Zondagochtend besloot ik na een sloom ontwaken om naar een aperitiefconcert te rijden in GC ’t Forum. Het zette percussie in de kijker. Wie gedacht had om een klein uurtje naar trommels en xylofoonsolo’s te luisteren, kwam er bedrogen uit. Benjamin Verstraete liet op z’n typische eigenzinnige wijze het soort percussie horen en zien dat amper een podium krijgt op traditionele concerten. Met stokken die op lichtzwaarden leken bijvoorbeeld. Nu, ik zal verder niet teveel in detail treden, feit is dat ik enorm verrast werd.
Mensen die mij uit mijn jeugd kennen weten dat ik een
slagwerkverleden heb. Mijn korte, maar daarom niet minder leuke carrière als
trommelaar, leidde er toch toe dat ik twee jaar slagwerk ging volgen op
zaterdagochtend. Het was ondanks mijn schitterend gevoel voor ritme – ahum -
geen succes. Dat kwam vooral omdat ik niet voluit kon oefenen en dus ook niet
echt kon groeien en genieten van het spelen. Ik herinner me dat ik een sleutel
kreeg van het lokaal waar we les kregen. Toen er een paar keer oudere jongens
naar binnen kwamen met het excuus dat ze ook moesten oefenen (aan de
toog), durfde ik als verlegen meisje niet
meer repeteren en was dan maar creatief met koekendozen. De leraar was niet echt enthousiast over mijn
slagen. Hij was meestal knorrig maar
bleef ondanks alles enorm geduldig. Het was pas veel later op een braderie dat
bleek dat mijn leraar Johny Turbo was. Ik herkende opeens die man die met een
bak bier op het podium stond te schuifelen en begreep ineens ook zijn
zaterdagochtendchagrijn. Als kind besef je een heleboel dingen niet.
Na het concert reed ik opgeladen naar huis terug. Niet omdat
de slagwerker in mij wakker was geworden, maar omdat ik met verwonderde blik
naar het podium had zitten kijken. Ik
besefte: verwondering slaat de bal nooit mis en blijft ondanks elke leeftijd
heerlijk hartverwarmend.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 14/10/22)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten