maandag 24 maart 2025

TINE ZIET (465): Hertjes

Zondag wandelde ik met een vriend in het Preshoekbos. We lieten onze gedachten uit. We waren er niet alleen. Er kwam ons een koppel tegemoet dat hun beide honden uitlieten. Toen ze ons kruisten, zei de jongen dat er drie hertjes onze richting uit liepen. Mijn hart maakte een dartel sprongetje bij de gedachte dat we oog in oog gingen staan met kleine herten. Hoe ouder ik word, hoe meer ontmoetingen met dieren in de vrije natuur mij ontroeren. Opeens gingen we allebei op een andere manier stappen. Op de tippen van onze bemodderde tenen. Trager. We zwegen meer en keken hoopvol vooruit en opzij. We laadden ons op voor dat bijzonder spontaan treffen dat er uiteindelijk niet kwam.

Waren de herten opgelost? Waren ze misschien in de bomen geklommen? Of waren die herten misschien zo klein dat ze onderweg vertrappeld werden? Hoe konden we ze in godsnaam missen? De bomen zijn er zo dik niet en door de herfst waren ook alle struiken kaal. Kortom: er was niet eens een verstopplaats. Feit is dat we in dat ene kwartier waarin we speurden dichter naar elkaar groeiden. We hadden blijkbaar allebei nood aan één of ander teken. Toen we het allebei opgaven met elke ooghoek voorzichtig te loeren, besefte ik dat we de drie diertjes niet nodig hadden om te ontdekken dat het de moeite is om samen gedachten uit te laten in de natuur en dat er bitter weinig nodig is voor een glimpje gevoel voor avontuur.  Aan de herten wil ik zeggen: “Kom nu maar tevoorschijn! Het gevaar is geweken. Maar let op: voortaan zal door wie dit leest, meer naar jullie worden uitgekeken!"

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  20/03/25)


Geen opmerkingen:

TINE ZIET (465): Hertjes

Zondag wandelde ik met een vriend in het Preshoekbos. We lieten onze gedachten uit. We waren er niet alleen. Er kwam ons een koppel tegemoet...