dinsdag 26 mei 2020

TINE ZIET (220): Flessenpost

Wie me vrijdag fietsend tegenkwam, verwarde me wellicht met een glasbak op twee wielen. Ik maakte een verdacht kletterend geluid als ik over steentjes reed en mijn uitpuilende fietszakken klepperden in de wind, zodat het ook helemaal geen geheim was: ik fietste met schijnbaar lege wijnflessen rond. Meer nog: er kwam er elke stopplek eentje bij. Sommige bewoners in Moorsele zagen me in de voortuin van hun buren wanhopig naar een fles zoeken. Ook deze week zal ik in Moorsele en Wervik weer met flessen onderweg zijn. Mijn jongste leerlingen bevinden zich al weken op een zelfverzonnen eiland en in mijn gecreëerde functie van eilandpostbode verzamel en bedeel ik deze week flessenpost. Ik neem elke job serieus. Vooral de gekke.

Natuurlijk durf ik ook te bekennen dat ik afgelopen weken al een paar keer naar de glasbak ben gefietst met flessen zonder boodschap. Alvorens jullie zich massaal zorgen maken: dit was voor deze periode misschien minder het geval, dat klopt, maar ik stapelde de flessen dan gewoon op op mijn koertje. Nu zie ik het als een welgekomen fietspauze tussen het thuiszitten door.

Er wordt gezegd dat er nu thuis meer alcohol wordt gedronken. Dat klopt natuurlijk: we kunnen het nergens anders meer doen. Al zijn er toch mensen te vinden die weigeren om thuis een druppel alcohol te drinken. Sociale drinkers, die alleen in het gepaste gezelschap drinken bijvoorbeeld. Of mensen die het als een ‘Tournée Minérale Extended’ zien. Die zijn natuurlijk dapper en koppig, vooral als ze voordien grote drinkers waren. Wisten zij veel dat het zo lang zou duren…

Sommige vrienden en vriendinnen zouden eigenlijk elke dag naar de glasbak moeten fietsen, maar vergaten dat te doen en zitten bijgevolg met een overdaad aan lege flessen in huis. Als ze de walk of shame niet zien zitten, kunnen ze er nog een flessenpostproject van maken. Briefjes schrijven naar elkaar en op de drempel gaan zetten. Want zitten we niet allemaal een beetje te lang op ons eiland?

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 22/05/20)

maandag 18 mei 2020

TINE ZIET (219): Bijverschijnselen


Vorige week  betrapte ik mezelf in het warenhuis met een flesje douchezeep voor mannen in de hand. Het was geen fout, ik was met opzet naar dat ene schap gewandeld. Ik weet niet wat ik precies wou vinden. Een viriele geest uit de fles? Een glimmend Mr Schoonmaakmiddel? Natuurlijk legde ik het flesje in mijn winkelwagentje want dat is respectvol naar de andere kopers toe. Toen ik eenmaal thuis was,  rook ik voor het eerst aan het bruine goedje. Het bleek niet eens zo lekker te zijn. Ik kan me toch niet voorstellen dat ik me in normale omstandigheden zou omdraaien als een man met dat luchtje voorbij waait.  Toch kon ik het niet laten om het de volgende ochtend tijdens het douchen te gebruiken. De hele dag bleef de geur in mijn neus hangen. Ook de dag nadien kon ik de drang niet weerstaan.

Natuurlijk is dit gegeven geen wereldnieuws. Het zou pas de kranten halen als er nu ook iets heel bijzonders zou gebeuren. Nog meer haargroei op mijn gezicht bijvoorbeeld. Of dat ik ineens twee octaven lager zou praten.  Helaas, zo’n spectaculair nieuws heb ik jullie niet te melden. Al weet ik natuurlijk nog niet wat de gevolgen op lange termijn zullen zijn. Als jullie me de komende dagen, weken met een fleurig mondkapje zien, verstop ik hopelijk geen stiekeme walrusknevel. Als jullie een man in mijn buurt ruiken, ga niet meteen roddelen: ik kreeg slechts mezelf op bezoek! Als je als vrouw de neiging hebt om je hartstochtelijk om te draaien als ik voorbij wandel, besef dan dat ik maar weinig testosteron in de aanbieding heb en druip ontgoocheld af.

Hoog tijd dat ik weer wat uitzicht heb op avonturen die wat spannender zijn, me dunkt. Voorlopig blijf ik noodgedwongen wat te veel op inzicht gefocust en dat heeft toch wel bijverschijnselen die ik onmogelijk kon voorzien. Ik vrees de komende weken voor nog meer aankopen die ik normaal gesproken nooit zou doen: babylotion, hondenbrokken, gelnagelsetjes en kookboeken.

Hou mijn vensterbank die dan ongetwijfeld als weggeefplekje zal dienen,  maar in de gaten.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 15/05/20)

dinsdag 12 mei 2020

TINE ZIET (218): Prik


Wellicht heb ik het hier al vaker verkondigd: ik zou vaker moeten fietsen. Niet alleen is het goed voor de conditie en de spieren. Het is daarenboven heerlijk voor ogen die de laatste tijd teveel aan één of ander scherm gekluisterd zijn. Zo ontdekte ik na jaren lesgeven in Moorsele opeens allerlei leuke weggetjes en prachtige vergezichten naast de vertrouwde grote weg die ik altijd neem. Ik had de adressen van een twintigtal leerlingen op een kaart gemarkeerd, een route uitgedacht en die  in mijn gps gestoken. Nu was die gps natuurlijk ook weer een schermpje natuurlijk, maar ik keek toch vooral naar weilanden, versbewerkte aarde, mooie groene stukken grond, paarden, koeien, schapen,… Ik kreeg zelfs even het gezelschap van een haan die oorspronkelijk lak had aan de afstandsregel maar uiteindelijk toch wegstoof bij de aanblik van mijn stalen ros.

Een van de spannendste momenten in mijn rit was ongetwijfeld de achtervolging. Op één van die smalle weggetjes, reed er een tractor achter mij. Ik ben dat niet gewend. Eigenlijk had ik gewoon even aan de kant moeten stilstaan, maar ik bleef halsstarrig voor dat  hoge vervoersmiddel rijden en besefte niet dat ik de traagste weggebruiker was op dat moment.

Nu het leven voorzichtig op gang komt na weken van ophokplicht, is het weer even wennen om niet enkel met onszelf te zijn. De cocon die we weken om ons heen gekweekt hebben, ontpopt zich beetje bij beetje tot meer licht. In mijn geval is er nog niet zoveel verschil. Maar het is een begin: weer rekening houden met ander verkeer.  Buiten is er minder sprake van een bubbel.

Het spannendste in mijn rit was dit: er reed opeens een vrouw met hondenwagentje voor me uit. Ze fietste alsof het vakantie was. Misschien was het ook vakantie voor haar. Het wagentje slingerde vervaarlijk van links naar rechts. De keffer zelf zag er geen graten in. Hij keek me met zijn tong uit zijn bekje kwispelend aan alsof hij in een attractie van een hondenpretpark zat. Ik slingerde achter zijn baasje aan met schrik en dacht: “Gevoel van veiligheid zal nog lang worden doorprikt.”

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 08/05/20)

dinsdag 5 mei 2020

TINE ZIET (217): Afgesneden


Het had niet veel gescheeld of ik had deze column met mijn hanige kindergeschrift in de brievenbus van de redactie moeten laten deponeren. Vorige week is namelijk in al mijn vlijtige virtuele bedrijvigheid mijn trouwe lockdowngezel bezweken: mijn laptop die mij via allerlei netwerken en programma’s met de buitenwereld verbindt, stak een witte zakdoek in de lucht en begon nog net niet ‘Les Lacs du Connemara’ te zwaaien.

Nu, in eerste instantie voelde het echt wel alsof de bodem onder mijn voeten werd weggetrokken. Het was alsof dit echt het einde betekende van mijn wereld. Hoewel ik nog met mijn smartphone kan communiceren, is die computer toch een noodzakelijkheid geworden. Om dit te schrijven bijvoorbeeld. De lezers zouden er misschien niet wakker van liggen als deze kolom een keertje blanco blijft. Ik zou wellicht snel ingewisseld worden. Zelf zou ik het op dit moment wel verschrikkelijk vinden dat dit draadje contact met de buitenwereld zou verdwijnen. Maar ik werd gelukkig heel snel geholpen met een gloednieuw exemplaar: volledig geïnstalleerd en al mijn vorige bestanden gerecupereerd.

In die korte tussentijd botste ik wel op een andere Tine. Omdat ik digitale sleutels moest vinden, moest ik eindelijk die kast opruimen die al de hele tijd in mijn ‘to-do-lijstje’ staat te pronken. Daarin vond ik dat stapeltje liefdesbrieven terug dat ik meende weggegooid te hebben. Daarnaast leerde ik eindelijk de bomen door het bos te zien in die ‘bomenwijk’ in Menen. Wilgenlaan. Berkenlaan. Populierenlaan. Olmenlaan. Echt een doolhof waarin ik als Klein Duimpje de weg moest zoeken naar de Kersenlaan. Elk nadeel heeft dus ook een voordeel. Dat is bij deze weer eens bewezen.

Al was het natuurlijk wel een experiment geweest om mijn column handgeschreven in te dienen. Computerloos de weken door. Hoeveel kasten had ik al opgeruimd? Hoeveel boeken had ik al gelezen? Zou ik alle straten van mijn stad op mijn duimpje kennen? Had ik nieuwe liefdesbrieven geschreven? Maar aan wie? Kortom: hoe had ik dit afgesneden overleefd?

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 30/04/20)

TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frie...