Nu de Paaspauze voorbij is, wordt alles in gereedheid gebracht voor een terugkeer naar vanouds. Al lijkt dat vanouds toch saaier en vergt het creativiteit om die bevrijding op een veilige en reglementaire wijze te vieren. We moeten blijven tellen met wie we afspreken. We worden geacht op onze klok te blijven kijken en afstand is nog steeds een norm. Daarom dat het voor mij niet als een bevrijding aanvoelt. Wel voelt het als een opluchting: een welkom licht aan het einde van de tunnel. Het kan weer! Yes!
Evenwel: om de
horeca echt te steunen lijkt het me
noodzakelijk dat ik een bubbel van drie kan vinden waar ik bij kan aansluiten.
Anders is mijn komst op het terras eigenlijk bij voorbaat al verlieslatend voor de uitbater. Tenzij ik voor vier drink. Wat zelfs mij overdreven lijkt. Bovendien zou
ik met mijn allenigheid kwade blikken kunnen oogsten bij een volle bubbel die
nog een tafel wil scoren. Ik zou hierbij een oproep kunnen doen naar een vaste
horecabubbel van drie. Dat lijkt me toch al te wanhopig.
Daarenboven ben
ik nogal kritisch. Zo wil ik niemand in dat gezelschap die zeurt over de prijs
die gestegen is. Geen enkele crisis wordt opgelost met lagere prijzen. Dat is
een nuchter feit. Ook is me op gaan vallen dat ik lichtjes panikeer als ik merk
dat mijn gesprekspartner na al die maanden nog niet weet men een mondmasker op
correcte wijze moet dragen. Als dat nog geen gewoonte is geworden, vraag ik me
af uit welke kelder mijn gezelschap is gekropen. Ook heb ik de laatste maanden
zoveel gehoord over vaccinaties en besmettingen dat ik het gewoon eens over
koetjes en kalfjes wil hebben. Of over schaapjes mijn part. Als we na al die
tijd nog eens uit ons kot mogen komen, laten we het C-woord dan vooral niet al
te vaak vallen.
Laat ons
kameraadschap vieren met een K. Binnen de perken en met mate. Als we flink
zijn, kan het misschien ooit nog als weleer.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 30/04/21)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten