maandag 5 september 2022

TINE ZIET (337): Popelen

Terwijl de boekentassen weer opgeblonken werden of vervangen door het allernieuwste model mochten leerkrachten weer uit twee maanden zorgeloze vakantieslaap ontwaken. Althans zo wordt het meestal voorgesteld. Wij, profiteurs en luiaards die ons beroep zouden gekozen hebben op basis van onze verlofdagen, mogen ook weer een keertje aan de slag.

Ik zal de laatste zijn om te klagen over die maanden. Al vind ik stiekem elk jaar wel dat het twee maanden te lang zijn, wil ik toch wel even een groot misverstand de wereld uitwerken: zorgeloos is zo’n zomer nooit.  Het lijkt een evidentie om op twee oren te slapen. Dat doet geen enkele leerkracht.  Onder het motto ‘soort zoekt soort’, zag ik afgelopen weken veel collega’s. Hoewel ze soms in verschillende systemen meedraaien, is het een  algemeen gegeven dat we ons allen heel veel zorgen maken. Er zijn bijvoorbeeld veel praktische zorgen. Zo hangt in het deeltijds kunstonderwijs het definitief individueel uurrooster per leerkracht af van het aantal inschrijvingen. Aangezien leerlingen vaak meer vakken volgen bijgevolg ook van het uurrooster van de collega’s. Ideaal zou zijn als iedereen in juni is ingeschreven zodat we met een gerust hart de vakantie in kunnen duiken. Alles zou praktisch geregeld kunnen zijn. Helaas. Persoonlijk keek ik bijvoorbeeld elke dag van de vakantie wel één keer naar het aantal inschrijvingen. Werd alles goed ingeschat? Ga ik het rooster opgevuld krijgen of zal ik nog wijzigingen moeten doorvoeren?

Al is er natuurlijk nog veel meer gepieker, prijs ik mezelf toch elke keer zielsgelukkig als ik de leerlingen terug zie die eerste weken. Dit schooljaar vieren wij met de academie onze honderdste verjaardag. Honderd zomers van piekeren en popelen. Ja, verlangen! Dat vanzelfsprekend ook. Want graag zien, graag doen is essentieel. Anders moet je geen job in om het even wel soort onderwijs doen.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 02/09/22) 

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...