donderdag 21 januari 2021

Wereldknuffeldag

Vandaag, Wereldknuffeldag werd ik eraan herinnerd dat het van september geleden is dat ik een échte knuffel kreeg. Het maakte mij triest in een tijd waarin een woord als 'knuffelcontact' verkozen werd tot Woord van het Jaar. Hoewel ik van nature uit geen knuffelaar ben, bedenk ik dat ik het zo mis. 

Wat een melig woord is het ook. Met 'knuffel' bedoel ik echt puur de omhelzing op zich.  Niet kussen. Het liefkozend tegen elkaar aandrukken zonder dat er verder iets meer uit hoeft vloeien. Voor veel mensen op datingssites is een knuffel verbloeming voor dé daad. Dat misverstand zorgt soms voor de nodige verwarring.  Er is nochtans een groot verschil! 

Ooit had ik een lief die zo'n grote knuffelaar was dat hij er een liedje voor had bedacht. Hij kon me zelfs op straat zomaar in de armen vliegen, vastpakken en knuffelen terwijl hij dat vrolijke liedje zong. Ik vond dat eerst wel schattig. Na een tijdje vond ik het irritant: de mensen moesten dat niet zien en horen! Nu ja, als de liefde minder wordt, gaan ook die allerliefste dingen vervelen. 

Nu meer dan vijftien jaar later, ben ik dus op het punt gekomen dat ik vaak dat liedje neurie. Zomaar ineens. Of dan zit ik in de klas bij de kinderen en dan hoor ik het die ex zingen in mijn hoofd ook al wil ik hem geenszins terug. Voor 13 maart 2020 zat ik altijd tussen de kleintjes in. Ze verrasten me af en toe op een spontane omhelzing of een hoofd tegen mijn schouder. Nu is er die schrik. Een ontmoeting of een afscheid waren steevast inclusief een stel armen. Nu zijn er knikjes. Of op een feestje hing wel eens een dronken vriendin om mijn nek. Nu betrap ik mezelf soms met mijn eigen handen op mijn lijf omdat ik niet wil vergeten hoe het voelt om vingers op mijn huid te voelen. De handschoenen van dokters of verpleging zijn opeens goud waard. Terwijl ze vroeger voor een onprettig gevoel zorgden, bedenk je ineens: "Hé! Hallelujah!  Ik word aangeraakt!" 

Vier maanden. En daarvoor was het ook al zo karig. Voor sommige mensen is het misschien nog langer geleden. Af en toe bedenk ik in paniek dat een knuffel nooit meer zomaar zal worden gegeven. Dat de schrik zal blijven. Of dat de gewoonte simpelweg zal verdwijnen. Het is buitengewoon bedroevend. 

Het lichaam van een ander vastpakken. Zomaar. De warmte van je naaste voelen . Een hart voelen slaan. De ander ruiken. Een lijf tegen lijf zonder bloot. Is het nog niet te koop? Is er nog geen clandestien netwerk? Wie bezorgt me het adres van een knuffeldealer?  Desnoods met dat irritante liedje en met penetrante lijfgeur erbij.  Iemand? Kostbaar goed. 

Koester het! Want voor je het weet, sta je met je eigen armen rond je nek voor gek. 




Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...