maandag 4 augustus 2008

Adios Nonino

Ik heb hem twee maal gezien. Dat is niet veel. Dat is zelfs weinig.
Toch heb ik het laatste jaar zoveel over hem gehoord, zoveel over hem gepraat en naar hem gevraagd dat het me wat doet. Dit. Vandaag.

De eerste keer kwam eigenlijk ongelegen. Een late avond in december. Hij en zijn vrouw waren die dag thuis gekomen met het verschrikkelijke verdict onder de arm.
Dan sta je daar heel even in die woonkamer. Je ziet een moeder. Je ziet een vader. Maar vooral grote doodsangst.
Ik had het liefste een hand willen geven. Een arm willen knijpen. Zeggen: "Geef niet op, meneer! Sterkte, mevrouw!" "Beterschap!" desnoods.
Maar zoiets zeg je niet als je voor het eerst in een woonkamer staat. Nee, je zet een glimlach op je gezicht en je doet alsof je ontzettend vrolijk bent.

De tweede maal dat ik hem zag, zie, is hier vandaag. Hoe onbeduidend ik ook mag zijn, ik vind toch dat ik iets goed te maken heb. Het is niet omdat mensen voor het eerst in een woonkamer staan dat ze zich moeten gedragen als een TV. Mensen moeten maar eens mensen worden.

Ik heb hem twee maal gezien. Dat is niet veel. Dat is zelfs weinig.
Toch weet ik dat ik hem na vandaag nog heel veel zal zien.

Dit had Tany Minoek! wel willen zeggen, maar een tango rond de kist snoerde haar de keel. Ze streelde het hout, slikte en zei tot iemand in het bijzonder: "Het gaat je goed, meneer." Piazzolla liep met haar mee. Buiten was het zomer.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...