Terwijl de boekentassen weer opgeblonken werden of vervangen door het allernieuwste model mochten leerkrachten weer uit twee maanden zorgeloze vakantieslaap ontwaken. Althans zo wordt het meestal voorgesteld. Wij, profiteurs en luiaards die ons beroep zouden gekozen hebben op basis van onze verlofdagen, mogen ook weer een keertje aan de slag.
Ik zal de laatste zijn om te klagen over die maanden. Al
vind ik stiekem elk jaar wel dat het twee maanden te lang zijn, wil ik toch wel
even een groot misverstand de wereld uitwerken: zorgeloos is zo’n zomer nooit. Het lijkt een evidentie om op twee oren te
slapen. Dat doet geen enkele leerkracht.
Onder het motto ‘soort zoekt soort’, zag ik afgelopen weken veel
collega’s. Hoewel ze soms in verschillende systemen meedraaien, is het een algemeen gegeven dat we ons allen heel veel
zorgen maken. Er zijn bijvoorbeeld veel praktische zorgen. Zo hangt in het
deeltijds kunstonderwijs het definitief individueel uurrooster per leerkracht
af van het aantal inschrijvingen. Aangezien leerlingen vaak meer vakken volgen bijgevolg
ook van het uurrooster van de collega’s. Ideaal zou zijn als iedereen in juni
is ingeschreven zodat we met een gerust hart de vakantie in kunnen duiken.
Alles zou praktisch geregeld kunnen zijn. Helaas. Persoonlijk keek ik
bijvoorbeeld elke dag van de vakantie wel één keer naar het aantal
inschrijvingen. Werd alles goed ingeschat? Ga ik het rooster opgevuld krijgen
of zal ik nog wijzigingen moeten doorvoeren?
Al is er natuurlijk nog veel meer gepieker, prijs ik mezelf
toch elke keer zielsgelukkig als ik de leerlingen terug zie die eerste weken. Dit
schooljaar vieren wij met de academie onze honderdste verjaardag. Honderd zomers
van piekeren en popelen. Ja, verlangen! Dat vanzelfsprekend ook. Want graag
zien, graag doen is essentieel. Anders moet je geen job in om het even wel
soort onderwijs doen.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 02/09/22)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten