zondag 4 april 2010

Hoe jezelf te klonen: les 1

Wie alleen de storm trotseert, wordt meer.

Eerst en vooral de rust waarmee je de zaal betreedt.
Het gemak waarmee je naar een doel afstapt. Blokkeert.

Dan maar dichter bij muziek die gaten boort.
Jouw leden stoer. De ogen minder droog.

Het lijf het lijf maar laten. Het slibt langzaam dicht.
Je lacht. Het maakt je blik niet minder zout.

De frisse lucht opzoeken. Daar een blik. Een klik.
Onuitgesproken neem je hem in kielzog mee.
Als de klanken hoogtes raken, stijg je samen uit. Zweeft.
Dit is niet echt. Je bedenkt het. Denkt hij meer?

Hierna er even uit. Toch nog eens een doel opzoeken.
Je schudt een hand. Spreekt plannen uit die jezelf doen verbazen.
Daarna is je contact opnieuw gestoord tot een zucht op het toilet.

Je herpakt je, gooit je in een groep die teveel dronk om muziek te horen zonder oren.
Je vermengt je dan maar met de andere kant van het publiek. Maar ook daar zal je je storen aan de grote monden van het bier. Dan maar in een hoekje. Dan maar weer jezelf opzoeken. Tot in de toppen van de tenen schaamte kweken. Maximaal stagneren.

Tenslotte dan maar je boze hakken de vloer instampen.
Uitgeput een paal aanklampen en zonder boe of ba een goed concert uitlopen.
Omdat wie je was bij binnenkomst, in niets meer lijkt te reageren.

Nergens regent het niet in kop.
Ergens loop je als manke kat de snelweg op.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...