de eerlijkheid en me verzekerde dat zijn neef dit eerstdaags zou komen herstellen voor een fles sterke drank.

De vond ik een opwekkende gedachte. In een kamer slapen zonder gordijnen leek me uitermate vervelend. Dus ik deed boodschappen en zocht wat extra zomerse kledij. Ik voelde namelijk goed aan dat de inhoud van mijn koffer niet strookte met de weersomstandigheden. Kleren en vloeibare lijven. Geen goede combinatie. 

De wandeling naar het kerkhof (Cmentarz Rakowicki) was lang en zwaar in de zon. Zelfs met nieuwe verfrissende jurk aan en zonnehoed op. Ik vond na lang zoeken het graf van Wislawa en niet veel later kwam een eekhoorntje dag zeggen. Het kon geen toeval zijn.  Het raakte me. Terugwandelen met veel pauzes in de schaduw. Afsluiten met een terrasje (Mavericks, Pawia 3) . Meer zat er niet in. Vier outfits in één dag. Het gordijn was niet hersteld, maar omdat ik vroeg moest opstaan voor een georganiseerde uitstap naar de concentratiekampen, vond ik dat niet erg. 




DAG 3: (18 067 stappen)

Om 6u10 werd ik door Olek van Comfort Tours Krakow opgehaald met een minibusje. Hij pikte nog zes andere toeristen op. Ik voelde me een beetje onwennig in dat busje vol mannen en katers. Onderweg werd gezwegen en ingedommeld. Een gids nam mij in een groepje van tien mee voor een rondleiding in Auschwitz en Birkenau. Indrukwekkende wreedheid waar je stil van wordt. Shockerender dan de plek en de verhalen, waren reacties en gedragingen van andere toeristen. Alsof ze op een filmset rondliepen... 

Eenmaal terug voor de voordeur afgezet, snakte ik naar een douche en bezoekje aan de toiletpot. Maar op een of andere manier geraakte ik niet binnen. Ook hoorde ik muziek uit mijn appartement. De neef die het gordijn kwam fiksen was duidelijk nog aanwezig, hij deed open in bloot bovenlijf en schaamde zich voor zijn aanwezigheid en zijn blote bast. Ik zei dat ik het niet erg vond. Dat was geen leugen.  Een half uurtje later vertrok hij met zijn fles onder de arm naar huis. Net op dat moment was er een eerste onweer. Uitgeput deed ik een dutje. Na het ontwaken was het opgeklaard en wandelde ik terug naar Stare Miastro, de oude binnenstad. Ik kwam er in erg leuke kelderbar (Piwnica Pod Baranami, Rynek Glowny 27) terecht en at een beetje verder een pizza (Pizzeria Cyklop, Mikolajska 16) . Geslaagde en gelaagde dag. 



DAG 4: (18 246 stappen)

Ook hier had ik een uitstapje gepland. Greg van Comfort Tours kwam me om 9u oppikken. Ik bleek de enige gast in zijn busje. Wat ik natuurlijk ook weer een beetje onwennig vond. We reden naar de zoutmijn in Wieliczka. In eerste instantie leek het daar niet druk. Ik kon aansluiten bij een grote groep. Een fijne gids loodste ons via 800 traptreden 9 verdiepingen en ruim 135 meter diep naar beneden. Het was daar lekker fris. Wat er allemaal uit dat zout werd gehouwen was enorm indrukwekkend. De grote kapel vond ik absoluut verbluffend!  Alsook het idee dat dit allemaal lang geleden door mensenhanden werd gemaakt. Een toeristentrekpleister, maar wel een aanrader! Een lift bracht ons weer bovengronds. Opvallend was dat ik geen enkel fysiek ongemak had gevoel bij dat bezoekje. Het was pas weer als de hitte me vol in het gezicht sloeg dat ik wat onpasselijk werd. Een lavendelijsje  (Italianissimo, Lubicz 19) bracht welkome verkoeling.

Later die dag trok ik mijn Roodkapjesschoenen aan om naar een wolf te gaan, die ik bij mijn bezoek aan de oude stad had gezien. Een logo van een taverne. Het bleek om een thema-restauant (Tawerna Wilckzy Dol, Szpitalna 22)  te gaan, alwaar ik me eerst zwaar ongemakkelijk voelde. Helemaal in stijl van 'The Witcher' bevond ik me in een stikdonkere kelder met Middeleeuwse melodietjes. Ik kreeg een boek vol richtlijnen, maar dat las een beetje lastig in het donker. Eens ik geacclimatiseerd was, kocht ik mezelf een 'Courage Potion' dat ik zelf met instructies en bijhorende effecten in elkaar mocht mixen. Wat een beetje raar was zo in mijn eentje. Maar het deed me gniffelen en ik gaf me al snel aan de verhaallijn over en speelde het spel met de verklede barmeisjes mee. Ik at er een burger. Dat ik zwaar smoste bij het eten ervan, zag niemand.  

Dat Courage Potion had blijkbaar effect, want opeens werd ik aangesproken door twee meisjes in cocktailjurken en op een terrasje (Bar Smok, Pawia 3) dichtbij mijn appartement. Ik werd zowaar een soort van  middelpunt en bijgevolg wat overmoedig en liet me er enkele cocktails inschenken. 

Later die nacht onweerde het hevig.




DAG 5: (28 509 stappen)

Op de vijfde dag verkende ik de Joodse buurt Kasimierz en Podgorze zonder kaart en op het gevoel. Dat viel me uiteindelijk een beetje tegen. Ik beklom er de trappen in een park en had een verbluffend uitzicht op de oude binnenstad. Uitgeteld ging ik op een terrasje (Kropka, Rynek Podgorski 4/2) zitten alwaar een vriendelijke ober in gehaakte short me lekker en gezond eten voorschotelde. Met bananenbier. Met hernieuwde moed volgde ik de richting van de mensen en kwam via een erg mooie loopbrug met hangende beelden, terug in een van de fijnste straatjes van Kasimierz terecht. Met keldercafés en fijne eigenzinnige winkeltjes. Toevallig kwam ik daarna terecht op een terras (Zle Maniery, Estery 22) . Vertaling leerde me dat de naam 'Stoute manieren' betekende en dat ik er een biertje had besteld met de naam 'Belgische'. In de wc voor de dames wachtte een muurschildering van Adam me op. De kraan ter hoogte van zijn geslacht. De toon was gezet. 

Alhoewel! Op de terugweg naar het appartement overviel een droefheid me. Een droefheid die ik niet meer weg gekregen heb die dag. Zelfs niet met een broodje. Was het vermoeidheid?




DAG 6: (24 161 stappen)

Ik wou die buurten van gisteren nog eens beter bezoeken.  Op voorhand keek ik naar de kaart en ik zag er enkele plekken in die ik toch nog eens wou zien. Waaronder twee musea in Podgorze, het voormalige ghetto. Ik stippelde een route uit en kwam eerst langs een erg fijne rommelmarkt. 

Had ik mensen durven fotograferen, dan fotografeerde ik het standje van de bejaarde man die naast servies en oud bestek een Poolse Kamasutra te koop aan bood. Of de collectie bijlen die een paar meter verder werden verkocht. Maar ik heb toch schroom om zomaar mensen te fotograferen. Wat een mooie authentieke mensen! Ik werd er weer helemaal blij om! En wellicht had ik er een hele dag kunnen rondlopen. 

Een kilometer verder zag ik de fabriek van Schindler. Ik ging er niet binnen. Wel schoof ik aan bij het Museum van Hedendaagse Kunst (MOCAK, Lipowa 4) dat daarnaast ligt. Wat een fijn museum is dat, zeg! Heerlijk pretentieloos. En wat ontzettend fijn om er in de vaste collectie twee werken van Hans Op de Beeck te zien! 

Daarna bezocht ik het Heldenplein alwaar lege stoelen de leegte symboliseren die er achterbleef toen alle Joden daar ontruimd werden. Om niet lang daarna oog in oog te staan met de Tadeusz Kantor en Jerzy Beres in een gebouw (Cricoteka, Nadwislanska 2/4) dat de twee alle eer aandoet. Boven in de bar zie je trouwens een prachtig panorama! 

Daarna kwam ik weer in Kasimierz terecht. Tussen de dub en de Singernaaimachines (Singer, Estery 20) . Ik besloot er toch een Joods restaurant met live-klezmer te zoeken. Maar ik trapte keihard in een toeristenval en voelde me ondanks het lekkere eten zwaar afgezet. Dat hoort natuurlijk ook bij reizen. Feit is: als ze je aanklampen als je nog maar van op een afstand naar de uitgestalde kaart kijkt, loop dan  maar hard weg! 






DAG 7: (24 229 stappen)

De laatste dag besloot ik om toch eens de rondgang te maken van het stadpark. Een park dat de hele Stare Miastro omvat. Het is wel vijf kilometer lang! Het bestaat uit veel schaduw en bankjes. De ideale plaats om verkoeling te zoeken! 

Ik kwam uit aan het Wawel kasteel en kathedraal omgeven door prachtige bloemen! En op de terugweg slaagde ik er voor het eerst deze trip in om te verdwalen! De route die me al de hele tijd zo simpel had geleken, was nu ineens verwarrend. Ik sloot af met een etentje bij Grootmoeder (Restauracja U Babci Maliny, Szpitalna 38)! En at er dumplings met wodka. 




DAG 8: (11 619 stappen)

En dan tot slot. De terugreis. Met kleine oogjes. Op net nippertje de juiste trein. Een norse beveiligingsagente die me op mijn vingers tikte omdat ik te overmoedig door de beveiligingsdetectoren liep. Ik zal maar eens zelfverzekerd zijn...  Geloof het of geloof het niet: brandweerwagen naast het vliegtuig. Vertraging. Geen reden tot paniek. Vertraging in de lucht in Duitsland. Wateroverlast bij het landen. Regen. Gesloten wc's en volle blaas. Werken aan het spoor.  Een driftige medereiziger die maar 'Fuck België' bleef roepen. Twee uren later dan voorzien terug op eigen bank. 


***

Een reis naar Krakau kan ik zeker iedereen aanraden. De geschiedenis zal niemand onbewogen laten. De stad is behoorlijk klein. Zoveel mooie gebouwen. Voor elk wat wils. Veel is te voet te doen. De pintjes zijn er groot en lekker. De karaffen water stromen er rijkelijk. Alles is er goedkoper. Al hoef je niet daarvoor naar een stad te gaan. Veel mensen leven er in armoede. Dat is duidelijk te merken aan de zwervers op de bankjes. Ze laten je met rust. Slechts enkelen vroegen een simpele zloti. De stad wemelt van de jongeren. Met Engels kan je je goed uit de slag trekken.


Als ik terug zou gaan, en die kans lijkt me reëel,  zou ik op voorhand meer investeren in het spreken van Pools. Het had mijn reis wat aangenamer gemaakt als ik mensen had durven begroeten of bedanken in hun eigen taal. 

Gedurende mijn reis luisterde ik naar Poolse klassiek muziek (wat ken ik verrassend veel Poolse componisten), Poolse Funk en Jazz. Ik las twee romans. De verhalenbundel 'Na de zon' van Jonas Eika en 'Het verstoorde leven' het dagboek van Etty Hillesum, De eerste bundel hielp me de absurditeit van het reizen in te zien. Het dagboek raakte me erg. Het was erg confronterend om dit in de Joodse wijk en de oude ghettowijk te lezen na een bezoek aan de kampen. (Etty Hillesum was een joodse jongedame uit Amsterdam die haar einde vond in Auschwitz.) Ook had ik het geluk om te kunnen Netflixen vanuit mijn bed. 

Ik leun ondanks het feit dat dat vliegen echt niet fijn is, tevreden achterover. Ik voel me weer heel wat verhalen, kleuren, geuren, smaken en beelden rijker! 



TINE ZIET (430): Soloreis

Elke keer als ik op reis vertrek, vervloek ik mezelf. Waarom doe ik mezelf dat toch aan? Ik hou er wel degelijk van om alleen op reis te zijn. Ik gruwel toch altijd weer van dat alleen reizen. Waarom zijn vliegtuigregels bijvoorbeeld niet simpeler?  Afgelopen dagen was ik voluit stresskip. Over inchecken. Handbagage. Ruimbagage. Vloeistoffen. Ineens moest ik zelfs opzoeken of ik nu een paspoort of een identiteitskaart heb. En koos ik wel een fijne plaats om te overnachten? Hoe herken ik een centraal station als dat in een andere taal wordt aangegeven? Het zijn voor kleine dametjes als ik grote verantwoordelijkheden. Soit: als alles goed is gegaan, ben ik als jullie dit lezen op reis in Polen. Als het fout liep, hang ik wellicht dronken op mijn bank en doe ik wel alsof ik Pools spreek.

Het is ronduit belachelijk hoe onbeholpen ik me voel als ik op reis vertrek. Veel vriendinnen vinden me dapper en denken dat ik mijn grote Meense mond ook meeneem. De waarheid is, dat die gewoon op mijn nachtkastje blijft weken tot ik terug ben. Die mond mag ook wel eens vakantie. Eenmaal ik op mijn vakantiebestemming ben en weet dat alles goed is, kan ik pas stilletjes genieten. Ooit lieten een vriendin en ik alles regelen door haar zus. Als verrassing. We wisten onze eindebestemming niet. Dat was op zich best comfortabel. Tot zelfs de treintickets toe kregen we in een mapje aangereikt. Al denk ik dat ik uiteindelijk toch meer voldoening haal als ik voldaan naar huis terug keer en mijn grote Meense mond weer aan kan trekken om op te scheppen over mijn eigen reisavonturen.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  11/07/24)

maandag 8 juli 2024

TINE ZIET (429): Doe voor wel!

Op de eerste dag van de vakantie bevond ik me in een kunstenaarsatelier. Ik kreeg een kleiwerk in de handen gestopt dat ik moest schilderen. In eerste instantie was er paniek want het trauma aan de lessen plastische opvoeding en de bijbehorende angst tot herexamen drongen zich op. Dat een artistieke leerkracht er blijkbaar toe in staat is om iemand te doen verkrampen boven een leeg blad papier of met een schilderborstel in de hand is eigenlijk best straf, bedacht ik toen ik al de tweede blauwe laag aan bracht. We zaten met drie stilletjes te schilderen terwijl Ali Farka Touré te horen was. Er was geen opgelegde opdracht aan gekoppeld. Ik was volledig vrij.

Ik doopte het penseel steeds vrolijker in de verfpotten. Naarmate mijn potje meer kleur kreeg, hoe blijer ik schilderde. Eigenlijk deed dat moment me beseffen dat ik daar eigenlijk graag zat. De strenge blik en de rode balpen van mijn toenmalige leerkracht  waren er niet. Hoewel haar lijfspreuk: “Doe voor wel!” was, was datgene waar ik zo mijn best voor deed nooit ‘wel’ genoeg. Ik behaalde voor welgeteld één kunstwerkje meer dan 6,5 op tien. Veel opdrachten haalden zelfs geen 6.

Of ik nu goed of slecht schilderde, het maakte daar in dat kot niet zo veel uit. Er stonden geen punten op. We waren onder grote mensen. Verhip, dacht ik! Wat ontzettend leuk om daar zo ongedwongen wat te prutsen en ik vervloekte de juf die me dat plezier zo had ontfutseld met haar schuddende hoofd. Opeens werd ik zowaar overmoedig, want ik bedacht daar opeens dat ik misschien wel zoveel meer leuke dingen vervloekte.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  04/07/24)

maandag 1 juli 2024

TINE ZIET (428): Deadlines

Voor het eerst in jaren is het me niet gelukt om bepaalde belangrijke deadlines te halen. Niet alleen vind ik dat erg erg. Ook vind ik het behoorlijk confronterend dat één van mijn persoonlijke motto’s hiermee is verpulverd. Ik geloof namelijk al jaren dat het idee van een deadline me alleen maar positief sterkt. Als ik een deadline heb, presteer ik namelijk op mijn best. Daarenboven heeft die ‘allerlaatsteloodjesstrress’ me eigenlijk nog nooit bedrogen. Dit weekend besefte ik opeens dat dit geloof dus waarschijnlijk gestaafd is op toevalligheden.

Terwijl ik dit schrijf zit ik behoorlijk vast, want de deadlines is nog altijd verstreken en hoe graag ik ook vooruit wil gaan: ik trappel nog altijd ter plaatse. Iemand moet me toestemming geven om mijn eindstreep te verleggen. Het heeft me een onbehaaglijk gevoel want ik ben dat niet gewend. Ik voel me zo’n Donkey Kong die klaar zit om z’n parcours aan te vatten, maar zolang die niet wordt aangeklikt, trappelt hij maar in het ijle. Het maakt me in elk geval erg zenuwachtig.

Voor mij is dit een tijdelijk gevoel. Voor één geval moet ik jammer genoeg een jaar wachten om een nieuw projectvoorstel in te dienen. Dat is jammer, maar dat overleef ik wel. Voor een ander geval wacht ik op een simpele klik van de computer en dan kan heb ik wellicht maximum twee dagen respijt. Dat moet lukken. Desnoods ’s nachts.

 Hoeveel mensen trappelen eigenlijk niet ter plaatse, terwijl ze alleen maar vooruit willen? Hoeveel mensen wachten er niet op een nieuwe eindstreep in dit leven? Maar er is niemand die hen dat geeft.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  21/06/24)

 

 

maandag 17 juni 2024

TINE ZIET (427): Drets

Ik zou over hokjes kunnen schrijven. Over haatdragende stickers daarin. Over lijsten. Over een stembrief waarin met grote rode letters KLOOTZAKEN geschreven stond. Over resultaten. Over tellen, hertellen en nog eens hertellen. Over vriendinnen die ondertussen doodleuk foto’s stuurden van hun zongeblakerde lachende gezichten. Over gortdroge sandwiches met smakeloos beleg. Koude slappe koffie. Over gemiste terrasjes. Over de doffe lucht die in Park Ter Walle hing. Over pralines die mij zelfs niet smaakten. Over computers die natuurlijk vastliepen. Over daaraan gekoppelde vertragingen. Over wachten en wachten. Over een moeder die hierdoor haar dochter moest missen net die ene dag dat ze eens naar huis kwam. Over langzaam leeglopende batterijen van mensen en gsm’s. Over de vlucht naar de wc om eens alleen zonder cijfers te kunnen zijn. Over wazig zicht.

Maar veiligheidshalve schrijf ik over mijn kwade kat Frieda die het nodig vond me om  vijf uur te wekken op een doordeweekse maandagochtend. Of ze reden had om zo chagrijnig te zijn? Nou en of! Ze had de zon op mijn terras gemist. De extra aandacht. Zelfs onze traditionele zondagavond samen op de bank. En nét nu het allemaal weer zou kunnen, was het weer beginnen regenen. Alsof ik er voor iets tussen zat. Burgerplicht, gutsende wolken en ook ik een verfrommeld gezicht. Ik maak het een andere keer met haar goed. Als we beiden zonder nasmaak weer gelukzalig kunnen spinnen in deugddoend zonlicht . Wat een fijne dag had kunnen zijn, is nu gewoon drets.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  14/06/24)

Triptiek Moniek: Derde paneel

Begin vorige zomer werd ik 'verkozen' tot nieuwe seizoenscolumnist van Cultuurcentrum De Steiger.



In juni 2024 verscheen het derde en daarmee ook het laatste paneel van Triptiek Moniek.
Klik hier  voor het fijne Steiger Magazine.



woensdag 12 juni 2024

stelt paal en perk (27): Plomp

Laten we het eens over de olifant in de kamer hebben. Ja, ik weeg teveel. Dat er in mijn medisch dossier 'obees' staat, dat ik daardoor in een duurdere schijf qua levensverzekering zit omdat ik meer risico loop en geen kledij kan kopen in een standaardboetiek,  zijn nu eenmaal feiten. Ik draag die gevolgen.

Ja, ik zou er meer voor kunnen doen om er meer standaard uit te zien (want standaard ZIJN dat lukt me toch nooit). Langer diëten, constant sporten of ik kan zelfs chirurgische ingrepen laten uitvoeren die me voor de rest van mijn leven tot een nukkige rozijn zullen maken omdat ik dan opgevolgd moet worden en supplementen moet slikken omdat zo'n operatie je lang niet enkel dunner maakt.

Hoe je eruitziet, is je uithangbord.

Het is mijn lichaam. Al ruim vijfenveertig jaar. Ik ken de bulten en bobbels. Ik ken de vooroordelen. Ik ken de scheldwoorden. Maar het is zacht. Het is romig. Het is veel om van te houden. Dat is lang niet altijd makkelijk.  Voor niemand trouwens. Ongeacht de vorm van een lijf, zit tussen de oren altijd wel wat schaamte, jaloezie of ongemak. Het verlangen om anders te zijn.

Sommige mensen vinden dat ik mijn lijf meer moet verbergen. Anderen vinden dat ik het moet doen smelten of wegsnijden. Ze zeggen dan: "Dat jij dat durft..." als ik het eens uitlaat. Omdat ze zelf niet goed durven. 

Op een podium heb ik lef. Wie me dan ziet, weet dat ik daar voluit Tine ben. Heel recent schreef een voor mij onbekende vrouw onder een filmpje van DRIFT dat ze zich mager voelt, als ze naar me kijkt. Omdat ik thuis op de bank zat,  voelde ik me door die opmerking opeens dik. Moddervet. Een homp spek. Ook al schreef ze gewoon wat veel vrouwen wellicht denken, dacht ik, het kwam toch binnen. Want in welke maatschappij leven we eigenlijk als iemand het normaal vindt om dit zomaar ongevraagd onder een filmpje te plaatsen. Valt kwetsen onder vrije meningsuiting?

Of het nu om gewicht, afkomst, seksuele geaardheid,... draait, mensen zitten almaar minder verlegen om die mening. Maar vraag hen wat ze nu eigenlijk zelf zullen doen om van de wereld een betere plek te maken en ze houden halsstarrig de mond. Gedachten zijn vrij. Maar hoeven we ze dan ook maar altijd te benoemen?

Alle mensen hebben naast een lichaam en gedachten ook nog een hart. Helaas is dat voor meer en meer gevallen 'een hard'. Die mensen worden te koud om nog veel liefde te voelen. Ik hou van mensen. Ik hou meestal ook van mezelf. Maar ik kan - net als iedereen - mijn gedrag, dat plompe lichaam en foto's of filmpjes van mezelf verwensen.

Het moge duidelijk zijn: ik moedig overgewicht niet aan en wil ook wel mezelf zijn met minder, maar ik supporter voor minder schroom om te zijn en meer schroom om dat hard. Het leven is al zo kort en zo wreed. Ik pleit met mijn volle gewicht dat het beter verzacht dan dat het genadeloos verhardt. 

Een uithangbord is ook maar bedoeld om naar binnen te lokken. 

De vrouw had het trouwens niet zo bedoeld. Ze verontschuldigde zich onder mijn reactie en schreef het eigenlijk als opsteker voor zichzelf. Dat ze zich met een pas verkregen extra flapje niet minder mooi moest voelen. Ze vond dat als ik het kon hebben, zij dan toch ook. Maar dat het zo aankwam en dat we ons zo spiegelen aan andere buiken. Dat zou toch niet mogen.

maandag 10 juni 2024

DRIFT uitgelicht


"Als kers op de theatrale kaart werd 'Drift' geserveerd en ondergeketende werd teruggeflitst naar de tijd waarin Nina Hagen van jetje gaf. Wat een présence en teksten die zich doorheen de buis van Eustachidemus naar binnen wurmden en zich daar weerhaak gewijs vastklampten aan het zalig trillende trommelvlies. KIEKEVEL!" (Michel Goessens) 



                                            (beelden/montage: M. Photography met dank aan CC De Steiger)


Laat ook je driften uit! Kom ons aanmoedigen!

* 15/06/24 - HAMME: New Wave Night met DRIFT, NEL & JP, DER KLINKE en dj Lefty - buitenpodium van Moc Perron - 19u - €15/20 - klik hier voor info & tickets! 

* 22/06/24 - MENEN: Kunstroute Markant - kunstenaars stellen tentoon in tuinen - Tine leest voor uit eigen en ander literair werk en laat af en toe ook DRIFT los - aanmelden tussen 10u30 en 15u in WZC Ter Walle, Kortrijkstraat 126 voor adres op de route - (ons te bezoeken tot 17u30) - €8/€10 - klik hier voor meer info.

* 26/06/24 - KORTRIJK: BOENK op buitenterras Muziekcafé Hof - 19u - gratis - klik hier voor meer info.

* 06/07/24 - MENEN: Reckebilck - 19u - gratis - klik hier voor meer info.

* 18/07/24 - MENEN: Don Vitalski's Legendarische Dinsdagclub in Bois de Boulogne - 19u30 - gratis - klik  hier voor meer info.

* 25/07/24 - SINT-AMANDSBERG: Don Vitalski's Legendarische Dinsdagclub op de Gentse Feesten - De Kring

* 14/08/24 - ANTWERPEN:Don Vitalski's Legendarische Dinsdagclub op Bolivarplaats voor Feest van Alledaagse Waanzin

* 21/09/24 - WERVIK: TBA


TINE ZIET (426): Clown

Zondagochtend zwaaide ik af als seizoenscolumniste van CC De Steiger. Ik deed dat vol overgave met mijn band DRIFT voor het terras van ’t Schippershof in een jurk die voor me gemaakt werd met affiches van afgelopen voorstellingen. Daarna zwaaide ik ook letterlijk het publiek uit, want het vertrok voor een fietstochtje langs de Leie alwaar ze werden getrakteerd met proevertjes uit het komende programma. Omdat we nog een optreden hadden net na de middag, kon ik niet mee fietsen.

Ik dronk samen met mijn muzikant nog een koffietje alvorens te vertrekken. Inmiddels had ik een gewone jurk aangetrokken. Er kwam een vrouw langs met een kindje. Ze vroeg ons meer over het optreden wat zonet was geweest. Ze hadden het vanuit een raam ergens gadegeslagen. De vrouw herkende me als ‘de clown’ en vertelde het kind dat ‘de mevrouw die de clown speelde, dorst had en een pintje dronk’. Ik fronste. Ik mag dan wel vreemd uitgedost zijn geweest en een beetje gemaquilleerd: een clown was ik niet. De koffie zat ook gewoon in een koffietas. Ik denk dat ik in mijn hele leven nooit eerder een clown werd genoemd. En ik vroeg me af, waarom ze die sticker op mij had gekleefd.

Tot ik achteraf een foto van het optreden zag die uit de verte was genomen. Van op een afstand leek mijn rode muts op een pruik, mijn outfit clownesk en mijn schoenen te wit. Dat ze de kleine jongen wijsmaakte dat ik bier dronk, begreep ik niet. Misschien was dat de enige verklaring geweest die ze aan mijn bulderende aanwezigheid op zondagochtend kon geven.


 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  07/06/24)


Foto: M. Photography

maandag 3 juni 2024

TINE ZIET (425): Koude soep

Het gebeurt me wel eens dat ik op spontane momenten teksten uit liedjes van vroeger in mijn hoofd krijg. Een steeds terugkerende is een zin uit een liedje van Kamagurka en Herr Seele. “Bovenal is de zee koude soep.” Het was niet eens  een van mijn lievelingsliedjes. Ik begrijp ook niet hoe deze oorwurm ooit in mijn hoofd is gekropen. Wellicht was ik extra gefascineerd door de absurditeit die eraan verbonden is. 

Het was al even geleden dat ik aan die zin gedacht had, maar toen ik voorbij de oude Leiearm wandelde, zag ik bordjes hangen in de bomen die me erop wezen dat het water door hardnekkige vervuiling een soort van kippensoep is geworden. En hop! Daar floepte het ineens na al die jaren weer eens in mijn oren. De Leie is dan wel geen zee, maar ik zag letterlijk een vette soep op het wateroppervlakte drijven. Ik las ergens in een artikel dat een visser niet langer het idee had dat hij op karpers viste, maar op frikandellen. Dat leest op zich wel grappig, maar je zal er maar wonen. Naast die stinkende smurrie. 

Het mag toch absurd zijn dat er in een tijd waarin we almaar met de ecologische vinger worden gewezen, weinig kan worden ondernomen aan deze ernstige vorm van vervuiling. Een inwoner  van deze stad kan een GAS-boete krijgen als hij of zij geen poepzakje gebruikt of als hij of zij het onkruid op de stoep niet wiedt, maar aan het lozen van afval in een dode Leiearm, kan er op dit moment weinig gedaan worden. Begrijpen wie begrijpen kan.

Soep hoort niet op de zee of op een rivier. Soep hoort in een bord of in een kom. 

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  31/05/24)

maandag 27 mei 2024

TINE ZIET (424): Verpletterd

Hoewel mensen me kennen als feestbeest, hou ik er almaar minder van om me op plaatsen te begeven waar ik me door een meute moet wringen. Als het voor een eigen optreden betreft, vind ik het wel cool, maar zomaar voor de gezelligheid, probeer ik het toch meer en meer te vermijden. Het zweet breekt me uit. Ik ga me er bijzonder onprettig bij voelen. Het voelt dan alsof ik me ergens door moet persen. Vroeger had ik dat alleen op grote festivals. Tegenwoordig ervaar ik het ook in smalle en te volle ruimtes. Zo zou ik me zelfs eerder naar mijn eigen huis begeven dan dat ik me verpletterd weet op weg naar het toilet. Het is niet eens het fysieke contact dat erbij aan te pas komt dat me naar adem doet happen. Het is eerder een soort van paniek die me overvalt. Ik ervaar het als verstikkend. Om die reden vermeed ik bijvoorbeeld dit weekend de Sinksenfeesten. Gelukkig kon ik in mijn eigen stad ook Sinksen vieren.

Zaterdag bevond ik me op de nocture van de expo ‘Het unieke universum’. Daar pikte ik een theatervoorstelling en twee concerten mee. Een dag later bezocht ik de desbetreffende expo. Op Pinkstermaandag vermengde ik mezelf op de Sinksenbraderie die ook druk was, maar de wandeltocht naar Halluin en terug voelde op de meeste punten niet alsof ik door een geboortekanaal moest. Om toch in dat thema te blijven hangen: rust, zon, cultuur, nieuwe indrukken, gezelschap met daarbij-horende glaasjes en een eerste barbecue : na zo’n Pinksterweekend voel ik me toch als herboren.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  24/05/24)

zaterdag 25 mei 2024

Zomerproject: #zomersloom!

In dit jaar vol huisjesslakken, mogen we wel eens wat meer een voorbeeld nemen aan de rust en de gratie die die beestjes uitstralen. Daarenboven is afgelopen maanden gebleken dat rusten een fijne invloed heeft op mijn mentale conditie. Daarom beloof ik deze zomer meer werk te maken van doodgewoon chillen. De elastiek kan niet altijd gespannen zijn. Sinds kort heb ik een chillruimte onder mijn dak waar ik van plan ben me meer terug te trekken.  Maar ik zet me deze zomer ook in om snailmail (klassieke post) weer wat populairder te maken. Dit in de vorm van gepersonaliseerde postkaarten. Er zijn er zelfs al enkele verstuurd... Mocht je er ook één willen ontvangen, kan je altijd je postadres doorsturen als hint.

In dit kader zal ik trouwens ook twee huiskamerevents bij me thuis organiseren, waarin die dagen doorlopend lui achterover MOET worden gehangen. Dit onder de geneugtes van bijvoorbeeld een zolderconcert of een poging het wereldrecord trottoirplakken te verbeteren. Data: zondag 21 juli en zondag 18 augustus. Naarmate die dagen vorderen, maak ik een programma bekend. Traag, maar gestaag dus. Zoals het betaamt in volle slakkenseizoen!  Vast staat al dat op 21 juli NEXT-zangeres Saskia De Munster zal langskomen met saxofonist Lieven Van Praet met enkele verrassende nummers. Een nieuw project in wording? Op 18 augustus tekent singer-songwriter Dandy Davy present. Blij dat hij weer muziek laat ontstaan!

Natuurlijk moet niet alles traag en loom zijn deze zomer. Met de vele DRIFT-optredens die al geboekt staan en het werken aan mijn grootste project ooit: mijn hopelijk eerste roman…. heeft ook de fysieke conditie prioriteit. Daarom deze EXTRA uitdaging voor mezelf. Voor elke kaart met #zomersloom die in MIJN brievenbus valt, spring ik 30x in de springtouw. (1 kaart per dag/persoon) Zoals jullie me kennen, ben ik van mijn woord en zal ook effectief springen. Schrijf me fitter dus! Dank!




TINE ZIET (465): Hertjes

Zondag wandelde ik met een vriend in het Preshoekbos. We lieten onze gedachten uit. We waren er niet alleen. Er kwam ons een koppel tegemoet...