Het gebeurt me wel eens dat ik op spontane momenten teksten uit liedjes van vroeger in mijn hoofd krijg. Een steeds terugkerende is een zin uit een liedje van Kamagurka en Herr Seele. “Bovenal is de zee koude soep.” Het was niet eens een van mijn lievelingsliedjes. Ik begrijp ook niet hoe deze oorwurm ooit in mijn hoofd is gekropen. Wellicht was ik extra gefascineerd door de absurditeit die eraan verbonden is.
Het was al even geleden dat ik aan die zin gedacht had, maar toen ik voorbij de oude Leiearm wandelde, zag ik bordjes hangen in de bomen die me erop wezen dat het water door hardnekkige vervuiling een soort van kippensoep is geworden. En hop! Daar floepte het ineens na al die jaren weer eens in mijn oren. De Leie is dan wel geen zee, maar ik zag letterlijk een vette soep op het wateroppervlakte drijven. Ik las ergens in een artikel dat een visser niet langer het idee had dat hij op karpers viste, maar op frikandellen. Dat leest op zich wel grappig, maar je zal er maar wonen. Naast die stinkende smurrie.
Het mag toch absurd zijn dat er in een tijd waarin we almaar met de ecologische vinger worden gewezen, weinig kan worden ondernomen aan deze ernstige vorm van vervuiling. Een inwoner van deze stad kan een GAS-boete krijgen als hij of zij geen poepzakje gebruikt of als hij of zij het onkruid op de stoep niet wiedt, maar aan het lozen van afval in een dode Leiearm, kan er op dit moment weinig gedaan worden. Begrijpen wie begrijpen kan.
Soep hoort niet op de zee of op een rivier. Soep hoort in een bord of in een kom.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 31/05/24)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten