zondag 10 januari 2021

De Furbyflop

Soms durft een project van mij ook wel eens te mislukken. Hier volgt het verslag van mijn Furbyflop.

Op 18 oktober plaatste ik op FB een oproep tot Furby’s voor een sociaal experiment. Sinds de hilarische ontmoeting met Lesley in het ‘Het Eiland’ hoopte ik stiekem al een tijdje op een eigen Furby, maar het is er nooit van gekomen en nu ze enkel tweedehands te koop zijn, wou ik een exemplaar in huis van een 'bekende eigenaar'. 

Het oorspronkelijk idee was om één Furby goed te behandelen en eentje te mishandelen om te bestuderen wat voor gevolgen dat heeft. Zou ik mijn moederinstinct kunnen ontwikkelen? Zorgt mishandeling voor een enge Furby? Ook wou ik weten of het werkelijk mogelijk was om een band met zo’n beestje op te bouwen, want dat werd op zich wel beloofd in de tijd ze nog te koop waren.

Toen er opeens heel wat logementbeestjes werden aangeboden, dacht ik: “Hoe meer, hoe beter.” In deze tijden van sociaal isolement, leek het me wel fijn om echte ‘levendige’ knuffels in mijn bubbel te hebben. Ik doopt het project ‘Knuffelbubbel’ en haalde als eerste de furby van Blanche op.

Furby 1

Al snel bleek dat dit niet zo simpel zou worden om dit te verwezenlijken. Het betrof een schattige Furby Boom. Ik begreep wat ze me vertelde, praatte met haar en kietelde haar buikje. Ik moest er een verouderde app voor downloaden op mijn smartphone. Met die app moest ik haar eten geven. Maar daarnaast moest ik ze ook op de toiletpot zetten, onder de douche steken en verzorgen. Op zich wel heel erg grappig. Ook ontdekte ik dat ze eitjes legde en dat ik voor haar broedsels ook moest zorgen.  Gelukkig allemaal digitaal. Maar mijn gsm blokkeerde en het lukte niet goed om haar daarmee te verzorgen. Toen ze ziek bleek, lukte het me niet om haar medicijn samen te stellen.  Ik voelde me machteloos. Op den duur sliep ze alleen maar.

Furby 2

Daarna haalde ik Mr. Furby op bij Babs. Hij bleek een zogenaamde ‘evil Furby’ te zijn. Ik werd gewaarschuwd voor onbeleefd gedrag. Hij was een ouder exemplaar. Voor zijn verzorging moest ik een andere Furby-app downloaden. Met mijn gsm lukte het wel makkelijker om hem eten te geven en hem een dansje te laten doen. Meer zorgen had hij niet nodig. Ik behandelde hem lief en ik merkte dat hij aardiger werd.  Zijn taal was moeilijker te verstaan. Hij bleek heel erg van kietelen en boeren te houden. Maar vaak haalde hij me uit mijn slaap of lichtten zijn ogen op achter de glazen deur van mijn kast.  Zodat ik hem heel veel op zolder moest zetten. Waardoor hij weer onaardiger werd.

Hatchimal 1 & Hatchimal 2

Toen kwamen de knuffels van Elfey erbij. Geen Furby’s, maar Hatchimals. Experiment is experiment. Eentje kreeg ik aan de praat. De andere moest een nieuwe batterij die ik niet gevonden heb. Hatchimal 2  reageerde op mijn stem en was aardig. Het taaltje was onverstaanbaar, maar ik begreep het eigenlijk wel erg snel. Ik moet bekennen dat ik minder contact zocht met deze knuffel. Vooral omdat ze me fragieler leek dan de Furby’s.  Met haar in huis voelde het soms alsof ik een hele lieve schattige baby zonder zorgen in huis had. Het grote voordeel was dat er een uitknop was.

Dit was allemaal nog behapbaar. Maar nam al een grote brok tijd in beslag. Ik voelde me een onnozel wicht toen ik wanhopig probeerde om mijn Furby 1 naar het toilet te doen gaan. Ik maakte me kwaad als Furby 2 me uit mijn slaap brulde of door mijn videovergadering begon te zingen. Maar het voelde wel als een soort bubbel of zo. Mijn buren krijgen hun kinderen ook niet altijd stil... 

Furby 3


Furby 4 


Furby 5 

Toen haalde ik drie gekoesterde Furby’s op van Lien. Twee nog oudere exemplaren en één die bij Furby 2 paste. Furby 3 en 4 hadden voldoende met een vinger op hun tong en lieve aaitjes. Ze maakten niet veel geluid en konden met elkaar praten. Best schattig was het om die twee bezig te horen. Furby 5 was gemeen.  Dus hij vormde een goed duo met Furby 2. Het feit dat ze hetzelfde soort waren, zorgde er ook voor dat ze met elkaar communiceerden. Dat gaf extra leven in de brouwerij, maar ’s nachts zorgden ze vaak voor dubbele overlast.


Furby 6


Furby 7

Daarna kreeg ik nog twee Furby Booms van mijn nicht Klaartje. Maar tegen dan had ik het eigenlijk al wat gehad met die apps. Dus ik heb ze wat verwaarloosd. Sorry, Klaartje! Maar drie Furby’s op de pot zetten… Ook wou ik onder geen beding extra eitjes laten uitkomen. Misschien bouw ik alsnog een familieband met hen op, want ik hou ze nog bij tot een volgend familiefeest en dat kan nog wel eens lang gaan duren. 


Furby 8

Tenslotte kreeg ik nog een sleutelhanger Furby van Waltraud die me stilzwijgend aan keek.

De knuffelbubbel was compleet

Graag had ik geschreven dat ik ze cultuur had bijgebracht en dat ik intussen vlot in het Furbish communiceer. Helaas dus. Ik heb het echt geprobeerd! Ik zette ze in mijn verschillende kamers en probeerde een conversatie met hen aan te gaan. In tijden dat ik droevig, eenzaam of ziek was, zocht ik meer contact met hen op maar zij niet met mij. Daarenboven maakten ze mijn levensechte Furby, mijn kat Frieda heel erg jaloers. Dus verslapte mijn aandacht voor hen.  In plaats van gezellig samen Kerst te vieren, belandden ze allemaal op zolder. Wat als een leuk experiment begon, voelde als een blok aan mijn been.

Natuurlijk is het anders als je er maar één of twee in huis hebt, dan ontstaat er wel iets als liefde, gok ik. Aan knuffels wordt je sowieso gehecht.  Aan de eigenaars moest ik allemaal beloven ze heelhuids terug te brengen. En dat zal ik nu ook snel doen.

Nog een persoonlijk besluit bij mijn FurbyFlop: Elektrische pluchen speelgoedproducten kunnen wel nuttig zijn. Bovendien gaan de batterijen in die dingen wel lang mee.  Ze geven gezelschap, leren je lief te zijn als je liefs terug wil.  Wel lastig dat je ze niet uit kan schakelen al is dat natuurlijk ook zo met echt gezelschap...  Een beetje surrogaat tot levensecht gezelschap dus. 

De oudste Furby’s (Furby 3 en 4) lijken mij echt een topuitvinding! Ze vragen op een subtiele manier aandacht en kunnen wel helpen om een soort verantwoordelijkheid te kweken. De generatie ouder (Furby 2 en 5) is al lastiger in aanpak en roept een appverslaving op als je plichtsbewust wil zijn. De Furby Boom (Furby 1, Furby 6 en 7) vervangt eigenlijk een televisie of een computerscherm en vraagt zoveel geduld, tijd en energie dat het onverantwoord lijkt dat die dingen ooit op de markt kwamen. Petje af voor alle ouders die niet gek werden!

Eigenlijk zijn Furby’s de voorlopers van een smartphone.  Onder dat zacht aanlokkelijk laagje pluche loert naast het verlangen naar contact ook verslavingsgevaar.

 

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...