dinsdag 27 oktober 2020

TINE ZIET (242): Knuffelbubbel

Terwijl ik dit schrijf zit ik met een zelfgecreëerde knuffelbubbel om me heen die in de loop van de week nog zal toenemen. Vier paar ogen staren mij aan. Ik voel me zowaar wat op mijn ongemak. Op mijn werktafel zitten vier elektronische pluchen speelgoeddieren. Nog niet allen werken ze, of misschien heb ik nog niet door hoe ze werken maar ik ben in blijde verwachting van urenlang sociaal contact en coronaproof aaiplezier. Dat heb ik toch ooit geloofd toen ik de reclame destijds zag. Ook dankzij het herbekijken van ‘Het Eiland’ groeide mijn Furbywens. Ik plaatste een oproep op sociale media waarin ik me kandidaat stelde om minstens een maand op die beesten te passen. Uiteindelijk zijn ze momenteel niet meer in de mode en staan ze in veel kasten gewoon te verstoffen. Hier krijgen ze weer wat aandacht. Zelf mijn kat geeft kopjes aan die vreemde indringers.

Hoe is het in godsnaam zover gekomen dat ik op mijn leeftijd aan een tijdelijk opvangcentrum van Furby’s begin? Dat zullen velen zich wellicht afvragen. Terecht. Het is ronduit belachelijk. Ik noem het zelf een sociaal experiment: nu ik komende maand nog minder contact met de buitenwereld zal hebben, bedacht ik dat ik de tijd nuttig kon besteden. Zal ik me, nuchter als ik ben, kunnen hechten aan minstens één van hen? Vermoedelijk is het antwoord dat ik – eenmaal ze optimaal werken – een hartgrondige hekel aan ze zal hebben want wat maken ze een kabaal! Ik geloof dat zelfs mijn buren zich al zorgen maken bij al dat gewauwel.

Alle gekheid op een stokje: we moeten er immers het beste van maken. Als ik me vrolijker voel met pluchen beesten rondom mij: waarom niet? Als ik er anderen mee kan doen lachen, des te beter. Want hoe onprettig deze tijden zijn, lachen is iets wat altijd deugd blijft doen. Hoeveel batterijen ook mogen kosten. Misschien geeft dit inspiratie bij sommigen van jullie om ook een knuffelbubbel te maken. Let wel: gelieve achteraf niets aan mijn voordeur te dumpen: mijn bubbel is inmiddels gevuld.  

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 23/10/20)

maandag 19 oktober 2020

TINE ZIET (241): Het is zover!

Wat de doemdenkers hadden voorspeld. Wat de paniekhazen hadden gevreesd. Wat ongelovige Thomassen niet hadden willen geloven. Wat de gelovigen van complottheorieën hebben ontkend: het virus is alom present. Overal in mijn stad doemen berichten op van winkels en horecazaken die tijdelijk sluiten. Evenementen worden geannuleerd. Het zwembad wordt gesloten. In mijn klassen zitten heel wat leerlingen in quarantaine. Kennissen en vrienden wachten met bange hartjes de resultaten van een test af. Ons land kleurt langzaam helemaal rood. Het zorgend personeel draait volop overuren en de pakken WC-papier passeren opnieuw in grote getale langs de kassa.

Ook al voelen we ons nu gebonden aan vervelende maatregelen en ongemakken, wil ik toch een oproep doen om naar hartenlust ‘uit te laten’. Je hoeft er geeneens een huisdier voor te hebben. Meer nog: eigenlijk hoef je er niet eens voor naar buiten. Laat je oren uit: luister naar de tikkende regen op het dakraam, luister naar de vogels die op onze schoorstenen de ochtend in roepen. Het kraken van de bladeren. Laat je ogen uit: zoek de schoonheid op in dingen. In wolken, herfstkleuren, een verstild tafereel in het straatbeeld. Laat je vingers uit: laat ze wandelen over zachte wol in je kleren, voel de sappigheid van vroege mandarijntjes en als je nog kan ruiken: snuif het op!  Als je smaakzin er nog is: roep de smaak op van verse pompoensoep met kokosmelk en een snuifje kurkuma bijvoorbeeld. Laat je hoofd in dromen uit. Wikkel je in in de warmte van wat je hart beroert en geef niet op.

Laat ik eindigen met iets wat één van mijn jongste leerlingen vertelde. Ook van kleine jongens kan je wat leren. In een fantasieoefening over griezelen, zei hij dat iets zo eng werd dat zelfs de bladzijden uit zijn lievelingsboek sprongen en het op een lopen hebben gezet. Een prachtig beeld was dat. Zijn blik bleef verweesd achter met de kaft in de handen. Hou dat boek stevig vast! Zelfs zonder fantasie zouden de bladzijden ons kunnen ontsnappen. De realiteit heeft ons te pakken.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 16/10/20)

 

maandag 12 oktober 2020

TINE ZIET (240): Leerkracht

 Na ‘Werelddierendag’ volgt traditioneel ‘Dag van de Leerkracht’. Dat is al enkele jaren zo. Het één heeft niets met het ander te maken. Integendeel: een leerkracht mag werken als een paard, zijn job wordt vaak niet als een edel beroep beschouwd. In het verleden brak ik al vaak een lans voor leraren in het algemeen. Persoonlijk heb ik het zo stilletjes aan gehad met opmerkingen over vakantie en weinig ‘werkuren’. Ik heb écht niet voor deze job gekozen omdat ik extra vakantie wou. Ik offer met plezier mijn avonden, weekend en vrije dagen op voor mijn vak. Omdat ik passie wil delen. Ik keek op naar goede leerkrachten die in me geloofden en me lieten zien wat ik uit mezelf kon kneden en wil hetzelfde voor andere jongeren betekenen.

Natuurlijk zijn er ook leerkrachten waarmee het botste. Ik had ook een klastitularis die mijn ouders de hand niet wou drukken omdat ik een onvoldoende had voor chemie. Of een muziekjuf die ons vernederde door ons vooraan liedjes te laten zingen in een of ander dialect dat we niet begrepen. Een dactylomeester die ook opeens mijn zwemmeester was en me wel kon leren tikken als een gek maar me angstvallig liet ploeteren in het plonsbad. Docenten die altijd met een kater in de klas zaten.

Waar het om gaat is de meerderheid van een groep: velen doen het wel: ‘uitblinken’ in hun job. In de taak als leraar heb je het voordeel dat je ook kan laten blinken. Het doet deugd om leerlingen en oud-studenten te zien glimmen. Helaas lukt dat niet altijd. Daar ben ik eerlijk in. Leerkrachten zijn ook maar mensen en elke leerling is anders. Er zijn ook slordige poetsvrouwen, psychologen die de knoop in zelfzelf niet eens weten te ontwarren, dokters die de verkeerde pillen voorschrijven, ministers die faliekant falen…

Tel ze eens na op je hand: juffen die aaibaar waren als een angorakonijn, leerkrachten als olifanten zo wijs en docenten die zich moeiteloos als een kameleon aanpasten aan jouw persoonlijkheid. Aai hen over de spreekwoordelijke bol want zij bepaalden jouw levenspad.

 (verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 09/10/20)

maandag 5 oktober 2020

TINE ZIET (239): Opladers

Hoewel we al maanden in bubbels denken, mogen we niet vergeten af en toe onze leefwereld te doorprikken en weer naar buiten te komen. Door weer en wind!  Zo was er dit weekend het geslaagde en unieke Boulevard Guitar in onze stad, waarvoor drie festivalorganisaties samen met CC De Steiger en Stad Menen de handen in elkaar sloegen. Het resultaat mag dan natuurlijk wel een lightversie zijn van de echte zomerfestivals, het loonde zeker en vast de moeite om naar Zaal Park Ter Walle te komen. Al was het maar om weer eens samen naar livemuziek te luisteren en samen pintjes te drinken. Zelfs met een tijdslimiet, reservatiesysteem, mondmaskers en zittend op houten klapstoeltjes rook het toch een beetje naar gras, zon, zweet en verschraald bier.

 Ook naar gras rook het tijdens het slotweekend van ‘Etude’ van Bastion in de prachtige parktuin van de Oude Leielaan. Het was er prettig wandelen op zoek naar de kunstwerken tussen de wijngaard, in het herfstige groen en tussen de bomen. Het is daar dat ik oog in oog kwam te staan met een rode eik van 250 jaar oud. Hoewel ik de tuin al bij de vorige editie van Bastion bezocht, was het de eerste keer dat de boom zo de aandacht naar zich toe trok. De knoestige boom relativeert mijns inziens enorm. In het  verleden waaiden wel meer stormen voorbij. Maar voor die stevige bast, lijkt zelfs Odette een storm in een glas water…

 Mijn weekend ‘buiten’ ging verder met een bezoek aan ‘The House of Opportunity’ in CC De Steiger en in het stadsmuseum. Een indrukwekkend stukje collectie S.M.A.K. in onze stad. Kunst komt gewoon gratis en voor niets naar ons toe! Balancerend op piepende banken en krakende planken kon ik me heerlijk opladen voor een nieuw weekje ‘binnen’. Als kers op de taart was er een repetitie van de band. Daar ontstond ondanks mijn verwaaide nieuwe verfomfaaide herfstcoupe zowaar een nieuwe wereldhit.

Bijgevolg fladder ik nu door deze sombere eerste chauffage-dagen. Ik kan er wel weer tegen! Tegen die binnendagen in mijn opgedrongen cocon. Oplaadcode groen!


 (verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 02/10/20)

TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frie...