Ik zou over hokjes kunnen schrijven. Over haatdragende stickers daarin. Over lijsten. Over een stembrief waarin met grote rode letters KLOOTZAKEN geschreven stond. Over resultaten. Over tellen, hertellen en nog eens hertellen. Over vriendinnen die ondertussen doodleuk foto’s stuurden van hun zongeblakerde lachende gezichten. Over gortdroge sandwiches met smakeloos beleg. Koude slappe koffie. Over gemiste terrasjes. Over de doffe lucht die in Park Ter Walle hing. Over pralines die mij zelfs niet smaakten. Over computers die natuurlijk vastliepen. Over daaraan gekoppelde vertragingen. Over wachten en wachten. Over een moeder die hierdoor haar dochter moest missen net die ene dag dat ze eens naar huis kwam. Over langzaam leeglopende batterijen van mensen en gsm’s. Over de vlucht naar de wc om eens alleen zonder cijfers te kunnen zijn. Over wazig zicht.
Maar veiligheidshalve schrijf ik over mijn kwade kat Frieda
die het nodig vond me om vijf uur te
wekken op een doordeweekse maandagochtend. Of ze reden had om zo chagrijnig te
zijn? Nou en of! Ze had de zon op mijn terras gemist. De extra aandacht. Zelfs
onze traditionele zondagavond samen op de bank. En nét nu het allemaal weer zou
kunnen, was het weer beginnen regenen. Alsof ik er voor iets tussen zat. Burgerplicht,
gutsende wolken en ook ik een verfrommeld gezicht. Ik maak het een andere keer
met haar goed. Als we beiden zonder nasmaak weer gelukzalig kunnen spinnen in
deugddoend zonlicht . Wat een fijne dag had kunnen zijn, is nu gewoon drets.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 14/06/24)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten