Soms lopen de plannen nét een beetje anders. Zo had ik gepland om zaterdagavond op te treden in zaal De Vuurtoren in Oostende en daar twee nachtjes Noordzee aan te koppelen. Tijdens de treinrit daar naartoe, brak het zweet me uit, voelde ik me enorm lamlendig en begon mijn hoofd te bonken. Eenmaal ik me naar mijn hotel had gesleept, kon ik niets anders dan het optreden annuleren en mezelf als een uitgeputte potvis op het bed werpen.
De zondagochtend hees ik mezelf na een lange slaap naar
buiten op zoek naar de apotheek van wacht en apotheekautomaten voor
ontstekingsremmers, maar het mocht niet baten. Intussen vergaapte ik me aan een
kant van Oostende die ik nog niet kende en verrichtte de lentezon minuscule
wonderen. Ik kon toch niet de hele tijd binnen zitten? Dus stap voor stap en op
het allergrootste gemak slenterde ik door. Met heel veel tussenstops. Op
bankjes en heel af en toe ging ik ergens binnen voor een thee, lees- of een plasstop.
Een van die haltes was het terras van café ’t Kroegske. Uit
het café kwam Franstalige vrolijke muziek en dat lokte me tot bij een van de
tafeltjes. Naast mij zat een olijk gezelschap aan mannen die het luidruchtig hadden
over gedroogde worsten, makreel en het injecteren van mannelijke hormonen. Niet
dat het geneeskrachtig was, het deed me toch goed om daar te zijn tussen het
plaatselijke ongeremde. Eens beter, ga ik daar zeker eens terug. Al is het maar
om een kwinkslag tussen al dat gepalaver in te gooien.
De zee doet altijd een beetje helen.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 17/04/25)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten