maandag 30 september 2019

TINE ZIET (185): Schilderij


Als ik door straten van een onbekende stad wandel of fiets, kan ik echt genieten van mooie muurschilderingen. Die vallen me altijd heel erg op tussen de tags en de vaak puberale opschriften in het straatbeeld. Onze stad kent er nog niet zoveel. Er is in het algemeen heel weinig kleur op de muren.  Die hele mooie op de Tybersite deed me altijd wat trager rijden. Er is nu een hele opvallende naast de Sint-Fransicuskerk in de Ieperstraat. Sam Scarpulla maakte die samen met enkele Menenaars voor Salto 2018. Muurschilderijen maken, het is een vak apart. Het is niet iedereen gegeven om een werk te schilderen dat in een landschap van een stad past. Het is niet omdat je een spuitbus of verf goed hanteert, dat je ook goede street-art maakt.

Toen het project ‘Menen Muurt’ een oproep lanceerde om je gevel of muur ter beschikking te stellen voor een heuse muurschildering heb ik met een teleurgesteld hart mijn kleine geveltje opgemeten en droomde me meteen een grotere woning. Aan de andere kant bedacht ik ook: “Maar stel je dan voor, Tine, dat het een afzichtelijk werk wordt. Niet elk kunstwerk is fijn om bij thuiskomst op je gevel te zien. Heb je zelf ook inspraak in wat er op je eigendom komt te staan? Niet elke kunstenaar is Banksy.” Hopelijk zijn er toch heel wat mensen die zich kandidaat gesteld hebben want ik zal met groot verlangen uitkijken naar die extra likjes verf in onze straten.

Zelf heb ik onverwacht een schilderij op mijn lichaam. Dit door een ongelukkige val van mijn trap wegens te enthousiaste nieuwe pantoffels. Op mijn rechterarm en elleboog. Elke dag verandert het schilderij nog van kleur. Aangezien het afgelopen dagen nog geen truienseizoen was, had ik met dat kunstwerk veel bekijks.  Ik zou het niet mogen vergelijken. Dit bont en blauw fenomeen is tijdelijk en kan perfect verstopt worden. Ook was mijn val noodlottig en niet artistiek.  Maar met fijne muurschilderijen zal men misschien enthousiaster naar onze straten kijken.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 27/09/19)

maandag 23 september 2019

TINE ZIET (184): Vooroordelen


Hoe hard ik ook mijn best doe, ik geraak nooit verlost van vooroordelen. Altijd is er wel dat stemmetje dat wat in mijn oor fluistert. Soms probeer ik dat stemmetje te negeren en lukt dat ook. Andere keren lijkt te stem te bulderen van oor tot oor en blijven de woorden nazinderen. Het lastige is dan om die woorden weer te verliezen, te lozen desnoods.

Zo zijn er veel vooroordelen over onze stad. Of over De Barakken. Maar evengoed zijn ze er over Antwerpen of over Parijs. Over Limburg en Nederlanders. Altijd weten we wel iets dat ons via dat stemmetje te binnen schiet. Zelf maak ik me er ook schuldig aan terwijl ik ze absoluut wil vermijden.

Wat ik bedenk: Wie bedacht ze allemaal? En waarom? Is het voorzichtigheid verpakt met een lichte strik? Levert het wat op buiten de achterdocht? Dit weekend was ik met een vriendin uit Menen op een trouwfeest in Antwerpen. Het was geen klassiek feestje maar dat hadden we dankzij die dekselse vooroordelen ook niet verwacht. We spraken over ‘ons eerste Antwerpse avontuur’ tot 5 minuten voor onze aankomst in de eventzaal. Het bleek om een plek te gaan die ook in Menen had kunnen bestaan en ook het publiek dat er aanwezig was, verschilde niet echt van Menenaren.  Toen we hadden verteld dat we uit Menen kwamen, bleef het een tikje te lang stil. Alsof we uit een andere tijd kwamen. In die tijd voelde ik een dikke laag stof op mij belanden. Zo’n dikke laag die ervoor zou kunnen zorgen dat ik over enkele jaren uit het centrum zal worden geweerd. Tenzij ik een fikse boete betaal.

We lieten het niet aan ons hart komen. We dansten het stof van onze lijven. De volgende dag verkenden we door een autoloos centrum een fantastische stad en bedachten met schrik: “Help, straks geraken we verknocht aan deze straten.” De zon scheen fel, er was de tijd om in een ongedwongen slenteren te verdwijnen. Het was pas later in de trein dat we ons dankzij befaamde vertragingen weer in die vooroordelen voelden verglijden. 

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 20/09/19)

dinsdag 17 september 2019

TINE ZIET (183): LOL


Mensen vertellen me soms dat ik grappig ben. Zelf durf ik dat niet echt te beweren. Ik durf wel toe te geven dat er in mijn nabijheid vaak gelachen wordt maar of dat te wijten is aan het feit dat ik komisch ben, weet ik eigenlijk niet. Toen ik een paar weken geleden alleen in Riga was, ging ik om de eenzaamheid tegen te gaan op zoek naar leuke uitdagende activiteiten om ’s avonds in gezelschap door te brengen. Zo ging ik improviseren met een groepje enthousiastelingen. Daar kreeg ik een paar keer de opmerking dat mijn inbreng die avond best hilarisch was. Ik deed dat niet bewust. Maar met mijn expressie krijg ik vaak de lachers op de hand. Mijn smoelwerk heb ik niet altijd onder controle. Ik schrik er zelf ook telkens van als ik foto’s van mezelf als Figurette Fénoménale zie.

Nu, een andere activiteit waar ik me in Riga heb aan gewaagd was mijn eerste deelname aan een Stand-Up-Comedy-Podium. Heel gewaagd. Op een podium gaan staan voor een publiek dat verwacht zo vaak mogelijk te lachen, is best moeilijk. Ik ben meestal spontaan grappig. En dat in mijn eigen taal. Ik ben daar natuurlijk afgegaan als een gieter. Naast het feit dat dat Engels me niet zo goed ligt en het feit dat ik me in een uurtje had moeten voorbereiden, ben ik ook niet zo bedreven in de Letse humor. Er werd wel zuinig gelachen, maar mijn verhaal achteraf in het Nederlands haalde meer geschater naar boven. Geen wereldramp was die flater: men is mij daar al vergeten.

Het vergt heel wat moed om naar buiten te komen en te zeggen: “Ik ben comedien,” en dan ook nog grappig te zijn. Respect voor wie dat durft doen in deze wereld waarin we snakken naar de lach, maar almaar kritischer zijn voor een ander. De mondige presentatrice in Riga kondigde me af als iemand met een duidelijke midlife crisis en vroeg me te beloven dit nooit meer te doen. Achteraf zei ze dat ze het eigenlijk niet zo slecht had gevonden, maar kritiek moet bij beginnelingen. Wie de lach in de dag brengt, is een held. Wie niet lacht, een potje zurkel of een zure recensent.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 13/09/19)

maandag 9 september 2019

TINE ZIET (182): Kroon


Zaterdag was ik samen met veel anderen aanwezig bij de Stadsambassadriceverkiezing. Ik was daar niet als objectieve toeschouwer. Naast het feit dat ik vond dat ik dat als inwoner wel eens moest meemaken, was ik er eigenlijk alleen maar om Sofie te zien winnen. De andere kandidates had ik het natuurlijk ook wel gegund.  Maar ze stak er wel met kop en schouders boven uit. Ze wordt ongetwijfeld een stralende en sympathieke vertegenwoordigster van onze stad. Eigenlijk wordt dat soms wel eens vergeten: het is niet louter een verkiezing: ze vaardigt vanaf dit weekend onze stad uit. Als zij uit haar vel blinkt, wij ook. Dat is natuurlijk ook zo met onze burgemeester en schepenen. Al dragen zij geen zichtbare kroon.

Eerlijk is eerlijk: ik stond oorspronkelijk kritisch tegenover dergelijke verkiezingen. Maar sinds ik weet dat het geen vleeskeuring is, ben ik er toch anders naar gaan kijken. Zeker nu ik de verkiezing heb gezien weet ik dat het veel meer is dan elegant en gracieus een trapje afstappen, wuiven en stemmen ronselen. De kandidates stelden zichzelf op een originele manier voor. De ene al wat vlotter dan de andere. Ze werden getest op hun algemene kennis over onze stad en de actualiteit. Ze moesten ook dansen en tussen het switchen van outfits door moesten ze met wieltjes gooien en dan ook nog eens een eigen act naar voor brengen waarin ze een originele link moesten maakten met Stad Menen. Dat zijn nogal criteria! Zouden alle vertegenwoordigers van onze stad dat eigenlijk moeten doen?

In de pauze botste ik ook op de Tabaksfee, die inmiddels haar titel al heeft doorgegeven aan haar opvolgster. Kelly is net als Sofie een oud-leerlinge. Ze vertelde enthousiast dat ze een prachtig jaar heeft gehad en dat ze zo blij was dat ze had durven deelnemen aan de verkiezing. Ik herinnerde me opeens haar vroegere verlegenheid, zag haar glunderende ogen en bedacht: wie het kroontje ooit paste, schittert gewoon.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 06/09/19)

maandag 2 september 2019

TINE ZIET (181): Beeld


De meest gehoorde opmerking deze week was ongetwijfeld: “Ah, is je schooltas al gemaakt?” Zelf vind ik het niet erg om weer naar school te gaan, maar om het vooral niet over die eerste schooldag te hebben, wil ik het graag hebben over een andere start. Ik zou het kunnen hebben over de start van Barakstad Spookstad want vanaf maandag zullen de onteigende panden stuk voor stuk leeg komen te staan. Dit voor lange tijd. Dat kan niet anders dan de buurt tot een desolaat decor te maken. Een spookbeeld. Laten we het ook vooral niet daarover hebben.

Op maandag 2 september starten de werken van de herinrichting van Park Ter Walle. Het ziet er allemaal heel veelbelovend uit. Zelf ben ik geen parkspecialist, al hou ik er enorm van om mezelf in een mooi park uit te laten.  Dus ik zal vol ongeduld uitzien naar het moment dat de werken zullen afgerond zijn.

Afgelopen week was ik op reis in Riga en doorkruiste veel parken. Hoewel een vreemde stad veel gebouwen en constructies laat zien die buitenaards aanvoelen, zal een park altijd universeel een park zijn. Dé ideale plek om te wandelen, te joggen, een bankje te bezetten, vogels te tellen en honden met hun baasjes te spotten.

Wat een park altijd specialer maakt, is een fontein, of een kiosk en minstens één monumentaal kunstwerk. In Riga waren dat meestal standbeelden van militaire figuren en schrijvers met dikke borstelsnorren. Statig en robuust keken ze het park in. Bij het standbeeld altijd een bordje met wat meer uitleg. Dit in het Lets, in het Russisch en het Engels. Misschien is het nog eens tijd voor een ouderwetse buste waar iedereen stil voor gaat staan. In de plannen op de website is dat alleszins nog niet opgenomen. Zelf heb ik voorlopig nog geen ambitie om zo lang stil te staan. Maar zo’n standbeeld voor een klassieker uit onze stad en zijn verleden: Wie zouden jullie daar graag voor zien poseren? Wie zouden jullie hiervoor nomineren? Welke figuur moeten we redden van dat eeuwige vergeten?

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 30/08/19)

TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frie...