maandag 29 april 2019

TINE ZIET (165): Columbus


Nu mijn kantelraam weer hele conversaties mijn slaapkamer binnenlaat, besef ik dat mijn straat de wereld is in zakformaat. Verschillende nationaliteiten brengen andere talen met zich mee. Andere muziekjes in de auto. Ik besef dat ik dringend weer eens meer op de stoep moet gaan zitten, want blijkbaar heb ik buren die ik vorig jaar nog niet door mijn slaapkamerraam kon horen. En wat een grote groep kinderen weer! Het feit dat ik na al de jaren mijn buren nog steeds niet ken, bewijst een aantal dingen. Ten eerste dat ik misschien te weinig thuis te vinden ben. Dat ik wellicht niet goed uit mijn doppen kijk.  En misschien ook wel dat ik niet veel moeite doe echt sociaal te zijn. Of wellicht dat mijn buurt een beetje te veel van inwoners verandert.  In elk geval: het blijft iets vreemds. In de paasvakantie ging ik als kleine dappere Columbus op citytrip naar Mons omdat ik wat meer van België wil leren kennen. Afgelopen weekend reed ik met de fiets spontaan de grens over en verkende de omgeving rond Boesbeke. Allemaal onder hetzelfde mom: om eens verder te kijken dan mijn eigen gevel. Eenmaal in mijn eigen straat zie ik blijkbaar alleen mijn eigen gevel. Dat is misschien maar logisch: hier voel ik me thuis. Helemaal vanzelf ben ik hier mezelf. Dat zou toch moeten.

Ver hoef ik helemaal niet te gaan dit weekend om te graven naar nieuwigheden: nieuw artistiek talent ontdekken op het festival Gebroed in CC De Steiger: check!  Voor jong muzikaal talent is er ROCKordon. Er zijn nieuwe bloemengeuren op te snuiven op de Bloemen- en Hoevemarkt. Er is Erfgoeddag: want ook het verleden kan kersvers aanvoelen. Deelnemen is niet verplicht. Maar het is zonde dat er toch weer inwoners zullen zijn die denken: “Hier in mijn stad is niets te doen dat me nog kan doen groeien. Vandaag hou ik de luiken dicht.” Desnoods met een krukje op de stoep maak je een wereldreis. Gratis en voor niets. Vermakelijk. Als een echte ontdekkingsreiziger. En het moet gezegd: uiterst doeltreffend tegen het vastroesten.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 26/04/19)



dinsdag 23 april 2019

TINE ZIET (164): Net!


Er is wat aan het gebeuren! Leerlingen van scholen doen aan ‘plogging’. Dat klinkt hip en dat is het eigenlijk ook. ‘Ploggers’ lopen of joggen wat rond en ze rapen daarbij ook nog eens afval op. Er zijn overal initiatieven als ‘Mooimakers’.  Er zijn talrijke persoonlijke acties. Ook in onze stad. Ik juich dat toe. Hoe kan je daar nu ook tegen zijn? Greenpeace startte een campagne om wegwerpplastic te verbieden. Steeds meer winkels doe het zonder plastic zakjes tenzij ze recycleerbaar zijn. In de toekomst komt er statiegeld op PMD. Sommige winkels slagen er zelfs al in om volledig zonder verpakking dingen aan de man te brengen. Sommige snackfoodzaken leveren de hele bestelling in gerecycleerd verpakkings-materiaal. Bij sommige handelszaken krijg je extra punten op je spaarkaart als je zelf een tas meebrengt. We gebruiken massaal onze eigen katoenen tote bag of stevige boodschappenmand bij het boodschappen doen. Als ik in mijn buurt iets zie rondwapperen, raap ik het meestal ook op.  Kortom: we worden almaar bewuster. Maar en dat is toch onbegrijpelijk: het is niet genoeg: overal tiert afval weliger dan ooit. In grachten, op pleinen of zomaar op straat. Waar komt dat toch allemaal vandaan? Wie durft eigenlijk nog zomaar een blikje uit het raam van een rijdende auto gooien? Wie kan nog zonder verpinken hele zakken achterlaten in een berm?  Wie is nog steeds niet aangeleerd dat hondenpoep moet worden opgeraapt voordat het over de hele stoep wordt uitgesmeerd? Gelukkig is er toch wat hoop: blijkbaar wordt de afvalberg beetje bij beetje minder.

Mag ik trouwens ook even een lans breken voor het zuiniger omspringen met giftige woorden op het world wide web? Zure lucht wordt er dagdagelijks zonder kans op gasboetes verspreid. Men heeft het precies nog niet helemaal door: gal spuwen en opluchting maken de dingen niet altijd schoner dan ze zijn. Hardnekkiger dan kauwgum is het ongefilterd fulmineren en het kortzichtig reageren op het net. Een klikje en kijk: “Sorry, het is al weg.”  Eens verspreid hecht het zich koppig vast op eigen smet. Echt.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 19/04/19)

zaterdag 20 april 2019

Hoe ik mijn eerste citytrip naar Mons beleefde:

"Een citytrip naar Mons? Waarom?" Het was een vraag die ik dikwijls gehoord heb, toen ik vertelde dat ik dat van plan was deze paasvakantie. Ik wist het zelf ook niet zo goed. Het was een gok. Een logische stap in mijn idee om België gewoon wat meer te ontdekken. Een excuus om Le Grand Hornu eindelijk eens te bezoeken en een heel klein  beetje nostalgie. Als kind logeerde ik elke zomer een tiental dagen in een Waals dorpje dat daar in de buurt ligt. Minstens één keer bezochten we Mons voor grote boodschappen. Zou ik het nog herkennen? Mons dus. Deze blog omdat ik misschien ook anderen kan aantrekken om de stad te bezoeken voor enkele dagen. Wie weet.

Alleen reizen, ook al is het dichtbij: ik heb daar niet altijd zin in. Meestal wordt de toon gezet met goede boeken als veelzeggende maar stille kompanen. Dus ik nam een rugzak vol lectuur mee. Meer boeken dan onderbroeken, want van die onderbroeken weet je dat je ze past, maar boeken kunnen na enkele pagina's slecht reisgezelschap blijken.
Ik koos voor de trein. Geen parkeerlabeur, geen gpsstress. De reis begint vanaf het eerste station. Nu het moet gezegd: het station van Mons is momenteel, en al een tijdje, een chaos. Er zijn werken volop. Niet echt een warm onthaal...  Om aan de andere kant van de weg te geraken moet je bijvoorbeeld helemaal omlopen.

Ik boekte twee overnachtingen in B&B Compagnons 11, tussen het station en het stadscentrum. Via een boekingssite kwam ik er terecht. Er stonden wel enkele foto's online, maar ik wist niet zo goed wat ik daarvan moest verwachten. Het is altijd spannend te ontdekken waar je precies terecht zal komen. Toen ik de rustige en charmante straat in wandelde, voelde ik meteen dat het goed was. Voor mij doemde een prachtig gebouw op met dichtregels van Verlaine op de vensterbank. Eenmaal binnen was ik verbluft door de inrichting en vele kunstwerken. Dat ik crocs moest aantrekken voor het eerst in mijn leven, vond ik niet eens erg! Mijn kamer was echt gigantisch en enorm stijlvol ingericht met de nodige fijne poëtische accenten. In mijn indrukwekkende badkamer hield een opgezette fazant me gezelschap. Naast het toilet stond een mooie collectie boeken op me te wachten, zodat ik het niet eens zo erg had gevonden om opeens een buikloopaanval te krijgen. Bij het huis hoort een charmante tuin die de gasten ook mogen gebruiken. Het ontbijt was tot in de puntjes in orde. Wat een rust! De sympathieke gastvrouw Roseline, kunstenares,  hield me gezelschap als ze voelde dat ik daar nood aan had, maakte warme verse appelmoes voor me en gaf me heel veel interessante tips. Echt een aanrader dit adresje! Het overkomt me zelden dat ik me zo snel thuis kan voelen in een taal die niet de mijne is.




De eerste dag verkende ik het centrum. Ideaal om mijn gedachten aan een nieuwe plek te laten wennen. Zonder kaart de straten van het centrum in. Hupsakee! Dat Mons niet overdreven gigantisch is, stelde me gerust: verdwalen zou niet lukken. Hoe hard ik ook probeerde.

Mons lijkt op het eerste zicht helemaal niet meer op de stad van toen. Behalve dan de winkelstraat. Nu ja, ik kijk zelf ook anders naar de dingen dan toen. De eerste indruk is dat het best rustig toeven is. Er zijn veel kerken en torens. Ik zie geen flatgebouwen. Typische Waalse gevels, veel eenrichtingsstraten, grote huizen met prachtige deuren, verrassende mix in stijlen.

Ik drink niets op de Grote Markt na mijn avontuur in Brugge en besluit een zijstraat in te wandelen. Helemaal alleen (maar met boek) zit ik op een pleintje dat L'Ane Barré heet. Af en toe passeert de oproerpolitie. Avondeten vind ik in A la Bonne Heure vlakbij de Marché aux Herbes, een zeer gezellig klein restaurantje. Ook daar zit ik eerst helemaal alleen, maar uiteindelijk waaien gelukkig ook andere gasten binnen. Terwijl ik onder een schilderij van Jacques Brel zit, hoor ik jazz en begluur het interieur dat uit heel veel vintage bestaat. Het kaart is beperkt, maar al gauw voel je dat dit allemaal klopt. Vriendelijke bediening. Eenvoudige (h)eerlijke keuken!


De ochtend daarop stap ik na een heerlijk ontbijtje naar Visit Mons. Opvallend in Mons is dat de meeste musea/winkels/... niet voor 10u open zijn. Visit Mons opent al om 9u30. Ik koop er een Mons Card. Zo'n kaart is eigenlijk niet zo voordelig als je net als ik niet de meest toeristische plaatsen bezoekt. Maar fijn is dat je met de kaart ook gratis een fiets kan lenen. Ook staan de meisjes daar heel erg klaar om je op goede weg te zetten. Door hun enthousiasme en mijn goed humeur laat ik me aanpraten dat Le Grand Hornu best goed te doen is met de fiets. Zelfs met mijn conditie. Dapper stap ik de fiets op en via mijn gps loods ik me toch richting Le Grand Hornu. Ik had van de meisjes een papieren uitdraai gekregen van een fietsroute, maar dat fietste niet zo handig... Al snel bleek dat fietsen naar het museum via de gewone wegen levensgevaarlijk is. Er zijn amper fietspaden eenmaal uit het centrum. Vaak staan ook auto's op de fietsstrook geparkeerd. Op een gegeven moment heb ik ook gewoon aan een wandelaar gevraagd of ik daar wel mocht fietsen. Hij zei dat het echt vreselijk is voor fietsers. Hij raadde me aan om op het voetpad te rijden. Wat ook niet echt handig was... In schuim en zweet bereikte ik na een dikke 13 kilometer het plein voor de site van Le Grand Hornu. Eenmaal daar worstelde ik met het fietsslot en stapte na het bekijken van enkele instructiefilmpjes op You Tube over hoe ik dat slot moest gebruiken - echt waar! - het museum binnen.





De site van Le Grand Hornu is echt indrukwekkend. Het hele complex is zeker de moeite waard. Het verhaal dat er achter steekt, is enorm boeiend. Erg blij was ik met het introductiefilmpje, de lieve woorden van de medewerkster en de audiogids. Die loodste me verder door de geschiedenis van het gebouw. Verder behelst de site eigenlijk twee musea. Mac's met momenteel de expositie: 'Schaduw Archief' van Fiona Tan. Een intrigerende collectie aan verschillende verzamelingen. Anderzijds is er ook nog Le Cid. Daarin een expositie met ontwerpers van glaskunst. en 'Hors Pistes - Ontmoetingen in Groenland' met een boeiende samenwerking tussen kunstenaars in Groenland. Intussen was er trouwens ook Repair Café. Mensen wandelden het museum binnen met een kapotte broodrooster.

De baliemedewerkster 'koppelde' me bij mijn vertrek trouwens even aan collega van haar om me op een fijnere en vooral veiligere fietsweg te zetten richting Mons. De man, uitgeweken Vlaming, was blij me te kunnen helpen in het Nederlands en legde me zorgvuldig uit hoe ik via de zogenaamd Ravels, groene wegen, terug naar het centrum van Mons kon fietsen. Hij verzekerde dat het niet moeilijk was. Dat ik indrukwekkende landschappen en vergezichten uit de Borinage zou zien en gaf me nog enkele tips mee die ik kon meepikken in Mons. Het was in elk geval een zeer fijne route. Ook al heb ik niet alle instructies goed opgevolgd...  Er waren al veel wegwijzers, maar nog niet alles klopte. De weg was langer (en warmer) dan de ochtend, maar het was echt heel fijn om te doen. Tussen de landschappen van Van Gogh door. Eenmaal in het centrum van Mons, ben ik snel afgestapt.

Dit museum is zeker een must! Ook het fietstochtje, maar je kan er ook gewoon heen met de bus hoor... (of met de auto natuurlijk.)



Eenmaal de fiets afgeleverd, bezocht ik nog het aapje, het stadhuis en de tuin van de burgemeester. Daarna even verpozen op een terrasje op de Grote Markt voor mijn eerste Ricard dit jaar. De prijs was trouwens niet volgens Brugse normen... Na een korte pauze, wandelde ik langs het park en universiteitsgebouwen naar het Gerechtsgebouw alwaar ik in La Vache à Carreaux iets ging eten. Een restaurantje met lekkere en originele kaasgerechten. Bij binnenkomst werd ik in een andere zaaltje gezet vlakbij de keuken. Daar ben ik eventjes uit mijn comfortzone getreden, toen ik - na de maaltijd pas - aan de jonge ober in mijn keuterFrans vriendelijk durfde te vragen waarom ik eigenlijk helemaal alleen in een zaaltje moest zitten, terwijl het zo gezellig was in het restaurant zelf. Hij excuseerde zich en ik zag tranen opwellen in zijn ooghoek. Ik verzekerde hem van het feit dat ik niet kwaad was, maar dat ik het gewoon jammer vond dat ik niet had kunnen genieten van de sfeer van de zaak terwijl er nog voldoende lege tafeltjes waren... Een kleine overwinning van mezelf dat ik voor het eerst in mijn hele leven ongenoegen durfde te uiten tegen een ober. Sneu voor hem dat net hij dat moest overkomen. Maar als niemand wat zei, zit morgen weer iemand alleen met de vraag waarom men hem of haar in afzondering heeft geplaatst.

Daarna dronk ik nog een afzakkertje op een terrasje van Marché aux Herbes. Ik bleek daar precies in de Overpoort van Mons te zitten. Ik voelde me bejaard in mijn jas tussen studenten.

De volgende ochtend gaf Roseline, mijn gastvrouw me de tip om even langs de gevangenis van Mons te wandelen. In die gevangenis zat ooit Verlaine vast. Op de muren zijn flarden tekst geschreven die hij geschreven heeft in zijn cel. Ook hangt er een tekst van Patti Smith. Helaas is die tekst inmiddels onleesbaar geworden. De teksten van Verlaine zijn een eyecatcher en treffend. Deze tip is in geen enkele brochure opgenomen. Nu ja, een gevangenis is natuurlijk geen toeristische attractie, maar het loont wel de moeite om de blok om te lopen. Her en der over de stad verspreid zijn nog heel wat dichtregels te vinden. Het zijn prettige restjes uit 2015 toen Mons culturele hoofdstad van Europa was.




Na het ochtendwandelingetje kwam ik terecht in BAM. Toen ik arriveerde in Mons was de affiche me onmiddellijk opgevallen. Een tentoonstelling over het Surréalisme, dàt mocht ik niet eens missen! Het doet me altijd wat om oog in oog te staan met werk van Delvaux en Magritte. Maar wat bovenal bijzonder was, was een hele nieuwe lijst met namen van kunstenaars die ik nog niet kende, die me heel erg aangetrokken hebben. Nooit eerder noteerde ik gretig zoveel tijdens een wandeling in een museum. De Chirico, Carolina Fernandez, Raymond E. Waydelich,... Het wordt nog een hele surrealistische ervaring om alle namen te ontcijferen! In het museum kan je trouwens deelnemen aan het fijn experiment Drag On Blind. Aan de hand van een koptelefoon, jouw bewegingen in een afgebakende ruimte hoor je geluiden die een werk uit de tentoonstelling verbeelden. Interessant om te proberen te achterhalen over welk werk het gaat... Heerlijk is het om met een lachend gezicht door een museum te wandelen. De tuin bij het museum is trouwens ook een aanrader: een stil plekje dat getuige is van een verleden.



Tussen de kraampjes van de Bloemenmarkt op De Grote Markt en voor het reuzenrad waagde ik me aan een plat du jour bij No Maison. In de vlakke zon. Een vreemde naam voor een restaurant, niet? De dagschotel bleek tonijn in perzik te zijn met frietjes en salade. Verrassend om dit nog eens op mijn bord te krijgen.



Daarna vond ik dat ik me toch in de traditie van de Doudou moest wentelen. Overal in de het centrum hangen er al aankondigingen van de jaarlijkse feesten. Eerlijk is eerlijk: ik had er nog niet veel van gehoord. Wat ik hoorde is dat het een waar volksfeest is waar elke inwoner van Mons naar uitkijkt. Als kersverse stadsfan, wou ik toch eens weten wat dat feest nu precies was. Daarom bezocht ik Musée du Doudou;  Als enigste bezoeker liep ik het volledige parcours met een audiogids die niet altijd werkte. De festiviteiten en de geschiedenis van het hele gebeuren worden op een duidelijke en indrukwekkende wijze uitgelegd. Zo betrapte ik mezelf erop dat ik op een gegeven moment de poten van een draak zat te aaien. Doordat je het parcours van boven tot beneden met een trap moet volgen, langs filmpjes met geluid, is het precies alsof je mee loopt met de meute van Mons. Het gejoel en het geschreeuw was soms wat beangstigend voor mij. In elk geval was het bijzonder om dit museum te bezoeken na een onderdompeling in het surrealisme... Voor mij kwam dit stukje werelderfgoed best wel beklemmend en overrompelend over.  Iets om te mijden. Maar ik ben natuurlijk nog geen ware Montois, het is ongetwijfeld een stukje folkore dat nog lang niet zal verdwijnen.



Het einde van mijn reisje kwam in zicht. Ik wandelde nog naar de kasteelpark, het hoogste punt van de stad, bij het belfort, langs de collegiale St-Waltrudiskerk kwam ik uit in de stationsbuurt in Mons. Ik had geen zin om me nog op een terrasje te nestelen en wandelde een Afrikaans winkeltje binnen en kocht er een fles Kameroense limonade en ging me op een pleintje zitten tussen spelende kinderen. Mooie afsluiter!

Tenslotte haalde ik mijn bagage op en wandelde naar het station terug alwaar ik drie kwartier in de blakende zon op mijn trein wachtte. Ik dacht na over hoe charmant Mons wel is. Ik werd telkens goed geholpen. Vaak zelfs in het Nederlands. Hier ziet men mij zeker terug! Er is hier wel degelijk veel te beleven! Met meer dan 32 km fietsen in de benen en meer dan 48500 stappen in de tenen, tussen mijn boeken folders van een nog te ontdekken kunstroute en een nakend kunstfestival, het besef weer wat gegroeid te zijn en de hunker naar nog meer en meer. Mons heeft er een nieuwe vriendin bij. En dat mag iedereen weten.

maandag 15 april 2019

TINE ZIET (163): Asiel

In zwakke momenten durf ik wel eens een filmpje te openen met een dappere brandweerman die heldhaftige toeren uithaalt om een pup te redden. Of een jongetje dat een nest kittens beschermt tegen een slang. Het is ideaal als tranen maar niet willen stromen. Of dé ultieme test om te checken of je gevoelens nog wel werken na een teveel aan automatisme. Zeker met een emotioneel muziekje eronder. Omdat dieren niet kunnen praten, vullen we zelf in wat zo’n beest wel zou kunnen denken en voelen. We hoeven er niet eens zo ver voor te gaan: afgelopen week circuleerde op internet een filmpje van een dappere man die op de R8 een eend met kroost hielp oversteken. We houden van die redders. Ze behoeven geen nauwsluitend pakje. Er moet alleen maar een camera op het juiste moment aanwezig zijn. Als toevallige ooggetuige. Ook kwade bodybuilders die zwerfvuildumpers aanpakken, zijn erg in trek. Maar hier wil ik even focussen op de supermensen die dieren uit nesten halen. We houden er stiekem allemaal een beetje van. Dieren zijn precies als mensen, met dezelfde mensenwensen, toch? Misschien durf ik zelfs te stellen dat veel mensen meer van dieren houden dan van mensen.

Op sociale media circuleren ook massaal veel berichten waarin beestjes nieuwe eigenaars zoeken. Niet allemaal werden ze aan hun lot over gelaten. Soms sterft een eigenaar ineens of zijn er andere omstandigheden. Feit is dan dat mijn facebook stilaan een soort asiel wordt van dieren die een nieuwe thuis zoeken. Door een oproep te delen, worden ze uitgelaten en worden ze niet vergeten. Het vergt geen geld om die dieren per klik aan een nieuw baasje te helpen. Nu, ik heb geen plannen om een dier te adopteren. Ik heb genoeg aan mijn kat Frieda die zich ooit als kitten dramatisch aan mij vastklampte. Maar wat ik vorige week hier las, is schrijnend. Er is zoveel virtueel asiel dat een levensecht asiel wel eens durft worden vergeten. Dagdagelijks eenzame en verstoten dieren verzorgen en strelen. Met de juiste soundtrack erbij zouden wij, dierenfilmpjesklikkers voor een nieuw asiel moeten doneren.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 12/04/19)

maandag 8 april 2019

TINE ZIET (162): Terrasje


Zondag verrasten twee vriendinnen me voor mijn veertigste verjaardag met een uitje naar Brugge. Het was volop lenteweer dus pikten we een gezellig terrasje mee op de Grote Markt. We waren niet de enigen. Zoals het Brugge betaamt, wemelde het er van de toeristen. Het was net nog iets te fris om het zonder terrasverwarming te doen, maar het was al zonnig genoeg om te aperitieven. Al is zon geen noodzaak om in dit fijne gezelschap te aperitieven. We zaten op een terras in een groezelige zaak en dachten: “We laten ons eens gaan!” en bestelden aan de louche ober alle drie een GinTonic. De duurste. Volgens de kaart kostte die €15. Wat heel prijzig is. Maar hé, het was ons eerste terrasje dit jaar en ik werd maar één keer veertig. Omdat de vriendinnen mij verrast hadden, besloot ik te trakteren. Het bleek een duur traktaat te zijn: want bij de afrekening bleek dat €15 op de gin sloeg en dat de tonic (en wellicht ook de terrasverwarming en de dikke komkommerschijven) nog eens apart moest betaald worden. Wat maakte dat ik aan een kleine €60 lag voor het aperitiefje! We waren in shock!

Toen we later in een Grieks restaurant (in een zijstraat van de Grote Markt) nog niet van de schok bekomen nog een GinTonic, elk een hoofdgerecht en koffie vroegen. Kregen we dit alles voor de som van iets meer dan €100. Het betrof trouwens dezelfde soort gin en tonic. De komkommers waren alleen iets minder dik. We kregen er daarenboven nog heerlijke olijven vooraf en een groot overheerlijk gratis stuk taart achteraf bovenop!

Zon en zotte vriendschap maakt kwistig.  Maar niet dom. We weten waar we een volgende keer zullen landen en waar men ons niet meer zal zien. We hadden het kunnen weten: als op een terras geen enkele inwoner van de stad in kwestie is te zien, blijf je beter weg. Als daarentegen een volle bus Japanners de zaak met mondkapjes binnenwandelt: verlaat dan zo snel je kan ogenblikkelijk het terras. Zelfs al ben ik inmiddels geen dertig meer, ik heb blijkbaar nog veel te leren!

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 05/04/19)




maandag 1 april 2019

TINE ZIET (161): Planten


Dat de lente eindelijk gekomen is, is niet alleen te merken aan het zonlicht dat ’s ochtends door mijn luiken valt of aan het zomeruur dat ons komend weekend weer zal overvallen maar ook aan de hoeveelheid tulpen die ik al heb aangekocht. Ik zoek weer volop kleine plantjes voor op de vensterbank en moet me intomen om geen viooltjes aan te schaffen. Ik kijk naar tuinmaterialen in winkels en ik heb geeneens een tuin. Tijdens mijn composttoezicht in de Wereldtuin hoorde ik dat er tuintjes over zijn en heel even sluimerde het kortstondig in gedachten dat zo’n tuintje voor mij prachtig zou zijn. Even dus. Want één blik in mijn huis zegt genoeg: ik ben en blijf een moordenaar van groen. Enkel de sanseveria’s, wat cactussen en de orchidee houden het bij mij uit.  Voor de rest laat ik ze vakkundig sterven. Het is geen gave. Telkens denk ik hoopvol: nu zal ik erin slagen een mooie relatie met de plant aan te gaan. Ik ken mezelf: het is een flirt, een one night stand die opeens een weekje blijft. Meestal lukt het zelfs geen maand een plant groen te houden.  En als het me dan wél lukt, begint mijn kat Frieda blaadjes eraf te knagen alsof ze zeggen wil: “De enige in dit huis die het langer dan een jaar kan volhouden met jou ben ik!” En daarna moet ze meestal braken.

Vorig jaar leerde ik boontjes kweken: van boon tot mini-plantage. Zoveel moeite was dat niet. Spontaan begin ik er niet aan. Tweejaarlijks vulde mijn moeder mijn balkonpotten. Laatst nog speciaal voor de feestdagen. Straks vult ze ze wellicht een laatste keer. Niet omdat ze plannen heeft te sterven, maar ze verhuist nog dit jaar. Haar huis met al haar planten. De serre. De moestuin. De hazelaar. De verplante kerstbomen en jasmijnbomen. Ik weet dat ze met veel verdriet zal achterlaten. Zelfs mij doet het raar. Ze zal me potten in de handen duwen en ik zal mijn best doen een serieuze relatie met de inhoud van die potten aan te gaan. Al was het maar om wat mijn moeder jarenlang verzorgde niet zomaar verloren te laten gaan. Lente, ooit zal je zien: Tine is zorgzaam voor wie ze graag ziet.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 29/03/19)


Triptiek Moniek: Tweede Paneel

  Begin vorige zomer werd ik 'verkozen' tot nieuwe seizoenscolumnist van Cultuurcentrum De Steiger. In december 2023 verscheen het t...