Vorig weekend stond ik in de frituur te wachten op mijn bestelling, toen ik in een gesprek verzeild geraakte tussen een andere klant en de frituuruitbaters. Het ging over de veelheid aan slecht nieuws. Elke dag van afgelopen week had blijkbaar iemand slecht nieuws gekregen. Meestal gerelateerd aan ziekte of dood. Er was ook een verkeersboete en de beloofde terugkomst van te warme dagen. Omdat ik er maar wat ongemakkelijk bij stond, uiteindelijk kende ik al die opgenoemde mensen niet, probeerde men het wat positiever te maken. Dat lukte niet echt. Terwijl ik anders wel iets terug kan zeggen, bleef het behoorlijk stil van mijn kant.
Ik bedacht dat er inderdaad veel slecht nieuws was geweest.
Daarnaast had ik eigenlijk willen foeteren op het feit dat de combinatie van
een triatlon en zoveel werkzaamheden en wegomleggingen in een stad mij
behoorlijk gefrustreerd had. Maar ik zweeg dus en wenste ze ten slotte alleen
een betere week toe. Het pakje friet en het vlees wogen een stuk zwaarder in
die negatieve spiraal. Mijn fiets met halfzachte achterband sleepte me naar
huis terug. Daar opende ik op mijn terras het frietpapier en zette een vrolijk
muziekje op.
Terwijl ik daar zat met mijn troostpatat bedacht ik dat er
ook goed nieuws was geweest. Zo is het mijn garagist gelukt om mijn auto door
de autokeuring te slepen, terwijl ik de auto eigenlijk had opgegeven. Of dat ik
samen met mijn moeder nog eens mosselen heb gegeten. Het was enorm fijn dat het
nog eens geregend had. Om de prachtige wolken ’s avonds niet te vergeten! Sinds
1 januari doe ik het elke dag: ik schrijf één ding op waarvoor ik dankbaar ben
geweest. Het is een truukje dat ik ooit van mijn neefje heb geleerd. Het hielp
hem om in slaap te vallen. Mij helpt het ook. Al zijn er natuurlijk dagen
waarop het moeilijk is om iets positief uit te halen. Ik hou vol. Ik doe liever licht mijn ogen dicht.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 26/08/22)