maandag 14 april 2025

DRIFT: Huiswijn


 

TINE ZIET (468): Solidariteit

Terwijl ik zondag dichtbij een vuurtje in een tuin zat en mijn haar langzaam de geur kreeg van het hout van het tuinhuis van mijn oom en tante waar ik heel graag in speelde, brandde het een dertigtal kilometers verder in een loods in Lauwe. Daarbij brandde ook een appartement volledig af. Meteen werd voor de inwoner, Carine,  een bekend figuur in Lauwe, een steunactie georganiseerd en zoals dat gaat in Lauwe: veel mensen betuigen hun solidariteit en doen een gift. Hoe erg is het niet om alles te verliezen? Daarbij gaat het dan nog niet alleen over de gigantische materiële schade, maar ook alle souvenirs, alle herinneringen die je wou bewaren,  spulletjes en papiertjes waar je geen afscheid van kan nemen,… alles is weg! Dat kan geen enkele donatie terugbrengen. Natuurlijk helpt zo’n actie wel om een nieuwe start te kunnen nemen na zo’n heftige gebeurtenis. Het is enorm hartverwarmend om te zien dat een volledige groep mensen achter één persoon kan gaan staan. We kunnen het nog. Ondanks de immense verdeeldheid en verzuring vormen mensen nog steeds een front als het over dergelijke rampen gaat.  In Lauwe is al vaak gebleken dat samenwerken loont. Festivals, kerstmarkten,…. Mochten die niet meer worden georganiseerd: inwoners zetten zelf hun schouders onder de organisatie en organiseerden het misschien zelfs nog beter!

Ik vind dat hoopgevend.  We zouden het met het oog op de actualiteit over de grenzen heen, kunnen vergeten. Zolang er dergelijke samenhorigheid is, koester ik toch ergens de stille hoop op vrede.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  10/04/25)

maandag 7 april 2025

TINE ZIET (467): Draai

Onhebbelijkheid kruipt soms waar het niet gaan kan. Zo betrapte ik mezelf afgelopen dagen meermaals op een botte opmerking of een uitval. Dat simpelweg omdat mijn bobijntje weer aardig volgelopen is en dat het dringend tijd is voor ontlading.  Met 15 dagen vakantie voor de neus, komt die opportuniteit toch heerlijk dichtbij. Ook de aanblik op de lente zorgt voor een milder gevoel.  Waarom neem ik zoveel hooi op mijn vork?

Ik voel dat al ik tranen in mijn ogen krijg bij het minste beetje pech. Het doosje blauwe bessen dat dan opeens uit mijn handen springt, bijvoorbeeld. Tijdens het oprapen van elke bes, kan ik wel huilen. Alsof fruit me emotioneel maakt of het bukken… Nee, dan denk ik: “Op tijd  gaan slapen. Wandelen. Meer water drinken. Extra vitamines. Meer vrije dagen!”

Als ik naar mijn omgeving kijk, merk ik eigenlijk dat het niet alleen aan mij ligt. Er is een algemene tendens waar te nemen. Ongeacht het formaat van die bobijntjes en hoeveelheden hooi op de vork, geraken zoveel mensen op. Van andere stukjes fruit. Van voetbaluitslagen. Files. Een opgestoken middelvinger. Van boormachines in de buurt. We gaan op en op en op en lezen bijgevolg bijvoorbeeld berichten helemaal verkeerd, blazen muren op of foeteren in het verkeer. Hoe laten we het toch in godsnaam zover komen?

De wereld draait al uit zichzelf. Op sommige plaatsen draait die wereld zelfs helemaal door. Wij tollen al te vaak om eigen as en missen bijgevolg draaierig waar het echt om draait.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  03/04/25)

 

maandag 31 maart 2025

TINE ZIET (466): Zool

Tegenwoordig leef ik op andere voeten. Sinds ik bekend ben met hielspoor en besefte dat mijn voeten niet langer iets waren om vrolijk op te steunen, maakte ik een afspraak bij een podoloog/posturoloog. Ik moest op een band staan, werd zorgvuldig opgemeten en onderging nog een paar testen om twee weken later zooltjes in mijn schoenen te schuiven. Op het moment dat ik dit schrijf, ben ik ze nog aan het inlopen en ik moet zeggen dat ik letterlijk op goede hoop leef.  Al is het natuurlijk geen sinecure om een dagdagelijkse houding ineens te veranderen, want dat doet zo’n zool natuurlijk wel. Niet alleen je voeten moeten zich aanpassen: je hele lichaam volgt automatisch. Zo is het met elke verandering in het levenspatroon. Hoe minuscuul ook.

Zo had ik in een of andere vakantie de slechte gewoonte gekweekt om een belachelijk spelletje op mijn gsm te downloaden. Op den duur kon ik niet meer opstaan of gaan slapen zonder het spelletje uitgespeeld te hebben. Nu ik het spelletje en ook mijn topscore in een opwelling verwijderde, zit er een gat in mijn rituelen, die ik graag zou opvullen met voetenwerk. Of iets creatief. Een mix van beide? Stapschrijven bijvoorbeeld. Wandellezen. Tot een paar jaar geleden, waren dit compleet waanzinnige ideetjes. Sinds de komst van oortjes, dicteerapps, podcasts en luisterboeken,… zijn die dingen ook effectief perfect uitvoerbaar. Zouden die zolen me ook in die mate kunnen hervormen? Dat zou nogal wat zijn!

Dat ze impact hebben is een feit. Zo hoor ik ze nu fluisteren dat ik naar buiten moet. Of zou dat de lente zijn?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  27/03/25)

 

maandag 24 maart 2025

TINE ZIET (465): Hertjes

Zondag wandelde ik met een vriend in het Preshoekbos. We lieten onze gedachten uit. We waren er niet alleen. Er kwam ons een koppel tegemoet dat hun beide honden uitlieten. Toen ze ons kruisten, zei de jongen dat er drie hertjes onze richting uit liepen. Mijn hart maakte een dartel sprongetje bij de gedachte dat we oog in oog gingen staan met kleine herten. Hoe ouder ik word, hoe meer ontmoetingen met dieren in de vrije natuur mij ontroeren. Opeens gingen we allebei op een andere manier stappen. Op de tippen van onze bemodderde tenen. Trager. We zwegen meer en keken hoopvol vooruit en opzij. We laadden ons op voor dat bijzonder spontaan treffen dat er uiteindelijk niet kwam.

Waren de herten opgelost? Waren ze misschien in de bomen geklommen? Of waren die herten misschien zo klein dat ze onderweg vertrappeld werden? Hoe konden we ze in godsnaam missen? De bomen zijn er zo dik niet en door de herfst waren ook alle struiken kaal. Kortom: er was niet eens een verstopplaats. Feit is dat we in dat ene kwartier waarin we speurden dichter naar elkaar groeiden. We hadden blijkbaar allebei nood aan één of ander teken. Toen we het allebei opgaven met elke ooghoek voorzichtig te loeren, besefte ik dat we de drie diertjes niet nodig hadden om te ontdekken dat het de moeite is om samen gedachten uit te laten in de natuur en dat er bitter weinig nodig is voor een glimpje gevoel voor avontuur.  Aan de herten wil ik zeggen: “Kom nu maar tevoorschijn! Het gevaar is geweken. Maar let op: voortaan zal door wie dit leest, meer naar jullie worden uitgekeken!"

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  20/03/25)


maandag 17 maart 2025

TINE ZIET (464): Smoel

De krokusvakantie zat vol leuke ontmoetingen en fijn weerzien. Ook had ik voor mezelf een uitdaging gepland. Zo ging ik smoelenmodel staan bij twee tekenaars. Zij hadden telkens 5 minuten om 18 verschillende gelaatsuitdrukkingen van mij te tekenen. Ooit stond ik al eens model voor een fotograaf, nooit eerder voor een schilder of een tekenaar. Het bleek heel intens om een plooi in een gezicht en of een opgetrokken wenkbrauw zo lang vol te houden. Het resultaat was best confronterend.

Heel lang heb ik me geschaamd voor hoe ik eruit zie. Ik gruwelde bij het idee om te moeten poseren of mezelf op foto te zien. Ooit had ik een lief dat het leuk vond om zoveel mogelijk foto’s te maken. Zijn foto’s waren meestal erg geslaagd, daardoor leerde ik mezelf op beeld meer te appreciëren. De grote verandering kwam er in Menen. Opeens fotografeerde men mij in actie en in nettenkousen en ik had het geluk om toevallig enkele erg goede fotografen op mijn pad tegen te komen, die erin slaagden om me op zo’n manier vast te leggen dat ik vrede met mijn uiterlijk kon nemen. Corona zorgde ook voor minder schroom bij filmpjes en close-ups door alle zoomsessies en filmpjes voor de leerlingen. Opeens stond ik zelfs op een banner in onze stad.

Dat ik veel smoelen trek op een podium, weet ik. Dat mensen die smoelen vaak grappig vinden ook.  Normaal denk ik er niet te veel over na en ontstaan ze spontaan. Nu ik ze vijf minuten heel bewust droeg, maakt de tekeningen intiemer. De mooiste kwam er wel zomaar: met de ogen dicht.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  13/03/25)


(tekeningen door Serge Baeken) 

zondag 9 maart 2025

TINE ZIET (463): Ensor

Het is me na al die jaren toch nog eens gelukt om halsoverkop verliefd te worden. Dit zou wereldnieuws kunnen zijn, ware het niet dat de man op wie ik stapel ben, inmiddels al 76 jaar geleden overleden is. Het betreft de schilder James Ensor. Hoewel ik al heel wat van de man leerde, sloeg de vonk pas over in het Ensorhuis van Oostende.  Meer bepaald het bezoek aan de winkel en zijn salon maakten grote indruk. Zoveel indruk dat ik de man als het ware zag zitten. Letterlijk en figuurlijk dus.  

Als ik erover nadenk, is het me nog overkomen. Ik kan blijkbaar zo onder de indruk zijn van een interieur dat ik er automatisch verliefde gevoelens bij ga koesteren. Het omgekeerde kan trouwens ook: afknappen bij de aanblik van woonkamer bijvoorbeeld. En dan gaat het niet over kruimels op de tafel en een scheef schilderij aan de muur. Het gaat om kleine onopvallende details.  Een sfeer. De geest die in de kamer hangt. 

Meer en meer besluipt me het gevoel dat dit wat aan het verdwijnen is. Als ik foto’s van immosites bekijk, merk ik dat er in de loop van de jaren ondanks het grote aanbod aan meubilair en interieurspecialisten een soort uniformiteit is ontstaan in de manier van wonen. Of ligt dat aan de immosites zelf? Misschien moet alle persoonlijkheid net in die foto’s verdwijnen? Feit is wel dat zo’n woonkamer van Ensor meer indruk op mij maakt dan de gemiddelde moderne woonkamer. De tijd terugdraaien kan vooralsnog niet. Een oproep plaatsen kan wel: kunnen Ensors zich bij mij melden? Dank!

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  06/03/25)

maandag 3 maart 2025

TINE ZIET (462): Doorlichting

 

Als jullie dit lezen, is het gebeurd: niet alleen ben ik dan hopelijk een jaartje ouder geworden. Ook kon ik een streep trekken onder een spannende periode van ‘doorlichting’. Het geeft toch altijd veel spanningen in lijf en leden als je weet dat er opeens met een vergrootglas naar je werk wordt gekeken. Meer nog: dat er eigenlijk met buitengewone interesse naar fouten, gaten en gebreken in het belang van een gehele werking wordt gespeurd. Ik kan er werkelijk niets aan doen en ik weet heel zeker dat ik niet de enige ben, maar al is dit geen persoonlijke heksenjacht naar het feit of ik al dan niet een goede leerkracht ben, het komt toch zo over. Zullen wij zinken of blijven wij drijven?

Het is gebruikelijk dat wij onze leerlingen hierover inlichten op voorhand. In een klas met jongste leerlingen vroeg een meisje met een angstige blik of zo’n inspecteur er ook kan voor zorgen dat er geen lessen meer mogen doorgaan. Ik antwoordde in alle eerlijkheid dat dat kan voorvallen, maar dat dat zelden gebeurt. Ze zuchtte hoorbaar opgelucht. Een andere leerling, die me duidelijk niet zo mag, vroeg of de inspecteur op mij zou lijken. Blijkbaar vindt hij mij ook een inspecteur, want hij zei erbij dat ik al zo streng was. Daar moest ik hardop om gniffelen. Anderen van de klas ook.  Hij meende het. Wij ook.

Als het goed is, ben ik er dan weer een tijdje van af. Van verjaren en strenge blikken in de mazen van het onderwijsnet. Feit is wel dat ze allebei voor instantrimpels zorgen die  blijkbaar voor sommige zeldzame gevallen aanvoelen als gezag.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  27/02/25)

 

maandag 24 februari 2025

TINE ZIET (461): Romcom

Dankzij CC De Steiger kreeg het Valentijnsweekend toch een hartverwarmende invulling voor mij. Samen met veel anderen, want drie uitverkochte voorstellingen, ging ik naar ‘Vitrine’ kijken bij Villa Buurvrouw.

Eerder hadden de schrijvers van het stuk Ellis Meeusen en Steven Beersmans een workshop gegeven aan één van mijn klassen. Daarin hadden ze het het erover dat ze met de voorstelling een romcom op de planken wilden brengen. Ik wist niet eens wat dat was. Nu weet ik het! Niet alleen is het de afkorting van een romantische komedie. Ook is het duidelijk iets wat met je hart kan doen.

Toen het stuk afgelopen was, voelde ik de tranen in mijn ooghoek duwen. Dat voel ik bij goede huwelijksaanzoeken en afscheidsscènes in films en series ook. Daarbij voelde ik me regelmatig overlopen met een warm gevoel voor bepaalde scènes en plotwendingen waarbij ik dan dacht: “Goh, overkwam mij dat maar…”

Ik heb dat niet vaak bij theater. Veilig achter een televisiescherm wel. Maar daar in die woonkamer waar ik al zo vertrouwd ben, deed me dat toch allemaal nét iets meer. Als de dingen zo voor je neus plaatsvinden, is het precies toch allemaal geloofwaardiger.

Later die dag bevond ik me met een leerling voor een verrassingsact in een restaurant in Menen. Daar zaten nog heel wat mensen in de Valentijnsbubbel. Omdat er een glas teveel was ingeschonken, kregen we voor ons vertrek elk de helft van dat glas aangeboden. Misschien is mijn leven ook gewoon een romcom, bedacht ik. De maker heeft alleen geen geschikte tegenspeler gevonden.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  20/02/25)

maandag 17 februari 2025

TINE ZIET (460): Single

Het ziet er niet rooskleurig uit voor mij. Ook dit jaar heeft Cupido niet op mij geschoten. Alhoewel ik zaterdag tijdens het Lerarenconcert de ware liefde heb geschapen, werd ik alweer niet door zijn pijl geraakt. Er is een tijd geweest dat men mij daar vaak naar vroeg. Leerlingen en familie dan toch. Nu zijn ze op het punt gekomen dat ze er wellicht niet meer naar durven vragen. Behalve dan de jongste leerlingen. Die vragen soms eens naar mijn man, mijn kinderen of mijn lief. Ze bekijken me dan vol medelijden als ik zeg dat ik alleen een kat en heel veel vrienden heb.

De laatste tijd heb ik het er vaker over met vrijgezelle vriendinnen. Dat ondanks het feit dat we zelfstandig, vrij en goed omgeven zijn, we toch soms die ware liefde missen. Dat is meestal rond deze tijd van het jaar. Niet omdat de commerce met hartjes en Valentijnsacties strooit, maar eerder omdat er al iets van lente in de lucht hangt. Dat uit zich in verschillende dingen om ons heen. Zo zien we opeens botjes in de tuin ontluiken en verstokte vrijgezellen verliefd glunderen naast een vrouw op een barkruk. Wat fleuren ze daarvan op!  Daarenboven lonken de tulpen traditioneel in de winkel. Feit is dat we ze voor onszelf moeten kopen.

Het is ronduit schokkend te beseffen dat nergens in de wereld de alleenstaanden zonder kinderen zo zwaar belast worden als in ons land. In het nieuwe regeerakkoord wordt al een beetje aan ons gedacht en er lonkt ons in de toekomst nog meer voordeel. Heeft de regering ons ook al opgegeven? Dat we het nu zijn en betalen. Blijven we alleenstaand heel ons leven?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  13/02/25)

maandag 10 februari 2025

TINE ZIET (359): Gedicht



In kader van de Poëzieweek bevond ik me afgelopen weekend op een krukje naast een raam in Wevelgem. Bedoeling was om voorbijgangers en deelnemers van de ‘Dichterlijke Route’ het gedicht van Jules Deelder voor te lezen dat op dat raam geschreven stond. Dit voor twee uurtjes. Het eerste uurtje bevond ik me dik ingeduffeld aan de zonnekant van de straat. Ik had bijna het terrasjesgevoel al was er geen drankje in mijn nabijheid. Maar een uurtje gratis opladen in de buitenlucht, deed me wel goed.  Na dat ene uurtje verschoof de zon en werd het weer kouder. De meeste mensen wilden effectief naar het gedicht luisteren. Sommigen waren nietsvermoedende voorbijgangers en waren niet geïnteresseerd. Een enkeling negeerde me volkomen.

Ik vind het wel fijn om via zo’n manier stiekem een buurt te begluren. Zo was er een paar huizen verder een huis waarin boven- en onderburen blijkbaar met elkaar communiceerden via open ramen en dat zonder enige vorm van gêne. Ook merkte ik dat het nabijgelegen vliegveld op zondag best ook een stoorzender kan zijn en dat de meeste automobilisten en zelfs ook wielrenners lak hebben aan het begrip ‘fietsstraat’.

 Het gedicht dat ik voorlas was een erg eenvoudig en licht gedicht waarin Deelder, stelt dat we tevreden mogen zijn met wat er is en met wat we zijn. Een toevallige passante die eigenlijk te koud had voor een gedicht, liet zich toch verleiden en bleef zeker nog een tiental minuten naar de tekst kijken en zei tenslotte: “Bedankt voor wat dit met me doet.” Dàt kan een gedicht als geen ander: laten kijken en de kou even bestrijden.  

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  06/02/25)

maandag 3 februari 2025

TINE ZIET (458): Lynch

Vorige week schrok ik toen ik ontdekte dat David Lynch overleden is. Voor mij was mijn eerste kennismaking met hem er door ‘The Elephant Man’. Die film greep me heel erg aan. Daarna had ik een lief dat bezeten was door Laura Palmer en zijn missie was natuurlijk om mij ook tot TwinPeaksdom te bekeren. Uren kon hij doorratelen over personages alsof het zijn vrienden waren. Hij schreef gedichten voor Laura en zette haar schepper op een voetstuk. Hoewel ik de fascinatie voor Laura Palmer overnam, zonder de serie gezien te hebben, doofde de verliefdheid voor dat eerste liefje uit maar nam ik zijn liefde voor de schepper van Palmer wel over. Als ik later die liefde aan anderen wou doorgeven, botste ik almaar op het feit dat ik net als hem maar kon blijven ratelen, maar dat ik nooit beknopt kon vertellen waarom ik door iets van hem geraakt was.

De serie heb ik ondertussen wel met de mond open uitgekeken. Met kippenvel ontdekte ik ‘Eraserhead’. Ik liep verloren in zijn ‘Lost Highway’ en ‘Mulholland Drive’. Nooit kon ik benoemen waarover die films nu juist gingen en telkens als ik ze opnieuw zag en me voornam om de dingen te onthouden, verloor ik me telkens weer in een ander beeld of een andere sfeer. Net zoals ik mijn dromen ook nooit helemaal kan vertellen zonder dingen weg te laten of toe te voegen.

Afgelopen weekend keek ik nog eens naar ‘Lost Highway’ en het overkwam me weer: ik verloor me opnieuw en bleek praktisch de hele film vergeten. Lynch kon als geen ander dromen scheppen waarin ik graag vertoef. Wie wil ze eens wakker met mij delen?

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  30/01/25)

maandag 27 januari 2025

TINE ZIET (457): Grenzen aan huppeltijd

Wandelen is goed voor lijf en gemoed, al kan het toch wel eens fout lopen… De laatste dagen was ik dus voluit strompelend te zien in onze straten. Daar zit hielspoor voor iets tussen. Hoogst onaangenaam is dat! Vooral nu ik mezelf een schouderklopje had gegeven met de woorden:” Goed bezig, Tine!’ toen ik alweer de  beoogde 10 000 stappen had gezet. Nu schipper ik dus tussen rusten, manken, balmassage, hielkussentjes en sportschoenen in en haal amper 7000 stappen. Ik besef dat ik me daar niet blind op moet staren en dat er dingen zijn die veel erger zijn dan dat.

Maar mag ik dit dan buitengewoon frustrerend vinden? Vooral nu ik in volle voorbereiding zit om een monoloog te brengen op het leraarsconcert begin februari. Teksten memoriseren gaat toch beter als je vlotjes mobiel bent. Ik leer beter uit het hoofd als ik rondstap of fladder. Liggend op de bank leert het stukken lastiger. Gelukkig zijn we creatief.

 De tijd waarin ik kon opscheppen met mijn olifantengeheugen is trouwens al grondig verstreken. Zelfs de grootste olifanten blijken te krimpen en te verschrompelen. Zeker als ze hinken. Al is dat wellicht niet officieel gerelateerd. Feit is wel dat over enkele weken jarig ben met het idee dat ik dichter bij mijn pensioen sta dan bij mijn studietijd. En dat er duidelijk grenzen zijn aan mijn huppeltijd. Netjes drink ik mijn gembercitroensap en slik extra vitamine D. Mijn hoogbejaarde kat Frieda neemt daar spinnend naast mij vrede mee maar ik weet nu al dat ze over enkele uren haar dagelijkse portie kolder in de kop krijgt. Er is nog hoop.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  23/01/25)

maandag 20 januari 2025

TINE ZIET (456): Vampier

Zondag liet ik me vrijwillig tot drie maal toe in de nek bijten door een enge succubus. Het betrof geen lugubere inzameling voor het Rode Kruis. Ik ging in de Budascoop naar maar liefst drie verschillende versies van de film ‘Nosferatu’ kijken. De eerste versie werd gemaakt in 1922, de tweede versie kwam uit in mijn geboortejaar 1979. De laatste versie kwam net uit. 

Vrees niet: ik heb zelf geen bloedzuigerambities. Ik ben eerlijk gezegd zelfs niet zo tuk op de horrorfilms van tegenwoordig. Oude horrorfilms daarentegen fascineren me wel. Vooral het feit hoe er met weinig techniek suspens geproduceerd wordt, boeit me. Zo vind ik het bijvoorbeeld spannender om het bijten in de nek niet echt te zien maar om dat aan mijn eigen verbeelding over te laten. De meest recente film zit natuurlijk vol special effects. Het publiek is dat inmiddels al zo gewend dat het erg vreemd zou zijn om de vooruitgang niet te gebruiken.

Ook al ben ik geen fan van al die snufjes, ze zorgen toch voor minder levensechte horror.  Zo werden voor de tweede film zo eventjes 11000 witten ratten vanuit Hongarije naar Nederland verscheept en in het zwart geschilderd. Want hoe anders toonde je het publiek dat er een rattenplaag uit brak? In de laatste versie kwamen ze niet uit Hongarije maar uit een computer. Dat scheelt toch een pak dierenmishandeling.

 Wat dat met je doet als je meer dan vijf uur na elkaar vampierenfilms ziet? Ik kreeg alvast zin een Bloody Mary. Een échte. Voorlopig laat ik mijn tanden nog niet vijlen.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  16/01/25)

maandag 13 januari 2025

TINE ZIET (455): Wachtwoord

Het nieuwe jaar ben ik alvast vloekend ingezet. Dit allemaal omdat mijn mobiele telefoon het ineens liet afweten. Gelukkig had ik al een nieuwe klaarliggen voor het geval de barsten op mijn scherm ineens alles zouden verprutsen. Ik had natuurlijk geen andere voorzorgen genomen. Bijgevolg zag ik me uren klungelen met apps herinstalleren. Piekeren over wachtwoorden, sukkelig met papier en potlood om codes die per sms binnenkomen op te schrijven (omdat ik ze niet meer kan onthouden), op zoek gaan naar een ouderwetse eID-lezer. Zorgvuldig geselecteerde foto’s verloren en het allervervelendste: ik had opeens een lege kalender bij aanvang van het tweede semester. Hoe heerlijk dat ook mag klinken, het is behoorlijk tijdrovend om alles weer op te moeten snorren.

Ik had heimwee naar de tijd waarin ik slechts mijn klasnummer, leeftijd, adres, en telefoonnummer moest onthouden. Zoveel wachtwoorden! Misschien noemen ze daarom wel wachtwoorden: ze zetten alles in wacht als je ze niet meer herinnert. Opschrijven in een boekje wordt afgeraden. Een briefje in je portefeuille met daarop alle codes ook. De wachtwoorden op een notitie in je gsm bewaren heeft dan geen enkele zin. Met die hersenpan is memoriseren ook niet zo makkelijk meer als voorheen.

Bij dat wanhopig sprokkelen en tokkelen, vervloekte ik het bestaan van de gsm, de cloud en verficatiecodes zo danig dat ik er ’s nachts zwetend van wakker werd. Wat als ik op een dag mijn eigen wachtwoord tot ontwaken niet meer zal herinneren?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  09/01/25)

 

maandag 6 januari 2025

TINE ZIET (454): Toeval

Wat ik soms nog vaak als toeval beschouw is in feite een griezelig gevolg van algoritmes. Zo zag ik gisterenavond een film met daarin een schitterende dansscène. Ik kende het nummer niet en bedacht dat ik het wel fijn vond, maar omdat het al erg laat was, zocht ik het liedje niet op. De kans bestond dat ik er nooit meer zou aan denken, maar via een playlist die me elke week laat kennis maken met muziek op basis van mijn eerdere luistergedrag, weerklonk de ochtend later nét die song en zag ik er de aanstekelijke danspasje nog vers in het geheugen bij. Kan men nog van toeval spreken, als film en playlist, schijnbaar los van elkaar, me allebei via het world wide web bereikt hebben?

 Ik mag graag in toeval en geluk geloven. Zo zijn er toch een paar dingen die op mijn pad gekomen zijn op zo’n toevallig gepast moment dat ze uiteindelijk toch een stukje van mijn levensweg bepaalden. Hoe kan een jongen waar je stiekem verliefd op bent bijvoorbeeld toevallig nét dan de hoek om draaien? Hoe kunnen vonken uit trampalen schieten, als je net  luidop ‘Fire’ van The Pointer Sisters zingt?

Graag wil ik in de naïeve veronderstelling blijven dat het nog kan. Dat er eenmaal soms dingen spontaan in je leven komen. Dat klein geluk geen resultaat is van cookies en uitgedokterde scenario’s. Een samenloop van gebeurtenissen op schitterende wijze bizar! Verwondering die zich aandient, omdat je nog in staat bent om toeval te zien.

 Als jullie me nu willen excuseren: ik heb mezelf nog enkele dansmoves aan te leren.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  03/01/25)

DRIFT: Huiswijn