Elke keer als ik op reis vertrek, vervloek ik mezelf. Waarom doe ik mezelf dat toch aan? Ik hou er wel degelijk van om alleen op reis te zijn. Ik gruwel toch altijd weer van dat alleen reizen. Waarom zijn vliegtuigregels bijvoorbeeld niet simpeler? Afgelopen dagen was ik voluit stresskip. Over inchecken. Handbagage. Ruimbagage. Vloeistoffen. Ineens moest ik zelfs opzoeken of ik nu een paspoort of een identiteitskaart heb. En koos ik wel een fijne plaats om te overnachten? Hoe herken ik een centraal station als dat in een andere taal wordt aangegeven? Het zijn voor kleine dametjes als ik grote verantwoordelijkheden. Soit: als alles goed is gegaan, ben ik als jullie dit lezen op reis in Polen. Als het fout liep, hang ik wellicht dronken op mijn bank en doe ik wel alsof ik Pools spreek.
Het is ronduit belachelijk hoe onbeholpen ik me voel als ik
op reis vertrek. Veel vriendinnen vinden me dapper en denken dat ik mijn grote
Meense mond ook meeneem. De waarheid is, dat die gewoon op mijn nachtkastje
blijft weken tot ik terug ben. Die mond mag ook wel eens vakantie. Eenmaal ik
op mijn vakantiebestemming ben en weet dat alles goed is, kan ik pas stilletjes
genieten. Ooit lieten een vriendin en ik alles regelen door haar zus. Als
verrassing. We wisten onze eindebestemming niet. Dat was op zich best
comfortabel. Tot zelfs de treintickets toe kregen we in een mapje aangereikt.
Al denk ik dat ik uiteindelijk toch meer voldoening haal als ik voldaan naar
huis terug keer en mijn grote Meense mond weer aan kan trekken om op te
scheppen over mijn eigen reisavonturen.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 11/07/24)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten