Het inzetten van de herfst gaat altijd gepaard met stippen. Elk jaar is dat een terugkomend ritueel. Op de handen van mijn jongste leerlingen groeien opeens vier stippen. Bij dat verschijnsel hoort een lied. Maar vooral de boodschap die die stippen uitdragen, blijft hangen: ‘Pesten mag niet!’ Het zou utopisch zijn te stellen dat zo’n actie het pesten definitief uit de wereld doet verdwijnen. Dat het onderwerp ervoor zorgt dat men naar buiten durft komen met een pestverhaal, bewijst dat er nood aan is.
Lang leefde ik in de naïeve veronderstelling dat pesten alleen iets voor kinderen en jongeren was. Dat is natuurlijk niet juist. Het is helaas van alle leeftijden. Zo passeerde ik vandaag toevallig aan een park waarin een fiets over de omheining bungelde. Mocht ik groot genoeg geweest zijn, zette ik dat vehikel eigenhandig op de grond, want ik kan me maar al te goed de machteloosheid voorstellen van de eigenaar die er niet bij kan.
Mijn broers
hebben me ooit hetzelfde gelapt. Toen ik op sluitertjesdag voor de meisjes mijn
gele kinderfietsje zocht, vond ik dat in de struik van de beek. Ik weet dat ik
toen huilend naar mijn moeder liep en riep dat ze mij weer hadden gepest.
Achteraf bleek dat toen plagen te zijn geweest maar de onmacht die ik toen
ervoer, zag op dat moment geen humor in het grote ongemak. Mijn broers
natuurlijk wel. Gniffelend sloegen ze me gade: ze wisten dat hun kleinste zus
gegarandeerd zou huilen. Hun plagerijen zorgden bij hen ongetwijfeld voor
gehoorschade.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten