Voor het eerst in jaren is het me niet gelukt om bepaalde belangrijke deadlines te halen. Niet alleen vind ik dat erg erg. Ook vind ik het behoorlijk confronterend dat één van mijn persoonlijke motto’s hiermee is verpulverd. Ik geloof namelijk al jaren dat het idee van een deadline me alleen maar positief sterkt. Als ik een deadline heb, presteer ik namelijk op mijn best. Daarenboven heeft die ‘allerlaatsteloodjesstrress’ me eigenlijk nog nooit bedrogen. Dit weekend besefte ik opeens dat dit geloof dus waarschijnlijk gestaafd is op toevalligheden.
Terwijl ik dit schrijf zit ik behoorlijk vast, want de
deadlines is nog altijd verstreken en hoe graag ik ook vooruit wil gaan: ik
trappel nog altijd ter plaatse. Iemand moet me toestemming geven om mijn
eindstreep te verleggen. Het heeft me een onbehaaglijk gevoel want ik ben dat
niet gewend. Ik voel me zo’n Donkey Kong die klaar zit om z’n parcours aan te
vatten, maar zolang die niet wordt aangeklikt, trappelt hij maar in het ijle.
Het maakt me in elk geval erg zenuwachtig.
Voor mij is dit een tijdelijk gevoel. Voor één geval moet ik
jammer genoeg een jaar wachten om een nieuw projectvoorstel in te dienen. Dat
is jammer, maar dat overleef ik wel. Voor een ander geval wacht ik op een
simpele klik van de computer en dan kan heb ik wellicht maximum twee dagen
respijt. Dat moet lukken. Desnoods ’s nachts.
Hoeveel mensen
trappelen eigenlijk niet ter plaatse, terwijl ze alleen maar vooruit willen?
Hoeveel mensen wachten er niet op een nieuwe eindstreep in dit leven? Maar er
is niemand die hen dat geeft.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 21/06/24)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten