Hoewel we er allen zo hard naar hebben uitgekeken, schijnt de zon te hard. Elk jaar schijn ik om een of andere reden te vergeten dat verzengende zonnestralen bij mij een schaamteplek aan viezigheid creëren. Gênante zweetvlekken op meubilair en in kleren. Ontstoken insectenbeten. Een spontaan spoor van mieren tussen kieren. Vuilniszakken die van de maden wemelen. Ook elke zomer het besef dat er geen kleren zijn zonder aanstoot waarin je zonder figuurcorrigerend ondergoed bijvoorbeeld op een fiets kan in bewegen. Een loom lichaam dat opzwelt en aanspoelt. Zonder meer. Voeten die ik liever bedekt hou. Nachten waarin je de rimpels in je lichaam draait. Wat zijn de voordelen van zomerweer weer? Behalve dan de fijne koelte in een huis, waarin het licht door luiken opeens heel anders valt. Het terrassen met vriendinnen tussen al je buren. Tuinfeestjes en grillparty’s bij de vleet. Festivals met zomerhoedjes. Eindelijk nog eens een natuurlijke dosis vitamine D.
Terwijl ik dit
schrijf druppel ik met mijn vingers mee. Kat Frieda trippelt van kamer
naar kamer en zucht. Ze zoekt opeens
weer de koelte van de vensterbank op en kijkt me beschuldigend aan omdat ik
niet net als haar helemaal bedekt ben met haar.
Ik kan het me niet meer voorstellen hoe het is om in deze omstandigheden
boven studieboeken te moeten hangen en te leren. Nog minder om zware fysieke
arbeid te verrichten. Wegenwerken
verrichten in beschermende kledij bijvoorbeeld. De hele stad lijkt zowaar een
werf. Overal ligt zand. Alsof onze stad de ambitie heeft tot strand. Boulevard
Solar op eigen stoep. Met de mogelijkheid tot binnenblijven om de schandvlekken
niet nog verder te verspreiden. Want
stel je voor: met z’n allen in badkledij de pakketbezorgers moeten begroeten
mag dan wel tot de verbeelding spreken, het zou in veel gevallen ook zorgen
voor een - trouwens volkomen onterecht -
onbehaaglijk gevoel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten