Zaterdag nam ik de trein. Op mijn traject van Menen naar Brugge, met obligate tussenstop in Kortrijk, moest ik twee keer door een grootse politiecontrole wandelen. De eerste keer was dat best schrikken. De tweede keer was ik het al gewend.
Toen ik in Kortrijk zat te wachten, hoorde ik een meisje in
paniek naar huis bellen. Ze dacht dat de controle te maken had met
terreurdreiging en hyperventileerde bijna aan de telefoon. Het zag er ook best
indrukwekkend uit moet ik bekennen: een erehaag aan lint en blauw en die grote
hond die aan ons kwam snuffelen. Door de grootschaligheid van de actie werden
reizigers gedwongen om een andere tunnel te gebruiken. Ik hield een beetje in
de gaten hoe mensen op die plotse vraag reageerden. Niemand ging verdacht snel
lopen. De meesten mensen waren rustig en vol begrip. Toch was er een man die de
agenten toeblafte. Hij stelde het niet op prijs dat hij nu moest omlopen. Dat
hij harder blafte dan de hond in de tunnel, was duidelijk te merken. De agenten
lieten het niet aan hun hart komen.
Dat zo’n dergelijke actie wordt georganiseerd zal
ongetwijfeld vruchten afwerpen maar zaait tegelijk natuurlijk ook onrust. Ik
merkte dat ik mezelf betrapte op de gedachte: “Ga alsjeblieft niet blaffen,
hond.” Ook al wist ik heel goed wat ik zelf wél en niet op zak had. Wat de
mensen die voor mij of achter mij mee hadden, was niet te voorspellen. Voor je
het weet zit je in één of ander handgemeen waar je niets mee te maken hebt. Het
leven is geen film. Er is alleen almaar minder nodig om er verdacht veel op te lijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten