Kiezen is verliezen. In een tijd die barstensvol evenementen is, is het vaak lastig te beslissen wat je zal meepikken en wat niet. Laat ons eerlijk zijn: ik ben geen twintig meer. Ik mag dit levensjaar dan wel elke dag iets vieren: vier dagen aan een stuk een écht feestje zit er voor dit lijf niet meer in. Dus het is wikken en weggen. Stiekem ben ik wel blij dat het FOMO-verschijnsel dat ik voor de covidperiode misschien wel in lichte vorm ervoer nagenoeg verdwenen is. Altijd was er wel een zekere schrik om een gebeurtenis mis te lopen of een lichte vorm van bezorgdheid dat ik misschien wel een hoogtepunt in mijn leven zou missen door niet op te dagen op een feestje. Op dit moment in mijn leven baart me dat veel minder zorgen. Misschien omdat ik in een fase gekomen ben in het leven waarin ik meer en meer ook eens snak naar rust en stilte. Noem het alsjeblieft niet verouderen. Het is aarden. Genoegen nemen wat er al is. Dapper toch voor een gulzigaard als ik!
Gisteren was ik bij een vriendin op bezoek en ze vroeg me
naar de vorige zomer. Tot mijn grote schrik kwam ik tot de conclusie dat ik nog
weinig wist daarvan. Tot ik opeens besefte dat ik natuurlijk verhuisde en dat
dat best ingrijpend was. In mijn kalender stonden vooral afspraken om meubels
op te pikken. Om te containerparken.
Voor mij wordt het dus eigenlijk de eerste ‘normale’ zomer sinds een
ziekte de hele wereld lam legde. Die wordt met mondjesmaat gevuld met leuke en
uitdagende projecten zoals ik van mezelf gewend ben, met een reisje en met
obligate nietsdagen waarin ik schaamteloos op de bank kan blijven liggen om aan
mijn insectenbeten te krabben. Vastberaden me niet te laten overhalen.
Al weet je dat natuurlijk nooit met mij. Ik verras mezelf
toch bijna dagelijks met een gedachte die ik nog niet eerder had bedacht. Maar
als je me ergens ziet, beschouw dat gerust als exclusiviteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten