Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit
omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat
Frieda kreeg opeens 24u/24u gezelschap. Dat de lente door de ramen piept,
helpt! Dat vriendinnen me in de bloemen zetten of aankloppen met eten heeft me
de eerste weken ook enorm geholpen. Dit weekend ging ik voor
theatervoorstellingen voor het eerst weer eens naar buiten om tussen de mensen
te zitten.
Het deed me goed om na die dagen zielig in mijn eentje even
onder anderen te zijn. Al moet gezegd dat dat lang niet altijd vermakelijk was.
Bij een absurde voorstelling als ‘Fratssen’ in wijkcentrum De Koekuit
bijvoorbeeld, waren er mensen die vanaf de eerste seconde een zuur gezicht
opzetten, omdat ze zich frustreerden in het absurde karakter van de
voorstelling. Dat is op zich een beetje alsof je naar een voetbalploeg gaat kijken
en je ergert aan het feit dat de bal in een doel moet worden geschoten. Als je
dan ook nog eens luidop commentaar geeft op elke beweging van de bal, zorgt dat
toch voor irritatie voor wie de bal wel wil volgen… Maar we zijn verdraagzaam
en hebben begrip. Niet iedereen lacht om dezelfde grappen.
Nu ik zo lang thuis ben, heeft mijn kat het ook wel gehad
met mijn fratsen. Terwijl ze anders erg blij is met de aandacht ergert ze zich
nu mateloos aan mijn voortdurende aanwezigheid. Mijn grapjes lokken een krab of
een geïrriteerd mauwtje uit. Ze zondert zich zelf nu zelfs af van mij. Al duurt
dat nooit erg lang. Mijn gevoel voor humor mag dan wel bedenkelijk zijn, mijn
aaikes zijn niet te versmaden.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 22/03/24)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten