Bij het lezen van vorige editie van deze krant trok ik grote
ogen bij het artikel over wantoestanden in rusthuizen. Een paar weken eerder
ging het over schandalige taferelen in kinderdagverblijven. We zouden nog gaan geloven dat je in dit
leven blijkbaar in de fase tussen het kind-zijn en het ouder worden kan blijven
hangen. Wellicht klopt dit ook. Onze hele samenleving lijkt totaal geen voeling
meer te hebben met de ongemakken van het minder mobiel zijn. Post- en bankkantoren
verdwijnen. Meer en meer ook de automaten. Er zijn al heel wat gemeentes zonder
bakker of buurtwinkel. Onze ouderen die graag zo lang mogelijk hun eigen
boontjes doppen omdat ze na al hun jaren werken en zorgen graag zelfstandig
functioneren, moeten voortdurend hulp inschakelen voor de meest banale alledaagse
dingen. Leg daarnaast nog eens de beelden van mensen die op straat moeten leven
of tussen schimmelmuren en men zou zich zelfs de vraag kunnen stellen of we
niet beter gewoon dieren waren gebleven. Als een kat het avontuur opzoekt en
even in een vreemde tuin gaat jagen, wordt er in geen tijd in paniek
gecommuniceerd: “Van wie is die kat?”
Men heeft tegenwoordig meer medelijden met een paard dat met zijn benen
in de modder staat, dan met een vluchteling die zich in een geïmproviseerd
tentenkamp moet staande houden in bij elkaar geplakte schoenen. Wat zijn we
toch voor mensen geworden?
Natuurlijk moet ik niet generaliseren. Er zijn nog goede
verzorgingshuizen en de meeste crèches deugen. Er is gelukkig ook nog
liefdadigheid. We moeten het licht in de duisternis blijven zien. Feit is dat
het lastig is om het zoete te blijven zien.
Er wordt zoveel aan de kaak gesteld dat het pijn doet aan onze ogen en
oren. Alsof dat nog niet genoeg is, verzuren buren en krijgen die meestal
gelijk. Petities tegen clubs, cafés en andere gezelligheid. Het regent naast al dat gemiezer klachten
over scholen en lawaai maar als we een doelpunt scoren, mag dat over de hele
straat worden gehoord.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 20/01/23)
1 opmerking:
Wat ik wil zeggen Tine. Tegen de tijd dat ikzelf zover ben. Mijn Leifkaart zal tot in de puntjes uitgekiend zijn. Het zal met mij geen waar zijn. Voeg er dan nog aan toe. Voor de volledigheid. Chapeau inderdaad voor de zorgers van vandaag in het hele brede veld. De zorg. Het onderwijs. De brandweer, en politiemensen, ... je moet het verdraaid maar doen elke dag. Sommigen onder hen radicaliseren, naar het schijnt. Ze worden door sommige populisten dan ook opgevreeën. Héél goed te verstaan. Daar dieper op in gaan zou ons hier te ver leiden. Maar een oplossing moet er komen. De gewone burger, we zijn gewoon rotverwend. Beseffen het dan nog geeneens. Vree paradox is dat.
Een reactie posten