maandag 22 februari 2021

TINE ZIET (259): Gildig

Het is geen geheim dat ik niet mager ben. Er zijn allerlei bewoordingen daarvoor. Sommigen noemen het plompweg dik. In de rij van synoniemen en eufemismen van mollig tot gezet, het modernere curvy, obees, het poëtische voloptueus en het extreme moddervet zitten er nog de prachtige West-Vlaamse woorden ‘kloek’ en ‘gildig’. De woorden op zich raken me niet meer. Ik kijk ook wel in een spiegel, volg soms diëten en weet dat ik gespecialiseerde winkels moet bezoeken voor kledij waarin ik me goed voel. Dan weet je het wel. De manier waarop de woorden worden uitgesproken zijn evenwel soms kwetsend.  Of het feit dat de woorden ongevraagd je richting worden uitgespuugd. Of het onhandige gestuntel dat er daarna dan komt: “maar je hebt wel een lief gezicht.” of “maar je bent wel mooi hoor.” Er is blijkbaar een soort ongemak aan mijn gewicht verbonden waar andere mensen het soms zwaarder mee hebben dan ikzelf.

Deze week keek ik uit naar de eerste aflevering van ‘Albatros’. Een nieuwe Vlaamse tragikomische fictiereeks waarin tien mensen met overgewicht op afslankkamp gaan. De hoofdreden om te kijken is natuurlijk de topcast en de fantastische Wannes Destoop die net als ik uit Waregem afkomstig is! Maar het was meteen al pijnlijk herkenbaar. De gênante stilte als je door een stoel zakt. De blik van een verkoopster als je gezonde dingen op de kassaband legt. Al schuilt er natuurlijk altijd wel een soort anekdotiek in het verzamelen van volslanke mensen: “Het zal wel om te lachen zijn…” Er was vanzelfsprekend humor.  Dat moet. Er is zoiets als zelfspot. Er werd ongegeneerd ingezoomd op stukjes bloot, maar bloter nog was de scène waarin een groep in een veewagen moest kruipen om de kampplaats te bereiken. Nergens had ik dan ook maar de indruk dat de lichamen belachelijk gemaakt werden en dat is knap: want het is natuurlijk delicate materie. In een maatschappij waarin we alles wat niet perfect is, verdoezelen achter filters en truukjes, is er gelukkig nog iets ferms als gildig echt.


(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 19/02/21)

maandag 15 februari 2021

TINE ZIET (258): Strooizout

Om eerlijk te zijn, zijn weermannen en -vrouwen voor mij een beetje onbekenden geworden. Ik kijk eigenlijk nooit meer echt televisie. Op mijn telefoon heb ik een appje voor het weer. Dat check ik meestal pas als ik ga wandelen. Het was voor mij dus een complete verrassing toen het zondag opeens zo koud was en dat het dan ook nog eens kouder werd, had ik helemaal niet verwacht. Hoewel ik ooit geboren werd in Maria Voorzienigheid ben ik zelden voorzienig. Een zak strooizout om mijn stoep sneeuwvrij te maken, had ik natuurlijk niet in huis. Bijgevolg reed ik dinsdag schuifelend naar allerlei zaken om daar aangekomen te merken dat er nergens strooizout te verkrijgen was. Wel was het al volop lente in de rekken: tuinmateriaal en paasdecoratie. Even twijfelde ik om een zak keukenzout te kopen: dat zou z’n werk toch ook wel doen, zeker? Pas toen herinnerde ik me dat ik in ons stadsmagazine gelezen heb dat er strooizout te verkrijgen is bij de Technische Dienst en in het containerpark. Dus het komt in orde, voor deze column is verschenen. Althans dat mag ik hopen. Ik mag dan wel slechte voorbereidingen getroffen hebben, ik mag toch hopen dat anderen wel op een strenge winter voorzien zijn.

Voor mijn buurvrouw kwam het ook totaal onverwacht. Maandagavond opende ze haar voordeur toen ik met mijn auto voor de deur stopte. Op haar slippers slipte ze over een ijsplek en trok in haar val de drie fietsen voor haar deur mee. Het duurde niet lang voor ze weer op stond. Ik had willen zeggen dat ze voortaan ook haar stoep sneeuwvrij zal moeten maken. Maar dan had ik ongetwijfeld ook gezegd dat je beter geen drie fietsten tegen een gevel plaatst in onze straat omdat er vaak mensen met wandelrekjes passeren. Dus zei ik maar niets.  Behalve dan: “Ca va?” Ze knikte en greep naar haar billen.  Als ik een zak gevonden heb, zal ik ook voor haar deur strooien.

Met Valentijn in zicht, wens ik niet nog meer blauwe billen.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 12/02/21)

maandag 8 februari 2021

TINE ZIET (257): Kiezen

Vorige week kreeg ik een acute paniekaanval toen ik hoorde dat de kinderen slechts één hobby mochten kiezen. Dit in de eerste plaats omdat ik zelf met hart en ziel in een type onderwijs sta dat als vrije tijd wordt beschouwd. Die dag kreeg ik geen hap door mijn keel. Mijn moed zonk in mijn schoenen. In de nachtmerrie later die nacht zag ik mijn klas leeglopen en moest ik met flyers en stembiljetten op pad om leerlingen te ronselen om mijn vak te kiezen als hobby. In die vreselijke droom moest ik voor eeuwig achter een computer zitten om mijn leerlingen enthousiast te houden en bijgevolg werd ik opgesloten in een computerspel.

Dit weekend is het Dag van de Academies. Een hoogdag wat mij betreft. Nu nog meer dan anders. Het was de academie destijds die me uit mezelf deed groeien en me deed inzien dat ik een talent had. Hoe fijn was dat zeg om eindelijk in iets uit te blinken! Het waren de leerkrachten daar die dat talent gekneed hebben. Let op: niet alles verliep even succesvol. Ik herinner me de tranen voor een proef ‘zingen op zicht’. Het piepen van mijn saxofoon en het repeteren op gammele koekendozen voor mijn drumles.  Maar bovenal herinner ik de spontane staande ovatie in de notenleerklas toen ik ‘Three blind mice’ had gezongen, de stiekeme zelfstudie om poëzie te schrijven volgens de geziene structuren of de kick om een volledige zaal aan het lachen te krijgen en later herkend te worden bij de bakker als ‘dat grappige meisje van in die voorstelling’.

Hoe de vrije tijd wordt ingedeeld en georganiseerd heeft wel degelijk een gigantische invloed op een kind. Ik wil niet pretenderen dat de academie dé allerbelangrijkste speler is op die markt. Dactylo leerde me om dit snel te tikken. Jeugdbeweging leerde me modderspelletjes en de geur van gras te appreciëren. Speelpleinwerking leerde me wat verantwoordelijkheid is. Atletiek had me hindernissen kunnen leren overstijgen.

Kiezen is verliezen. Winnen doet  veel meer. 

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 05/02/21)

maandag 1 februari 2021

TINE ZIET (256): Poëzievirus

Is het jullie ook opgevallen dat er vorige week veel aandacht werd geschonken aan de woorden van een tweeëntwintigjarig meisje uit Amerika in een gele jas? Naast het beeld van Bernie in zijn aandoenlijke wanten, een van de frappantste beelden uit de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president Biden. Zoek het gerust eens op! Mij deed het alvast veel plezier dat er ineens zoveel belangstelling was voor poëzie. Want dat was het dus wat Amanda Gorman liet horen. De jonge slamdichteres gooide hoge ogen met haar gedicht en performance. Ze richtte zich daarin niet alleen tot de president en haar land, maar ook tot de hele wereld.  De hoopvolle en opzwepende tekst kwam op een perfect moment en werd in geen tijd massaal gedeeld, vertaald en geanalyseerd en diende al als inspiratiebron in gedichten van anderen. Hiermee is bewezen dat poëzie ook een vorm van virus is dat aanstekelijk kan zijn.

Het is een extra fijne gedachte nu de Poëzieweek is gestart. Voor veel mensen is het woord ‘gedicht’ voor eeuwig gelinkt aan een duf versje op de trede vooraan in de klas. Uit het hoofd en zonder fout. Ook ik kan nog rijmpjes vissen in gedachten uit mijn schooltijd. Er is een titel en een buiging. Een tekst soms die dreunt.  Herinneren jullie nog flarden op die trede? Haal ze eens van onder dat stof. Hoe onbenullig het ook soms kan lijken, misschien biedt het iets als glimlach of wie weet zelfs troost. Dat is het mooie: wat poëzie vooral is, is wat er na dat lezen plakken blijft. 

Laten we wat aan de ribben kleefde, delen. Meer dan ooit hebben we nood aan mooie woorden. Want onze eigen woorden raken stilaan op. In tijden waarin we stug ons ongeduld verliezen en stilaan hoop zien slinken, mogen we de kracht van woorden van een ander niet onderschatten. Wees niet bang en laat je af en toe bewust besmetten! Soms verdacht eenvoudig. Soms toch onderhuids. Wat dan raakt, is ongetwijfeld poëzie!

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 29/01/21)

Triptiek Moniek: Tweede Paneel

  Begin vorige zomer werd ik 'verkozen' tot nieuwe seizoenscolumnist van Cultuurcentrum De Steiger. In december 2023 verscheen het t...