Mensen vertellen me soms dat ik grappig ben. Zelf durf ik
dat niet echt te beweren. Ik durf wel toe te geven dat er in mijn nabijheid
vaak gelachen wordt maar of dat te wijten is aan het feit dat ik komisch ben,
weet ik eigenlijk niet. Toen ik een paar weken geleden alleen in Riga was, ging ik
om de eenzaamheid tegen te gaan op zoek naar leuke uitdagende activiteiten om
’s avonds in gezelschap door te brengen. Zo ging ik improviseren met een
groepje enthousiastelingen. Daar kreeg ik een paar keer de opmerking dat mijn
inbreng die avond best hilarisch was. Ik deed dat niet bewust. Maar met mijn
expressie krijg ik vaak de lachers op de hand. Mijn smoelwerk heb ik niet
altijd onder controle. Ik schrik er zelf ook telkens van als ik foto’s van
mezelf als Figurette Fénoménale zie.
Nu, een andere activiteit waar ik me in Riga heb aan gewaagd
was mijn eerste deelname aan een Stand-Up-Comedy-Podium. Heel gewaagd. Op een
podium gaan staan voor een publiek dat verwacht zo vaak mogelijk te lachen, is
best moeilijk. Ik ben meestal spontaan grappig. En dat in mijn eigen taal. Ik
ben daar natuurlijk afgegaan als een gieter. Naast het feit dat dat Engels me
niet zo goed ligt en het feit dat ik me in een uurtje had moeten voorbereiden,
ben ik ook niet zo bedreven in de Letse humor. Er werd wel zuinig gelachen,
maar mijn verhaal achteraf in het Nederlands haalde meer geschater naar boven.
Geen wereldramp was die flater: men is mij daar al vergeten.
Het vergt heel wat moed om naar buiten te komen en te
zeggen: “Ik ben comedien,” en dan ook nog grappig te zijn. Respect voor wie dat
durft doen in deze wereld waarin we snakken naar de lach, maar almaar
kritischer zijn voor een ander. De mondige presentatrice in Riga kondigde me af
als iemand met een duidelijke midlife crisis en vroeg me te beloven dit nooit
meer te doen. Achteraf zei ze dat ze het eigenlijk niet zo slecht had gevonden,
maar kritiek moet bij beginnelingen. Wie de lach in
de dag brengt, is een held. Wie niet lacht, een potje zurkel of een zure
recensent.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 13/09/19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten