Afgelopen dagen kleurden weer opvallend roze en rood. Dat het dinsdag Valentijn was, heeft iedereen wel geweten. Ons stadsbestuur wou ons zien zoenen, we werden verleid met restaurantbonnen, winkeliers wilden ons aan een partner helpen met een roze winkelmandje. Heel erg mooi allemaal. Zeker in tijden waarin er zoveel ramp aan de hand is. In deze maatschappij die steeds dieper wegzakt, mag de liefde wel eens een keer triomferen. Als dat gelijk staat met meer consumeren, dan wens ik dat de zelfstandigen ook eens toe.
Het is overigens nog nooit zo makkelijk geweest om je liefde te laten blijken. Kinderen sturen het naar elkaar zonder woorden. Ook zonder verliefd te zijn. Volwassenen typen ook vaker hartjes dan kusjes. Dat er daardoor wel eens bizarre misverstanden ontstaan is een feit. Zo begrepen puberende leerlingen die elkaar elke dag streaks sturen niet waarom er in een eenvoudig chatgesprek ook opeens hartjes verschenen. Er ontstond paniek: “Ze zal toch niet verliefd zijn? Het zijn toch hartjes!”
Als ik een hartje krijg, vind ik het meestal aandoenlijk. De dag
dat er een echt hart op mijn stoep ligt, is gelukkig nog niet voorgekomen.
Om eerlijk te zijn zou ik dat soort liefde niet waarderen. Ooit vond ik een
Valentijnskaart in mijn schooltas. Heel even maakte mijn hart een huppelpasje,
tot ik besefte dat het een flauw mopje betrof van vriendinnen. Marc bestond
helaas niet. Toch niet op mijn route. Mijn
ontgoocheling was overigens van korte duur: ooit zal iemand me toch de liefde
verklaren op een manier die origineler en verrassender is dan met een kaart in
mijn boekentas? Ik maakte me toen nog illusies. Vergis jullie niet: er wordt ontiegelijk van
me gehouden. En ook mijn hart klopt niet voor mij alleen. Misschien is dat wel
de echte kern. Ons geliefd te weten in tijden
vol tegenstrijdigheden. Eens vol overtuiging roze kleuren in wereld vol puin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten