In het huis waar ik ben opgegroeid, hing er een barometer met een hertenkopje aan de muur. Ik weet niet waar dat gebleven is, maar als kind kon ik er heel gefascineerd naar kijken. Het ging hem in de eerste plaats over dat gewei natuurlijk. Toen ik de functie van een barometer meer begreep en Armand Pien niet meer met aardappels en lipstift op het scherm verscheen, keek ik toch met meer interesse naar de wijzer van dat ding. Een weersvoorspeller in huis! Stel je voor!
We zijn inmiddels zoveel jaar later en ik heb nog nooit met
zoveel wanhoop naar de weerapp op mijn smartphone gekeken als afgelopen weken.
Zal het regenen of niet? Het blijft de hamvraag bij alles wat we (proberen te)
plannen. We kunnen wel een paar keer zeggen: “Weer of geen weer, we maken er
het beste van.” Na een tig aantal keer, werkt die redenering niet meer. Een regenjas blijkt vaak toch te lekken. Een
lievelingsparaplu raakt opeens stuk. Of: goeie moed geraakt een keer op.
Zo vond ik mezelf moedeloos op mijn plat dak in de gietende
regen met een emmer in de hand. Ik bedacht dat er net teveel water op stond en
wou het water naar beneden gieten. Dat
deed ik. Wat ik niet wist, was dat mijn kat Frieda de regen in was gelopen en
dat ze nu de inhoud van die emmer over zich uitgekletst kreeg. Mocht iemand dit
met een drone gefilmd hebben, het zou een hit geworden zijn op YouTube, maar nu
was het een absoluut dieptepunt in de relatie tussen mij en mijn kat. Op een
gewone dag, zou dit hilarisch geweest zijn, maar in die hoogdagen vol regenval
was het ook de spreekwoordelijke druppel in mijn gemoed.
Neerslag doet mijn bloembakken goed. Het zorgt voor een
mooie aanvulling van dat karige grondwater waar afgelopen maanden weer over
gesproken werd. Voor mijn onzichtbare barometer en stekelige gewei is het
genoeg, lijkt me. De bodem kan er weer tegen. Zonnedansjes! Desnoods verplicht
in bikini! Nu!
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 28/05/21)