Kijk! Achter de hakjes op de kasseien wolkt duidelijk verse adem. Op de knieën van de armen springen vrolijk betere tijden aan. En zie: de man aan tafel denkt: laat ze toch blijven. De vrouw wandelt in haar hoofd al op zijn huid. De ruiten uit. De meisjes op het bankje kijken de rozen uit de handen van de verkoper. De snor aan de toog gluurt tot achter de gordijnen van haar bloes. Eén schurftige barman huilt de wolf in hem naar buiten. En dat ene koppel blijft de wens ophopen tot een drie. Een vier misschien. Of vijf.
Alleen wie sliep of zichzelf de ogen overlapte, zag enkel nacht en droomde niet eens een lichtpunt in gedachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten