Deze week kroop ik vrijwillig in een trailer. Dit voor de beklijvende theatervoorstelling ‘Faren’ van Ellis Meeusen en Bjarne Devolder. Ik zat er samen met een klas middelbare studenten. De voorstelling ontstond in volle lockdown. Theater kwam via een tot minitheater omgebouwde vrachtwagen naar de school toe, zodat de klassen in hun klasbubbel toch nog toneel konden meepikken. Wat toen ontstond als noodzaak, toerde intussen al rond in Vlaanderen. De mondmaskers zijn verdwenen, maar de intieme setting is gebleven. Het feit dat je niet in een gewone theaterzaal zit, zorgt ervoor dat je de voorstelling dichter ervaart. Zelf ben ik enorm fan van locatietheater. Al zitten de zitjes niet altijd zo comfortabel. Het decor krijgt een meerwaarde als je er zelf ook deel van uitmaakt. Ik herinner me bijvoorbeeld voorstellingen kijkend naar de zee waarbij meeuwen overvlogen op het uitgelezen moment.
Als het over muziekconcerten en tentoonstellingen gaat, hou
ik er ook enorm van dat ze niet op een gewone plek doorgaan. Zo was ik
afgelopen weekend in een prachtige en unieke bloemenzaak in Otegem, De
Egelantier, waar een tentoonstelling werd georganiseerd met verschillende
kunstenaars met als titel ‘Voorbijtrekkend Landschap’. Dat de plek extra
landschap kan tonen omdat het in een prachtige omgeving is gelokaliseerd, is
een fijne meerwaarde. Dat de kunst soms niet te onderscheiden is van het
interieur en de prachtige dingen die in de winkel te koop zijn, ook.
Wat natuurlijk vaak onderschat wordt bij dergelijke
initiatieven is het technisch gegeven. Een expositieruimte, een concertzaal of
een theaterzaal zijn uitgerust voor wat ze dienen. Als je een vrachtwagentrailer of pakweg een
leegstaande fabriek wil ombouwen tot bijvoorbeeld een schouwburg, is daar heel
wat extra werk aan. Dat daar nog wordt in geïnvesteerd is machtig en prachtig
en loont altijd de moeite.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 26/05/23)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten