maandag 7 november 2022

TINE ZIET (346): Troost

Allerheiligen is het enige feest waarbij de sporen van het bezoek schaamteloos  mogen blijven liggen of staan, bedacht ik toen ik de afwas deed na een vriendenbezoek. Mensen gaan op jaarlijkse visite bij hun overledenen en laten een bloemstukje of een pot bloemen achter. Aangezien de gastvrouwen en  -heren niet in de mogelijkheid zijn de verlepte bloemen zelf in de vuilnisbak te gooien en veel bezoekers een nieuwe rit naar de begraafplaats ontzien, ruimt de groendienst na een maand meestal op.

Hoewel ik van kerkhofbezoeken  en bloemen hou, ben ik er niet beter in. Al moet ik toegeven dat ik eigenlijk zelf zelden kerkhofbloemen koop. Ook al mis ik mijn vader nog heel veel. Liever brand ik een kaarsje thuis of spreek zijn foto zomaar ineens aan. Aan de doden denken, doen we uiteindelijk allemaal op onze eigen manier. Bij het ene gemis ontstaat er soms al een dankbare glimlach om wat er was. Een ander gemis smaakt nog altijd wrang.

Ik vind het jammer dat er nog steeds zo’n taboe om de dood hangt. Uiteindelijk ontsnapt niemand er aan. Mensen die hun beroep maken van de dood, worden vaak scheef bekeken. Uiteindelijk is er weinig dat zo nobel is als mensen met zachte hand begeleiden in een fase van intens verdriet. Tegenwoordig zijn er al zoveel mogelijkheden om zo’n afscheid echt persoonlijk te maken. Het maakt het verdriet voor wie achter blijft niet minder groot, maar misschien dan toch wat dragelijker. Zelf heb ik ook al die ambitie geopperd als het ooit niet meer lukt met mijn huidig werk dat ik dan afscheid lichter wil maken. Tom Lanoye heeft een gedicht dat begint met de regels: “Het is een magere troost/ dat alles moet verdwijnen/ en dat ik je hoe dan ook op een keer / toch zou moeten missen, bijvoorbeeld /door de dood.”

Het feit dat er mensen zijn die het begrip ‘dood’  gewoon zachtjes kunnen oppakken en proberen verdriet te vatten, troost enorm.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  04/11/22) 

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...