Vrijdag zag ik iets opmerkelijks aan de kassa van het warenhuis. Een meisje, vermoedelijk zelfs een oud-leerlinge van lang geleden, want ze kwam me ergens bekend voor, legde meer dan acht grote waterflessen in het karretje. Allemaal van andere merken. Ze zag de verbazing van de kassajuffrouw en wou zich op een of andere manier verontschuldigen. Ook naar mij toe. “Tja”, zei ze, “mijn vriend drinkt graag water en ik wil hem vandaag imponeren.”
Het lijkt me
geweldig en ik kon het me zo voorstellen dat ze voor het eerst haar lief op
bezoek kreeg in haar huis. Dat ze hem op voorhand zenuwachtig had gevraagd:
“Wat drink je graag? Dan haal ik het in huis voor je.” Hij had dan wellicht
gezegd: “Water is goed genoeg.” Zij dacht dan wellicht: Maar welk water? Ik kon
me de situatie al voor mij zien dat hij dan op die date haar koelkast zou opentrekken en daarin
alleen maar flessen water zou zien staan. Allemaal voor hem en dat hij zou
denken: Wat fijn dat ze zoveel moeite voor me doet. Zo had ik het helemaal niet
bedoeld.
Zelf heb ik me
nog nooit zo uitgesloofd voor een date, geloof ik. Misschien ook daarom dat ik
er zo weinig heb. Ik haal meestal wel wat bijzonders in huis. Met mate. Maar geen
heel arsenaal aan keuze. Het zou wat zijn, zo voor het eerst bij hem op bezoek.
Dat hij me zegt: “Neem maar wat uit de kast.” En dat ik daar dan al mijn
favoriete drankjes bij elkaar zou zien
staan. Nee, dat
kwam niet goed. In mijn geval. Maar met enkel water, komt er misschien toch ook
een kater.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 02/10/25)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten