donderdag 24 september 2009

Woelrat

Het niet kunnen slapen en denken:
Wat is dat toch met mij? Ik ben toch
moe en kan toch slapen. Als een roos.
Al heb je nooit een roos zien slapen.
Maar je denkt het zo omdat het hoort.

Het draaien en keren.
Het geeuwen.
Het nét niet af- en oplopen van de trap.
Het kraken van het bed.
Het horen van vrachtwagens door je enkel glas.
Af en aan.
Je woont bij een startplaats.

Het denken aan warme melk.
Het denken aan schapen.
Het denken aan slapen.

Het vreemdste is: je vloekt niet. Je lacht.
Alsof het allemaal zo lang mag duren.

Deze keer.
Deze maal.
Deze nacht.

Maar 's morgens bedenkt je met spijt
dat wat je droomde
dat je dat dacht.
Dat dit zo blijft
als je minder krijgt dan verwacht.

woensdag 2 september 2009

Hoofdstukje (3)

Wat de mannen op het dak zagen:

Een naakte vrouw met in haar handen een hoofd. Niet het hare.
Ze slaapt. Het hoofd gaapt. Maar als in een flits de vrouw haar ogen opent, sluit het hoofd de mond terstond. Doet alsof.

De vrouw lacht. Knijpt zachtjes in de neus. Zegt wat in het linkeroor.
Wat ze zegt, dat is is een raadsel. Maar ze fluistert, lijken ze vanop dat dak te zien.

Net voordat ze het hoofd weer in haar beide armen houdt, kust ze zacht de lippen.

Als zij later slapend droomt, draait het hoofd heel voorzichtig op zijn rechteroor. De mannen op het dak zien één open oog en in die blik een duim ophoog.

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....