Wie goed heeft opgelet weet dat ik vorige week in Polen heb gezeten. Meer bepaald in Krakau. Bij een bezoek aan die stad, hoort een rondleiding in Auschwitz / Birkenau. Niet omdat alle reisgidsen dit zo verkopen, maar ook omdat ik met mijn eigen ogen die vreselijke plek wou zien.
Voor de rondleiding begon, kregen we enkele instructies. Zo
moesten de telefoons uitgeschakeld blijven. Fotograferen mocht, maar uit
respect kregen we op sommige plaatsen fotografeerverbod. Ook werd ons gevraagd
om op sommige plekken te zwijgen. Zelf maakte ik onderdeel uit van een groepje
van tien. Maar voor en achter ons waren de groepen groter. Het viel me op, hoe
lastig sommige mensen het hadden met deze simpele instructies. Nochtans deden
alle gidsen volgens mij erg hun best om te wijzen op de gruwelijkheden die in
elk gebouw gebeurden. Ik vroeg me af hoe je in godsnaam tegen een kachel aan
kan leunen in zo’n kamer? Of hoe je doodleuk de telefoon kan opnemen in een
ruimte waar mensen verhongerden?
In Birkenau was er blijkbaar een ‘schijnbarak’ waar gezinnen
gezellig samen leken te wonen. Want ook in die tijd bestond er al publiciteit.
Zodat met beeldmateriaal kon worden aangetoond hoe ‘gezellig’ men het daar toch
had in Polen! Een jongere vrouw uit mijn groep had uit de hele uitleg in beide
kampen blijkbaar alleen maar dit ene stukje begrepen. Want op het einde vroeg
ze de gids wat er dan in godsnaam zo erg was voor al die gezinnen. Een man
durfde te klagen over de hitte. Verontrustend. Wat ik in mijn groepje zag, gaf wel
hoop: het was vooral de jeugd die verbleekte.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 18/07/24)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten